Operation Manual
157
20) DOOR DE GEBRUIKER GEKOCHTE ACCESSOIRES
Let op bij het monteren van aanvullende spoilers, lichtmetalen
velgen of niet originele wieldeksels: deze kunnen namelijk de
ventilatie van de remmen beperken, wat de remefficiëntie tijdens
hard remmen, herhaald remmen en op lange afdalingen
beïnvloedt. Let erop dat de slag van de pedalen nergens door
wordt belemmerd (matten, enz.).
21) TANKE
• Breng geen open vuur of brandende sigaretten in de buurt van
de vulopening van de tank: brandgevaar. Kom niet te dicht met
uw gezicht bij de vulopening, om geen schadelijke dampen in te
ademen.
• De katalysator bereikt tijdens de normale werking zeer hoge
temperaturen. Parkeer het voertuig dus niet op licht ontvlambaar
materiaal (gras, droge bladeren, dennennaalden enz.).
• Maak geen gebruik van een mobiele telefoon in de buurt van de
benzinepomp: brandgevaar.
22) VEILIGHEIDSGORDELS – GORDELSPANNERS
• Druk tijdens het rijden niet op de knop om de veiligheidsgordel
te openen.
• Onthoud dat passagiers op de achterbank die geen gordel
dragen bij een ongeval blootgesteld worden aan een groot risico
en bovendien een gevaar opleveren voor de inzittenden voorin.
• De gordelspanner kan slechts één maal gebruikt worden.
Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk om de
gordelspanners te laten vervangen nadat ze in werking zijn
getreden.
(WORDT VERVOLGD)
PERSOONLIJKE VEILIGHEID
(VERVOLG)
De parkeersensoren dienen als hulp voor de bestuurder, die
echter nooit zijn aandacht mag laten verslappen tijdens
potentieel gevaarlijke manoeuvres, ook al worden ze met lage
snelheden verricht.
19) START&STOP-SYSTEEM
• Laat de accu uitsluitend vervangen door een Fiat
Servicepunt. Vervang de accu door een exemplaar van
hetzelfde type (HEAVY DUTY) en met identieke specificaties.
• Controleer alvorens de motorkap te openen of de motor is
afgezet en de contactsleutel in de stand STOP staat. Volg de
instructies op die zijn aangegeven op het plaatje op de
voorste traverse. Wij adviseren om de contactsleutel te
verwijderen als er zich nog inzittenden in de auto bevinden.
Alle inzittenden moeten uit de auto stappen nadat de
contactsleutel is uitgenomen of naar de STOP-stand is
gedraaid. Controleer tijdens het tanken of de motor is afgezet
en of de contactsleutel in de STOP-stand staat.
• Als bij modellen met een Dualogic-versnellingsbak de motor
automatisch op een helling is afgezet, dan moet hij gestart
worden door de keuzehendel naar + te verplaatsen of
zonder – het rempedaal los te laten.
Als bij modellen met een Dualogic versnellingsbak ook de Hill
Holder-functie aanwezig is, zal bij het stoppen op een helling
de motor niet automatisch afgezet worden, om deze functie
beschikbaar te stellen, die alleen werkt als de motor draait.
• Als een comfortabele temperatuur prioritair is, dan kan het
Start&Stop-systeem worden uitgeschakeld zodat de
klimaatregeling kan blijven werken.