Operation Manual

Uitschakeling van het systeem
Zet de draaischakelaar A op O om het systeem uit
te schakelen.
De uitschakeling van het systeem wordt aangegeven
door het uitgaan van het controlelampje
op
het instrumentenpaneel en, bij bepaalde versies, met
een bericht en het symbool
op het display.
Automatische uitschakeling van het systeem
Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld als
zich een storing in het systeem voordoet.
PLAFONDVERLICHTING
PLAFONDVERLICHTINGVOOR
Met de schakelaar A fig. 49 wordt de
plafondverlichting in- en uitgeschakeld.
Standen schakelaar A:
middelste stand: de lampjes C en E gaan aan/uit bij
het openen/sluiten van de portieren;
links ingedrukt (stand OFF): de lampjes C en E
blijven altijd gedoofd;
rechts ingedrukt (stand
): de lampjes C en D
blijven altijd ingeschakeld.
De verlichting gaat geleidelijk aan/uit.
Met schakelaar B wordt lampje C in- of
uitgeschakeld.
Met schakelaar D wordt lampje E in- of
uitgeschakeld.
fig. 49
F0Y0098
75
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER