Operation Manual

PLAFONDVERLICHTING ACHTER
Versies zonder schuifdak (of glazen dak)
Druk op het lampenglas A fig. 50 om het licht in/uit
te schakelen. De verlichting blijft enkele seconden
branden nadat de portieren zijn gesloten en gaat dan
automatisch uit.
De verlichting gaat in ieder geval uit wanneer de
contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid.
De verlichting gaat ook automatisch uit wanneer een
portier een paar minuten open wordt gelaten. Om
de verlichting weer in te schakelen, indien nodig, een
ander portier open of hetzelfde portier sluiten en
weer openen of op het lampenglas A drukken.
Versies met schuifdak (of met glazen dak)
Bij versies met schuifdak (of met glazen dak) zijn er
twee plafondlampjes A fig. 51 aan de zijkant (boven
de achterportieren).
Druk, om de lampjes in of uit te schakelen, op het +
teken op het lampenglas van het plafondlampje.
De plafondverlichting achter gaat ook aan wanneer
ook de plafondverlichting voor wordt ingeschakeld.
fig. 50
F0Y0101
fig. 51
F0Y0252
77
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER