Operation Manual

NOODVERGRENDELINGVOORPORTIER
PASSAGIERSZIJDE EN ACHTERPORTIEREN
Het voorportier aan passagierszijde en de
achterportieren zijn voorzien van een
vergrendelingssysteem wanneer er geen elektrische
stroom aanwezig is.
Ga hiervoor als volgt te werk:
draai de metalen baard van de sleutel in de stand
Afig. 75 (voorportier aan passagierszijde) of B
fig. 74 (achterportieren);
draai de sleutel rechtsom en haal hem uit het slot
AofB.
Om de werking van de portiersloten weer te
herstellen (alleen als de acculading hersteld is), als
volgt te werk gaan:
druk op de knop
van de afstandsbediening;
of
druk op de knop
deurvergrendeling/-
ontgrendeling op het dashboard;
of
steek de metalen baard van de contactsleutel in
het slot van het voorportier;
of
trek aan de binnenhandgreep van het portier.
Als bij ingeschakeld kinderslot en de
voorheen beschreven vergrendelingswijze
de binnenhandgreep van een
achterportier wordt bediend, lukt het niet om het
portier te openen, om het portier te openen
moet de handgreep aan de buitenkant gebruikt
worden. In geval van een noodvergrendeling wordt
de ont-/vergrendelknop
niet buiten werking
gesteld.
fig. 75
F0Y0110
93
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER