Operation Manual
161
• Deze procedure moet uitgevoerd worden door
gekwalificeerd personeel aangezien onjuiste handelingen
kunnen leiden tot zeer sterke elektrische ontladingen.
Bovendien is accuvloeistof giftig en corrosief: vermijd contact
met huid en ogen. Houd open vuur en brandende sigaretten
uit de buurt van de accu en veroorzaak geen vonken.
• Verwijder alle metalen voorwerpen (bijv. ringen, horloges,
armbanden), die zouden kunnen leiden tot onbedoeld
elektrisch contact en daardoor ernstig letsel.
• Probeer nooit een bevroren accu op te laden: laat de accu
eerst ontdooien om ontploffing ervan te voorkomen.
Als de accu bevroren is geweest, moet door vakbekwaam
personeel worden gecontroleerd of de cellen niet beschadigd
zijn en of de behuizing geen scheuren vertoont, waardoor de
giftige en corrosieve vloeistof kan weglekken.
27) HANDREM
• De auto moet geblokkeerd zijn na enkele klikken van de
hendel; als dat niet het geval is, neem dan contact op met het
Fiat Servicenetwerk om te hendel af te laten stellen.
• Laat kinderen nooit zonder toezicht in de auto achter.
Verwijder altijd de contactsleutel als de auto wordt verlaten en
neem deze mee.
• In geval van parkeermanoeuvres op wegen met een helling,
moeten de voorwielen naar het trottoir worden gedraaid
(bij het parkeren op een helling omlaag), of in de
tegenovergestelde richting als het voertuig op een helling
omhoog is geparkeerd. Als de auto op een steile helling wordt
geparkeerd, blokkeer de wielen dan met wiggen of stenen.
28) GEBRUIK VAN DE HANDGESCHAKELDE
VERSNELLINGSBAK
Trap het koppelingspedaal helemaal in om op de juiste wijze te
schakelen. Daarom is het van fundamenteel belang dat er niets
onder het pedaal ligt: let erop dat de matten vlak liggen en dat ze
de slag van de pedalen niet hinderen.
29) AANHANGERS TREKKE
• Het ABS waarmee het voertuig is uitgerust heeft geen controle
over het remsysteem van de aanhanger. Wees daarom extra
voorzichtig tijdens het trekken van aanhangers op gladde wegen.
• Probeer nooit de remwerking van de aanhanger te beïnvloeden
door wijzigingen aan het remsysteem van de auto.
Het remsysteem van de aanhanger moet volledig onafhankelijk
zijn van het hydraulisch systeem van de auto.
30) WINTERBANDEN
De maximumsnelheid voor winterbanden met de indicatie
“Q” is 160 km/h, 190 km/h voor winterbanden met de indicatie
“T” en 210 km/h voor winterbanden met de indicatie “H”.
De snelheidsbeperkingen moeten echter altijd worden
gerespecteerd.
31) LAMPJES EN BERICHTEN
• Wanneer het lampje
x tijdens het rijden gaat branden (en bij
sommige versies een bericht op het display wordt weergegeven),
zet dan de motor onmiddellijk af en neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
• Als de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid en het lampje
¬ niet gaat branden of blijft branden tijdens het rijden, dan is er
mogelijk een storing in de veiligheidssystemen; in dat geval
kunnen de airbags of gordelspanners niet geactiveerd worden bij
een ongeval of, in een zeer beperkt aantal gevallen, onbedoeld
geactiveerd worden.
(WORDT VERVOLGD)
PERSOONLIJKE VEILIGHEID
(VERVOLG)