Operation Manual

81
De activering hiervan kan herkend
worden aan de verkorting van de
metalen kabel.
Tijdens de werking van de
gordelspanner kan er een wat rook
ontsnappen. Deze rook is niet
schadelijk en duidt niet op
brandgevaar.
De gordelspanner behoeft geen
onderhoud of smering: elke
verandering van de oorspronkelijke
conditie zal de werking ervan
benadelen.
Als de gordelspanner door extreme
natuurlijke gebeurtenissen
(bijv. overstromingen, vloedgolven enz.)
met water en modder in contact is
geweest, dan moet hij worden
vervangen.
BELANGRIJK Voor een maximale
bescherming door de gordelspanners
moet de veiligheidsgordel zo worden
omgelegd dat hij goed op borst en
bekken aansluit.
KRACHTBEGRENZERS
Voor een nog betere bescherming van
de inzittenden bij een ongeval, zijn de
oprolautomaten van de gordels
voorzien van een krachtbegrenzer die
bij een frontale aanrijding de
piekbelasting op de borst en
schouders beperken.
BELANGRIJKE
ALGEMENE INFORMATIE
VOOR HET GEBRUIK
VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder moet zich aan alle
plaatselijke wettelijke voorschriften
houden met betrekking tot de
verplichting en de manier waarop de
gordel wordt gebruikt en moet er ook
voor zorgen dat andere inzittenden van
het voertuig deze voorschriften
naleven.
Leg de veiligheidsgordel altijd om
alvorens weg te rijden.
Ook zwangere vrouwen moeten de
veiligheidsgordel omleggen: voor
zwangere vrouwen en het ongeboren
kind wordt het risico op verwondingen
bij een ongeval fors ingeperkt als de
gordel wordt gedragen.
Natuurlijk moeten zwangere vrouwen
wel het onderste deel van de gordel
lager omleggen, zodat de gordel over
het bekken en onder de buik komt (zie
fig. 61). Naar gelang de zwangerschap
verder gevorderd is, moet de
bestuurder zowel de stoel als het
stuurwiel zodanig verstellen dat
volledige controle over het voertuig
mogelijk is (pedalen en stuurwiel
moeten gemakkelijk bereikbaar zijn).
De maximale speling tussen de buik en
het stuurwiel moet aangehouden
worden. Zorg dat de gordelband nooit
gedraaid is. Het bovenste
gordelgedeelte moet over de schouder
en schuin over de borst liggen. Het
onderste gordelgedeelte moet over het
bekken en dus niet over de buik liggen.
Gebruik nooit voorwerpen
(wasknijpers, klemmen enz.) die een
goede aansluiting van de gordel op het
lichaam verhinderen fig. 62.
61
DVDF0S042c
62
DVDF0S043c