Operation Manual
WAARSCHUWINGEN EN AANBEVELINGEN
172
(WORDT VERVOLGD)
23) PARAFLU
UP
Het motorkoelsysteem gebruikt het beschermende
antivriesmiddel PARAFLU
UP
.
Vul koelvloeistof bij met dezelfde kenmerken als de
koelvloeistof waarmee het koelsysteem reeds is gevuld.
PARAFLU
UP
mag niet met andere typen vloeistoffen worden
gemengd. Mocht dit toch gebeuren, start de motor dan in
geen geval en neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
24) ACCU VERVANGEN
Verkeerde installatie van elektrische en elektronische
apparatuur kan ernstige schade aan de auto toebrengen. Als
na aanschaf van de auto accessoires (alarmsysteem, enz.)
gemonteerd moeten worden, neem dan contact op met het
Fiat Servicenetwerk, dat de geschiktste apparaten weet aan te
raden en vooral kan beoordelen of een accu met een grotere
capaciteit nodig is.
25) PARKEERSENSOREN
• Voor een correcte werking van het systeem mogen de
sensoren nooit bevuild zijn met modder, vuil, sneeuw of ijs.
Zorg ervoor dat ze tijdens het reinigen niet gekrast of
beschadigd worden. Vermijd het gebruik van droge, ruwe of
harde doeken. De sensoren moeten met schoon water worden
gewassen, waaraan eventueel autoshampoo is toegevoegd.
In wasstraten met stoomreinigers of hogedrukreinigers moeten
de sensoren snel gewassen worden door de spuitmond op
minstens 10 cm van de sensoren te houden.
• Voor werkzaamheden aan de bumper in de buurt van de
sensoren, dient u zich uitsluitend tot het Fiat Servicenetwerk te
wenden. Werkzaamheden aan de bumper die niet goed
worden uitgevoerd, kunnen de werking van de sensoren in
gevaar brengen.
26) MOTOROLIE VERSLECHTER
Om motorschade te voorkomen, wordt geadviseerd de motorolie
te verversen wanneer het rode lampje
v knippert (of het gele
lampje
v blijft branden, voor bepaalde versies/markten).
Neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
27) CARROSSERI
• Vermijd wassen met rollen en/of borstels in autowasstraten.
Gebruik voor het wassen van het voertuig, uitsluitend met de
hand, pH-neutrale reinigingsmiddelen; afdrogen met een vochtige
zeem. Schuur- en/of polijstmiddelen mogen niet gebruikt worden
om het voertuig schoon te maken.
• Vogelpoep bevat bijzonder agressieve zuren en moet dus zo
snel en goed mogelijk verwijderd worden.
• Vermijd (indien mogelijk) om de auto onder bomen te parkeren;
verwijder plantaardige harsen onmiddellijk omdat deze, als ze
drogen, alleen verwijderd kunnen worden met schuur- en/of
polijstmiddelen die ten zeerste afgeraden zijn omdat ze de
karakteristieke matheid van de lak kunnen aantasten.
• Gebruik van een hogedrukreiniger wordt niet aanbevolen, maar
als er wel één wordt gebruikt, moet een minimale afstand van 40
cm worden bewaard en moet water op kamertemperatuur
worden gebruikt.
28) RUITEN
Gebruik geen onverdunde ruitensproeiervloeistof om de voorruit te
reinigen; verdun dit met minstens 50% water.
29) LPG
• De auto is uitgerust met een inspuitsysteem voor gasvormig
LPG dat speciaal ontworpen is voor deze auto: daarom is het
absoluut verboden de configuratie van het systeem of de
componenten ervan te wijzigen.
(VERVOLG)
VEILIGHEID VAN DE AUTO