Operation Manual

ONDERHOUD EN ZORG
118
4321
5 109876
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
38) 21)
x 1000 km 75 15013512010590
BENZINE-/LPG-VERSIES
De controles vermeld in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema moeten, na het bereiken van 120.000 km/8 jaar, cyclisch
herhaald worden te beginnen vanaf het eerste interval, daarna dezelfde intervallen aanhouden als daarvoor.
60453015
Jaren









Conditie/slijtage banden controleren en bandenspanning,
indien nodig, herstellen; vervaldatum lading/toestand snelle
bandenreparatiekit kit controleren (voor bepaalde versies/markten)
Werking verlichtingssysteem (koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, bagageruimte, interieur, dashboardkastje,
lampjes instrumentenpaneel, enz.) controleren
De vloeistofniveaus controleren en eventueel bijvullen in de
motorruimte (1)
Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren
Gebruik de diagnosestekker om de werking van het brandstoftoevoer-/
motormanagementsysteem en de emissie te controleren;
en voor bepaalde versies/markten, de verslechtering van de motorolie
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van carrosserie,
bodemplaatbescherming, slangen en leidingen (uitlaat, brandstof- en
remsysteem en rubber elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers
voor/achter controleren (voor bepaalde versies/markten)
Werking van het ruitenwisser/-sproeiersysteem controleren en
zo nodig de sproeiers afstellen
Sloten van motorkap en achterklep op aanwezigheid van vuil
controleren, schoonmaken en mechanismen smeren.
1) Het bijvullen moet uitgevoerd worden met de in dit Instructieboek aangegeven vloeistoffen en alleen nadat gecontroleerd is dat het
systeem onbeschadigd is.