Operation Manual
155
(WORDT VERVOLGD)
PERSOONLIJKE VEILIGHEID
(VERVOLG)
• Let op bij het openen van de achterklep als er een imperiaal
gemonteerd is.
• Zorg ervoor dat de rugleuningen aan beide zijden goed zijn
vergrendeld om te voorkomen dat deze bij bruusk remmen
naar voren kunnen klappen en zo eventueel de inzittenden
kunnen verwonden.
14) IMPERIAAL/SKIDRAGER
• Neem altijd de wettelijke voorschriften inzake de maximale
afmetingen nauwlettend in acht.
• Overschrijd nooit het maximum toegestane draagvermogen;
zie hoofdstuk “Technische gegevens”.
• Verdeel de lading gelijkmatig en houd bij het rijden rekening
met een verhoogde zijwindgevoeligheid.
Controleer na een korte rit of de schroeven van de
bevestigingspunten nog goed zijn vastgedraaid.
• Verzeker u ervan, voordat u gaat rijden, dat de dwarsstangen
goed gemonteerd zijn.
15) ABS – ESC-SYSTEEM
• Het ABS benut zoveel mogelijk de beschikbare grip maar kan
deze niet verhogen. Rijd dus altijd voorzichtig op gladde
weggedeelten en neem geen onnodige risico’s.
• Wanneer het ABS in werking treedt en er trilling van het
rempedaal voelbaar is, haal uw voet dan niet van het rempedaal
maar houd het goed ingetrapt; zo zorgt het systeem voor de
kortste remweg afhankelijk van de conditie van het wegdek.
• Het ABS wordt ingeschakeld wanneer de griplimiet van de
banden op het wegoppervlak wordt bereikt: minder uw snelheid
op basis van de beschikbare grip.
• Een inrijperiode van circa 500 km is vereist om het beste uit
het remsysteem te halen: vermijd tijdens deze periode bruusk,
herhaaldelijk of langdurig remmen.
• De ABS-, ESC- en ASR-systemen kunnen niet de door het
wegdek geboden grip boven de limieten van de natuurkundige
wetten laten toenemen.
• De ABS-, ESC- en ASR-systemen kunnen geen ongelukken
voorkomen, waaronder ongelukken wegens overmatige snelheid in
bochten, rijden op wegdek met weinig grip of aquaplaning.
• De capaciteiten van de ABS-, ESC-, ASR- en HBA-systemen
mogen nooit op onverantwoorde en gevaarlijke wijze worden
uitgetest, waardoor de persoonlijke veiligheid en die van anderen
in gevaar komt.
• Bij het ingrijpen van de Mechanical Brake Assist kan geluid
hoorbaar zijn. Dit is een normaal verschijnsel. Houd in elk geval het
rempedaal goed ingetrapt.
•Wanneer alleen het controlelampje
x op het instrumentenpaneel
gaat branden (en voor bepaalde versies/markten tevens een
melding wordt weergegeven op het multifunctionele display), zet
dan de motor onmiddellijk af en neem contact op met het
dichtstbijzijnde Fiat Servicepunt. Vloeistoflekken uit het
hydraulische systeem brengen de werking van zowel het normale
remsysteem als het ABS in gevaar.
• De prestaties van het ESC- en het ASR-systeem mogen de
bestuurder nooit aanmoedigen om onnodige risico’s te nemen.
Uw rijstijl moet altijd aangepast zijn aan de wegcondities, het zicht
en het verkeer. De bestuurder is in elk geval verantwoordelijk voor
een veilige rijstijl.
• Ook als het noodreservewiel (daar waar aanwezig) wordt
gebruikt, blijven de ABS-, ASR- en ESC-systemen werken.
Onthoud altijd dat het noodreservewiel kleiner is dan een normale
band, waardoor het minder grip levert.
• Voor een goede werking van de ABS-, ESC- en ASR-systemen
is het van groot belang dat de banden van alle wielen van
hetzelfde merk en type zijn, dat ze in perfecte staat verkeren en
vooral van het aanbevolen type, merk en maat zijn.