Operation Manual

BELANGRIJK
De dagverlichting is een alternatief voor
het dimlicht in landen waar dit tijdens
het rijden overdag verplicht is, en is tevens
toegestaan in landen waar dit niet verplicht is.
BELANGRIJK
De dagverlichting mag het dimlicht niet
vervangen tijdens het rijden in het
donker en in tunnels. Het gebruik van de
dagverlichting wordt geregeld door de
wegenverkeerswetgeving van het land waar u
rijdt. Neem de wettelijke voorschriften in acht.
STADSLICHT EN DIMLICHT
Draai, met de contactsleutel in de stand MAR, de
ring A fig. 45 naar
. Als het dimlichten is
ingeschakeld, gaat de dagverlichting uit en worden
het stadslicht en het dimlicht ingeschakeld. Het
controlelampje
op het instrumentenpaneel gaat
branden.
Als de contactsleutel naar STOP wordt gedraaid of
wordt verwijderd en de ring A wordt van O naar
gedraaid, gaan het stadslicht en de
kentekenplaatverlichting branden.
Het controlelampje
op het instrumentenpaneel
gaat branden.
AUTOMATISCHE INSCHAKELING
KOPLAMPEN (AUTOLIGHT)
(Schemersensor)
(voor bepaalde versies/markten)
Deze op de voorruit geplaatste infrarood-ledsensor
detecteert samen met de regensensor de verschillen
in sterkte van het omgevingslicht op basis van de
lichtgevoeligheid die in het Setup-menu is ingesteld:
hoe hoger de gevoeligheid, des te minder buitenlicht
er nodig is om de buitenverlichting in te schakelen.
Inschakeling
De schemersensor wordt ingeschakeld wanneer de
ring A fig. 45 naar
wordt gedraaid. Op deze
manier gaan, afhankelijk van de sterkte van
het buitenlicht, het stadslicht en het dimlicht
automatisch branden.
Na de automatische inschakeling van de koplampen,
kunnen de mistlampen (voor bepaalde versies/
markten) en het mistachterlicht nog steeds
ingeschakeld worden. Wanneer de lichten
automatisch uitgeschakeld worden, worden ook de
mistlampen en de mistachterlichten (indien
ingeschakeld) uitgeschakeld. De volgende keer dat de
lichten automatisch ingeschakeld worden, moeten
de mistlampen handmatig ingeschakeld worden
(indien nodig).
Als de schemersensor actief is, is het niet mogelijk
om het grootlicht continu te laten branden, alleen
knipperen is toegestaan. Om het grootlicht continu
te laten branden, ring A op
draaien en de hendel
naar het stuurwiel trekken.
65
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER