Operation Manual

Als de AUTO-knop wordt ingedrukt terwijl de
AUTO-led brandt, schakelt het systeem over op de
volledig handmatige modus; de huidige luchtstroom
en -verdelingsstatus wordt weergegeven, die niet
langer automatisch geregeld zullen worden.
Als er handmatig wordt ingegrepen op tenminste de
luchtverdeling of op de ventilatorsnelheid, gaat de led
uit om aan te geven dat het systeem niet alle
functies meer automatisch regelt.
Uitschakeling van de compressor leidt alleen tot
uitschakeling van de automatische werking als het
systeem niet langer in staat is comfortabele
omstandigheden te garanderen (die afhankelijk zijn
van de ingestelde temperatuur).
BELANGRIJK Als het systeem de in de verschillende
zones van het interieur gevraagde ingestelde
temperaturen niet meer kan garanderen, dan gaat de
ingestelde temperatuur enkele seconden op het
display knipperen.
Druk op de AUTO-knop om de automatische
werking na een of meer handmatige instellingen te
herstellen.
MONO-KNOP
Druk op de MONO-knop (led op de knop brandt)
om de luchttemperatuur aan passagierszijde uit
te lijnen met die aan de bestuurderszijde.
Deze functie zorgt voor een eenvoudigere
temperatuurregeling wanneer de bestuurder de enige
inzittende is.
Gebruik de draaiknop L om de luchttemperatuur aan
passagierszijde in te stellen en terug te keren naar
de gescheiden regeling van de luchttemperatuur.
LUCHTRECIRCULATIE
De luchtrecirculatie kan op de volgende manieren
worden uitgevoerd:
geforceerde inschakeling (interne luchtrecirculatie
altijd aan), aangegeven door de led op knop B
;
geforceerde uitschakeling (luchtrecirculatie altijd
uit, luchtinlaat van buiten), aangegeven door het
uitgaan van de led op knop B
.
Geforceerde in-/uitschakeling kan gekozen worden
het indrukken van knop B
.
Wanneer de knop
wordt ingedrukt, schakelt het
systeem automatisch de interne luchtrecirculatie
in (de led op knop B
brandt)
Het blijft mogelijk om de recirculatie van de
buitenlucht in te schakelen (led op de knop is uit) en
andersom, door het indrukken van knop B
.
In de automatische werking wordt de recirculatie
automatisch geregeld afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden.
59
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER