Operation Manual

166
PERSOONLIJKE VEILIGHEID
(VERVOLG)
Als de accu met een te laag vloeistofniveau werkt, kan hij
onherstelbaar beschadigd raken en zelfs ontploffen.
Als het voertuig langdurig gestald moet worden bij zeer lage
temperaturen, verwijder dan de accu en breng deze naar een
verwarmde plek, om bevriezing te voorkomen.
Draag altijd een speciale bril wanneer aan of in de buurt van de
accu wordt gewerkt.
39) WIELEN EN BANDE
Onthoud dat de wegligging van de auto in grote mate van een
juiste bandenspanning afhankelijk is.
Als de bandenspanning te laag is, kan de band oververhit raken
en als gevolg daarvan ernstig beschadigd raken.
Verwissel de banden niet kruiselings door de banden van de
rechterzijde aan de linkerzijde en omgekeerd te monteren.
Voer bij lichtmetalen velgen nooit spuitwerkzaamheden uit die
een temperatuur vereisen boven 150°C.
Dit kan de mechanische eigenschappen van de wielen in gevaar
brengen.
40) RUITENWISSER – ACHTERRUITWISSER
Rijden met versleten wisserbladen is bijzonder gevaarlijk,
doordat het zicht onder slechte weersomstandigheden wordt
beperkt.
Controleer als de ruit schoongemaakt moet worden of het
systeem uitgeschakeld is en of de startknop en de sleutel op
STOP staan.
41) INTERIEUR
Gebruik nooit ontvlambare producten zoals petroleum of
wasbenzine voor het reinigen van het interieur van het voertuig.
De elektrostatische lading die door het wrijven tijdens het reinigen
ontstaat, kan brand veroorzaken.
Wanneer de motor warm is, voorzichtig zijn bij
werkzaamheden in de motorruimte om brandwonden te
voorkomen.
Vergeet niet dat bij een warme motor de ventilator onverwacht
kan inschakelen: kans op verwonding. Sjaals, dassen of
andere loszittende kleding kunnen door de bewegende
onderdelen worden meegetrokken.
Het koelsysteem staat onder druk. Vervang, indien nodig, de
dop alleen door een origineel exemplaar om de werking van
het systeem niet negatief te beïnvloeden. Draai bij warme
motor de dop van het reservoir niet los: gevaar voor
brandwonden.
Rijd nooit met een leeg ruitensproeiervloeistofreservoir:
ruitensproeiers zijn van fundamenteel belang voor goed zicht.
Sommige in de handel verkrijgbare ruitensproeiervloeistoffen
zijn licht ontvlambaar. De motorruimte omvat warme
onderdelen die bij contact met de vloeistof brand kunnen
veroorzaken.
Remvloeistof is giftig en uiterst corrosief. Als er per ongeluk
remvloeistof gemorst wordt, moeten de betrokken delen
onmiddellijk worden gewassen met water en neutrale zeep.
Vervolgens met veel water afspoelen. In geval van inslikken
onmiddellijk een arts raadplegen.
Het symbool
π op het reservoir geeft aan dat een
synthetische remvloeistof moet worden gebruikt, dus geen
minerale remvloeistof. Het gebruik van minerale vloeistoffen
kan de speciale rubberen pakkingen in het remsysteem
onherstelbaar beschadigen.
Accuvloeistof is giftig en corrosief. Vermijd contact met huid
en ogen. Houd open vuur en bronnen van vonken uit de buurt
van de accu: brand- en ontploffingsgevaar.
AVVERTENZE E RACCOMANDAZIONI
(WORDT VERVOLGD)