Operation Manual

79
BESCHERMINGS-
SYSTEMEN
INZITTENDEN
De belangrijkste veiligheidsuitrusting
van het voertuig omvat de volgende
beschermingssystemen:
veiligheidsgordels;
SBR-systeem (Seat Belt Reminder)
hoofdsteunen
kinderzitjes
voor- en zijairbags.
Lees de informatie vermeld op de
volgende pagina’s uiterst aandachtig
door. Het is van fundamenteel belang
dat de beschermingssystemen op de
juiste manier gebruikt worden om het
maximaal mogelijke veiligheidsniveau
voor de bestuurder en de passagiers te
garanderen.
Zie voor de verstelling van de
hoofdsteunen de paragraaf
“Hoofdsteunen” in het hoofdstuk
“Kennismaking met het voertuig”.
VEILIGHEIDSGORDELS
EN
GORDELSPANNERS
22) 12)
VEILIGHEIDSGORDELS
Gebruik van de veiligheidsgordels
De bestuurder moet zich aan alle
plaatselijke wettelijke voorschriften
houden met betrekking tot de
verplichting en de manier waarop de
gordel wordt gebruikt en moet er ook
voor zorgen dat andere inzittenden van
het voertuig deze voorschriften
naleven.
Leg de veiligheidsgordel altijd om
alvorens weg te rijden.
De veiligheidsgordel moet omgelegd
worden terwijl men goed rechtop, met
de rug tegen de rugleuning zit.
Steek voor de bevestiging van de
gordel tong A fig. 60 in gesp B, tot u
een klikgeluid hoort.
Als de gordel tijdens het uitrollen klemt,
laat hem dan een klein stukje inrollen
en trek hem zonder rukbewegingen
weer uit.
Druk op knop C fig. 60 om de gordel
los te maken.
Begeleid de gordel tijdens het
teruglopen, zodat hij niet draait. Via de
oprolautomaat past de gordel zich
automatisch aan het lichaam van de
passagier aan, waarbij voldoende
bewegingsvrijheid wordt gelaten.
60
DVDF0S041c
VEILIGHEID