Operation Manual
WAARSCHUWINGEN EN AANBEVELINGEN
170
(WORDT VERVOLGD)
13) DE MOTOR STARTEN EN AFZETTE
• Wij adviseren om gedurende de beginperiode niet de
maximale prestaties van de auto te eisen (bijv. snel accelereren,
lange afstanden op topsnelheid, krachtig remmen etc.).
• Laat de contactsleutel nooit in de stand MAR staan als de
motor is afgezet, zodat de accu niet onnodig wordt ontladen.
• Als het waarschuwingslampje
m na het starten of na
langdurig “aanzwengelen” 60 seconden knippert, duidt dit op
een defect van het voorgloeisysteem. Als de motor start, kan de
auto normaal gebruikt worden, maar moet men zo snel mogelijk
contact opnemen met het Fiat Servicenetwerk.
• Probeer de motor nooit te starten door de auto te duwen, te
slepen of van een helling af te laten rijden. Hierdoor kan
brandstof in de katalysator terechtkomen en kan deze
onherstelbaar beschadigen.
• Gebruik nooit een accusnellader om de motor te starten,
aangezien deze de elektronische systemen kan beschadigen,
met name de regeleenheden van de ontsteking en de inspuiting.
• Verbind de startkabel niet met de minklem (–) van de lege
accu. De afgegeven vonk kan explosie van de accu tot gevolg
hebben en ernstige schade veroorzaken.
Gebruik alleen het specifieke massapunt;
gebruik geen andere blootgestelde metalen onderdelen.
• Even snel gas geven voordat de motor wordt afgezet heeft
geen enkel nut, verspilt brandstof en is, vooral voor motoren
met turbocompressor, schadelijk.
14) GEBRUIK VAN DE VERSNELLINGSBAK:
HANDGESCHAKELD EN DUALOGI
• Rijd niet met de hand op de versnellingspook omdat de
uitgeoefende druk, hoe licht ook, na verloop van tijd slijtage aan
de interne onderdelen van de versnellingsbak kan veroorzaken.
• Neem in geval van een storing in de versnellingsbak zo snel
mogelijk contact op met het Fiat Servicenetwerk om het systeem
te laten controleren.
• Houd de hand niet langer op de versnellingspook dan strikt
noodzakelijk is voor het schakelen of voor de AUTO/MANUAL
bediening.
• Door onjuist gebruik van de peddels (peddels naar het
dashboard geduwd) kunnen de peddels afbreken.
• Om de werking van de koppeling te sparen mag men het
gaspedaal niet gebruiken om de auto stil te houden (bijv.:
bij stilstand op een helling); de koppeling kan dan oververhit en
beschadigd raken; gebruik in dit geval het rempedaal en bedien
het gaspedaal alleen als u gereed bent om weg te rijden.
• Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk als de berichten
op het display niet verdwijnen.
15) SNEEUWKETTINGEN
• Beperk de snelheid wanneer sneeuwkettingen zijn gemonteerd;
overschrijd nooit 50 km/h.
• Bedien bij gebruik van sneeuwkettingen het gaspedaal uiterst
zorgvuldig om het slippen van de aandrijfwielen, zoveel mogelijk,
te voorkomen. Dit kan ertoe leiden dat de sneeuwkettingen
breken, hetgeen schade aan de carrosserie van het voertuig of de
mechanische componenten kan veroorzaken.
• Vermijd kuilen, trottoirbanden en stoepen en rijd geen lange
stukken op sneeuwvrije wegen om de auto en het wegdek niet te
beschadigen.
16) STOPCONTACT
Het stopcontact is geschikt voor accessoires met een maximum
vermogen van 180 W (maximum stroomverbruik 15 A).
VEILIGHEID VAN DE AUTO
(VERVOLG)