Operation Manual

EXTRAVERWARMING
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Hiermee kan het interieur op koude dagen sneller
worden verwarmd.
De verwarming schakelt automatisch uit wanneer de
gewenste comfortsituatie wordt bereikt.
De extra verwarming wordt automatisch
ingeschakeld afhankelijk van externe
weersomstandigheden en met gestarte motor.
BELANGRIJK De verwarming werkt alleen bij lage
buitentemperatuur en lage
motorkoelvloeistoftemperatuur. De extra
verwarming wordt niet ingeschakeld als de
accuspanning te laag is.
BUITENVERLICHTING
De linkerhendel bedient de meeste soorten
buitenverlichting.
De buitenverlichting werkt uitsluitend als de
contactsleutel in de stand MAR staat.
Bij inschakeling van de buitenverlichting, worden het
instrumentenpaneel en verschillende
bedieningselementen op het dashboard verlicht.
DAGVERLICHTING (DRL)
"Dagverlichting (DRL"
(voor bepaalde versies/markten)
Met de sleutel in de stand MAR en de ring A fig. 45
in de stand O wordt de dagverlichting automatisch
ingeschakeld; de andere lichten en de
interieurverlichting blijven gedoofd.
fig. 45
F0Y0048
64
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER