Operation Manual

KENNISMAKING MET DE AUTO
28
Bestuurderszijde en
passagierszijde met
standgeheugen:
schuif de stoel naar achteren om hem
in de oorspronkelijke stand te zetten,
door op de rugleuning te drukken tot
de stoel blokkeert (beweging 4);
gebruik hendel D-fig. 14 (beweging 5)
om de rugleuning te ontgrendelen en
zet de rugleuning omhoog (beweging
6) totdat hij hoorbaar vergrendelt.
Passagierszijde zonder
standgeheugen: schuif de stoel naar
achteren om hem in de oorspronkelijke
stand te zetten, door op de rugleuning
te drukken tot de gewenste stand is
bereikt (beweging 4); gebruik hendel
D-fig. 14 (beweging 5) om de
rugleuning te ontgrendelen en zet de
rugleuning omhoog (beweging 6) totdat
hij hoorbaar vergrendelt.
14
DVDF0S015c
HOOFDSTEUNEN
3) 5)
VERSTELLING
Omhoog verstellen: breng de
hoofdsteun omhoog tot deze op zijn
plaats vastklikt.
Omlaag verstellen: druk op knop A
fig.15 en A fig.16 en breng de
hoofdsteun omlaag.
WAARSCHUWING Wanneer de
achterste zitplaatsen worden gebruikt,
moeten de hoofdsteunen altijd in de
gebruiksstand staan.
15
DVDF0S015c
16
DVDF0S015c