Operation Manual

43
ECO-FUNCTIE
(voor bepaalde versies/markten
Druk met de contactsleutel in de
stand MAR, op de ECO B-knop –
fig. 42 om de functie in te
schakelen. De aanduiding ECO
verschijnt op het display of er
wordt, afhankelijk van de versie, een
speciaal scherm weergegeven.
Bij geactiveerde functie, is de auto
ingesteld voor het rijden in de stad,
wat gekenmerkt wordt door een
lichter draaiend stuur (Dualdrive-
systeem ingeschakeld) en een lager
brandstofverbruik.
Druk nogmaals op de knop om de
functie uit te schakelen.
Deze functie blijft in het geheugen
opgeslagen: wanneer de auto opnieuw
wordt gestart, behoudt het systeem de
instelling die het vóór het afzetten van
de motor had.
SPORT-FUNCTIE
(voor bepaalde versies/markten
Druk met de contactsleutel in de
stand MAR, op de SPORT C-knop –
fig. 42 om de functie in te schakelen.
De aanduiding SPORT verschijnt op
het display of er wordt, afhankelijk
van de versie, een speciaal scherm
weergegeven.
Bij geactiveerde functie, is de auto
ingesteld voor sportief rijgedrag,
wat gekenmerkt wordt door een
sneller reactievermogen tijdens het
gasgeven en een zwaarder
draaiend stuurwiel voor een
bijpassende rijervaring.
Druk nogmaals op de knop om de
functie uit te schakelen.
WAARSCHUWING Wanneer de functie
is ingeschakeld, kan het stuur tijdens
het accelereren enigszins trillen, wat
kenmerkend is voor een sportieve
instelling.
ALARMKNIPPERLICHTEN
Druk op de knop fig. 43 om de lichten
in/uit te schakelen.
Als de alarmknipperlichten zijn
ingeschakeld, knipperen de
controlelampjes
Î
en
¥
.
BELANGRIJK Het gebruik van de
alarmknipperlichten wordt geregeld
door de wegenverkeerswetgeving van
het land waar u rijdt: neem de wettelijke
voorschriften in acht.
Noodremmen
Bij het remmen in noodsituaties gaan
de alarmknipperlichten automatisch
branden, evenals de controlelampjes
Î
en
¥
op het instrumentenpaneel.
De lichten gaan automatisch uit
wanneer het noodremmen ophoudt.
MISTLAMPEN/
MISTACHTERLICHTEN
(voor bepaalde versies/markten
Gebruik knop A fig. 44, met het
dimlicht ingeschakeld, als volgt om de
mistlampen/mistachterlichten in te
schakelen:
één keer drukken: mistlampen aan,
het controlelampje
5
op het
instrumentenpaneel gaat branden;
43
DVDF0S0180c