Operation Manual

NOODGEVALLEN
102
Monteer de slinger om de krik te
bedienen en hef de auto op totdat
het wiel enkele centimeters van de
grond is. Zorg voor voldoende
werkruimte bij het opkrikken om
schaafwonden aan uw hand door
contact met de grond te
voorkomen. Ook de bewegende
onderdelen van de krik (bouten en
scharnieren) kunnen verwondingen
veroorzaken: raak ze niet aan.
Reinig uw handen zorgvuldig als u
per ongeluk in contact komt met
het smeervet.
Zorg ervoor dat de contactvlakken
van het noodreservewiel schoon zijn
om het losraken van de wielbouten
te voorkomen.
Monteer het noodreservewiel door
een van de pennen van de naaf in
een van de openingen van het wiel
te laten vallen.
Draai de 4 wielbouten handvast
aan, draai aan de slinger van de krik
om de auto te laten zakken en
verwijder de krik.
Draai de bouten volledig vast door
ze kruislings aan te halen .
HET WIEL WEER
MONTEREN
32), 39)
Versies met stalen velgen
Zorg ervoor dat de contactvlakken
van het normale wiel en de naaf
schoon zijn om het losraken van de
wielbouten te voorkomen.
Monteer het normale wiel door de 4
wielbouten in de gaten te plaatsen
en ze handvast aan te draaien.
Monteer het geklemde wieldeksel
waarbij de sleuf moet samenvallen
met het ventiel.
Laat de auto zakken en verwijder de
krik.
Draai de wielbouten volledig vast
met de bijgeleverde sleutel.
Versies met lichtmetalen velgen
Plaats het wiel op de naaf en draai
de wielbouten met de bijgeleverde
sleutel vast.
Laat de auto zakken en verwijder de
krik.
Draai de wielbouten volledig vast
met de bijgeleverde sleutel.
Monteer de vastgeklemde naafdop,
en zorg er daarbij voor dat het
referentiegat op het wiel samenvalt
met de referentiepen op de naafdop.
BELANGRIJK: door een verkeerde
montage kan de naafdop tijdens het
rijden losraken.