Operation Manual

89
FRONTAIRBAGS
De frontairbags voor
bestuurder/passagier en de knie-
airbag voor de bestuurder (voor
bepaalde versies/markten)
beschermen de inzittenden op de
voorstoelen in het geval van
middelzware/zware frontale botsingen,
door de airbag tussen de inzittende en
het stuurwiel of het dashboard op te
blazen.
Als de airbags niet worden opgeblazen
bij andere soorten botsingen
(botsingen opzij, achterop, over de kop
slaan enz.), wijst dit niet op een storing
van het systeem.
In geval van een frontale botsing wordt
de airbag opgeblazen door een
elektronische regeleenheid.
Het kussen blaast onmiddellijk op
tussen de inzittende voorin en het
stuurwiel of het dashboard, waardoor
het lichaam van de inzittende wordt
opgevangen en de kans op
verwondingen wordt beperkt. Na het
opblazen loopt de airbag ook direct
weer leeg.
De frontairbags zijn geen vervanging
voor de veiligheidsgordels, maar een
aanvulling. Draag dus altijd
veiligheidsgordels, zoals trouwens bij
de wet voorgeschreven is in alle
Europese landen en de meeste landen
daarbuiten.
Bij een botsing kunnen degenen die
geen veiligheidsgordel dragen, in
contact komen met een airbag die nog
niet volledig opgeblazen is. Onder deze
omstandigheden wordt de inzittende
minder door de airbag beschermd.
De frontairbags (bestuurder, passagier,
knie-airbag bestuurder) zijn ontworpen
en gekalibreerd om de passagiers op
de voorstoel die een veiligheidsgordel
dragen, te beschermen.
Als de airbags volledig zijn opgeblazen,
beslaat het volume daarvan het
grootste gedeelte van de ruimte tussen
het stuurwiel en de bestuurder, tussen
de onderste afschermkap en de knieƫn
aan de passagierszijde en tussen het
dashboard en de passagier.
Bij lichte frontale botsingen (waarbij de
bescherming van de omgelegde gordel
volstaat) worden de airbags niet
opgeblazen.
Veiligheidsgordels moeten dus altijd
gedragen worden. Bij een frontale
aanrijding zorgen de veiligheidsgordels
ervoor dat de inzittenden in de juiste
stand worden gehouden.