Operation Manual
KENNISMAKING MET DE AUTO
46
In enkele situaties zoals sportief rijden,
bijzondere omstandigheden van het
wegdek (bijv. ijs, sneeuw, onverharde
wegen) kan de signalering vertraagd
worden of kan het gelijktijdige
spanningsverlies van meer dan een
band slechts gedeeltelijk gedetecteerd
worden.
Onder speciale omstandigheden (bijv.
auto asymmetrisch beladen aan één
kant, trekken van een aanhanger,
beschadigde of versleten band,
montage van het noodreservewiel,
gebruik van de snelle
bandenreparatieset “Fix&Go”, gebruik
van sneeuwkettingen, verschillende
banden op de assen gemonteerd) kan
het systeem onjuiste indicaties geven
of tijdelijk uitgeschakeld zijn.
Als het systeem tijdelijk uitgeschakeld
is, knippert het waarschuwingslampje
n
ongeveer 75 seconden en blijft
daarna branden; tegelijkertijd wordt op
het display een speciaal bericht
weergegeven.
Deze aanduiding wordt ook
aangegeven na het afzetten en
opnieuw starten van de motor, als de
correcte bedrijfsomstandigheden niet
hersteld worden.
AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER
8)
Deze treedt in werking bij een botsing
en leidt tot het volgende:
❒ de brandstoftoevoer wordt
afgesloten waarna de motor wordt
afgezet
❒ de portieren worden automatisch
ontgrendeld
❒ de gehele interieurverlichting gaat
branden.
Wanneer het systeem in werking
treedt, verschijnt er een bericht op het
display.
WAARSCHUWING Controleer de auto
zorgvuldig op brandstoflekkage,
bijvoorbeeld in de motorruimte, onder
de auto of in de buurt van de tank.
Draai, na een botsing, de
contactsleutel op STOP om te
voorkomen dat de accu leegloopt.
Pomp, voordat de RESET-procedure
wordt uitgevoerd, de banden tot de
juiste bandenspanning op, vermeld in
de bandenspanningstabel (zie de
paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk
“Technische gegevens”).
Als de reset niet in alle bovenstaande
gevallen wordt uitgevoerd, kan het
waarschuwingslampje
n
verkeerde
aanduidingen over een of meer
banden geven.
Om de procedure RESET uit te
voeren, bij stilstaande auto en het
contact aan in de stand MAR het
menu Setup openen (zie de
beschrijving in paragraaf “Display”).
Na afronding van de resetprocedure
verschijnt op display het bericht “Reset
opgeslagen” wat aangeeft dat het
inleren is gestart.
Als het inleren van het ITPMS niet
correct wordt uitgevoerd, wordt het
bericht niet weergegeven.
BEDRIJFSOMSTAN-
DIGHEDEN
Het systeem is actief bij snelheden van
meer dan 15 km/h.