Operation Manual

WAARSCHUWINGEN EN AANBEVELINGEN
160
Reis niet met voorwerpen op schoot of voor de borst en
houd niets in de mond (pijp, pen, etc.). Dit kan ernstig letsel
veroorzaken als de airbag in werking treedt.
Rijd altijd met de handen op de stuurwielrand zodat de
airbag indien nodig ongehinderd opgeblazen kan worden.
Rijd niet met voorover gebogen lichaam.
Ga goed rechtop zitten en steun tegen de rugleuning.
Laat na diefstal of poging tot diefstal van het voertuig,
vandalisme of overstromingen het airbagsysteem door het Fiat
Servicenetwerk controleren.
Als de ingebrachte contactsleutel in de stand MAR staat, ook
al is de motor afgezet, kunnen de airbags ook geactiveerd
worden als de stilstaande auto door een andere auto wordt
aangereden. Daarom mag, wanneer de passagiersairbag is
ingeschakeld, en ook al staat de auto stil, GEEN tegen de
rijrichting in gemonteerd kinderzitje op de voorstoel
gemonteerd worden.
Als bij een botsing de airbag wordt opgeblazen, kan dit leiden
tot ernstig letsel en zelfs tot de dood van het kind. Daarom
moet de passagiersairbag altijd uitgeschakeld worden als een
kinderzitje tegen de rijrichting in gemonteerd wordt op de
voorste passagiersstoel.
Bovendien moet de voorste passagiersstoel zo ver mogelijk
naar achteren zijn geschoven om te voorkomen dat het
kinderzitje eventueel in aanraking komt met het dashboard.
Schakel de passagiersairbag onmiddellijk weer in als het
kinderzitje is verwijderd.
Onthoud tevens dat als de sleutel in de stand STOP staat, bij
een ongeval geen enkel veiligheidssysteem (airbags of
gordelspanners) geactiveerd wordt. In dat geval duidt de
uitgebleven activering niet op een storing van het systeem.
Wanneer de contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid,
gaat het lampje
enkele seconden knipperen om eraan te
herinneren dat de passagiersairbag bij een botsing geactiveerd
wordt. Hierna moet het lampje doven.
Reinig de stoelen niet met water of stoom onder druk (maar
met de hand of in een automatisch wasapparaat).
De activeringsdrempel van de frontairbag is hoger dan die van
de gordelspanners. Bij aanrijdingen die tussen deze twee
drempelwaarden liggen, treden alleen de gordelspanners in
werking.
Hang geen harde voorwerpen aan de kledinghaken of de
steunhandgrepen.
De airbag vervangt niet de veiligheidsgordels, maar verhoogt
hun doeltreffendheid Omdat de frontairbags niet worden
ingeschakeld bij frontale botsingen bij lage snelheden, zijdelingse
botsingen, botsingen achterop en over de kop slaan, worden de
inzittenden in die gevallen uitsluitend door de veiligheidsgordels
beschermd, die dus altijd gedragen moeten worden.
26) DE MOTOR STARTE
Het is gevaarlijk om de motor in afgesloten ruimten te laten
draaien. De motor verbruikt zuurstof en produceert kooldioxide,
koolmonoxide en andere giftige gassen.
Onthoud dat de rembekrachtiging en de elektrische
stuurbekrachtiging niet werken zolang de motor niet is gestart,
waardoor meer kracht nodig is om het rempedaal en het stuur te
bedienen.
Als bij auto’s met een Dualogic-versnellingsbak tijdens het
starten van de motor geen versnelling is ingeschakeld, klinkt een
waarschuwingssignaal om de bestuurder op mogelijk gevaar te
wijzen omdat de versnellingsbak automatisch in de vrijstand gaat
staan.
(WORDT VERVOLGD)
PERSOONLIJKE VEILIGHEID
(VERVOLG)