Operation Manual

KENNISMAKING MET DE AUTO
10
LAMPJES EN MELDINGEN
31)
BELANGRIJKE INFORMATIE
BELANGRIJK Lampjes worden vergezeld van een specifiek bericht en/of een geluidssignaal, wanneer van
toepassing. Deze berichten zijn korte waarschuwingen en mogen vanwege hun beknopte karakter niet worden beschouwd
als volledig en/of een alternatie voor de informatie die is opgenomen in het Instructieboek. Het wordt daarom geadviseerd het
instructieboek altijd aandachtig te lezen.
Zie de informatie in dit hoofdstuk in de gevallen dat een storing wordt gemeld.
BELANGRIJK De storingen die op het display worden weergegeven, kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën:
ernstige storingen en minder ernstige storingen. Ernstige storingen worden langdurig herhaald weergegeven.
Minder ernstige storingen worden kort herhaaldelijk weergegeven. Druk op de knop MENU om in beide gevallen de
waarschuwingscyclus te stoppen. Het lampje op het instrumentenpaneel blijft branden tot de oorzaak van de storing is
verholpen.
ONVOLDOENDE REMVLOEISTOF – HANDREM AANGETROKKEN
Als de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid, gaat dit lampje branden. Na enkele seconden moet het doven.
Remvloeistofniveau te laag
Dit lampje gaat branden wanneer het remvloeistofniveau in het reservoir zich onder het minimumpeil bevindt, mogelijk door
een lek in het remcircuit. Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op het display.
Handrem aangetrokken
Het lampje gaat branden wanneer de handrem is aangetrokken.
Als de auto in beweging is, klinkt op sommige versies ook een geluidssignaal.
BELANGRIJK Als het lampje tijdens het rijden gaat branden, controleer dan of de handrem niet is aangetrokken.
STORING AIRBA
Als de sleutel naar de stand MAR is gedraaid, gaat het lampje branden. Na enkele seconden moet het doven.
Het lampje blijft continu branden als er een storing in het airbagsysteem is.
Op sommige versies wordt op het display een speciaal bericht weergegeven.
xx
¬¬