Operation Manual

160
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
draai de wielbouten helemaal los en
trek vervolgens het wiel los;
zorg ervoor dat de boutgaten en alle
contactvlakken van het reservewiel
schoon zijn en geen onzuiverheden
bevatten, omdat hierdoor na verloop
van tijd de wielbouten kunnen loslo-
pen;
fig. 6
F0M0395m
waarschuw eventuele omstanders dat
de auto wordt opgekrikt; zorg ervoor
dat ze zich niet in de nabijheid van de
auto bevinden en de auto vooral niet
aanraken totdat deze weer geheel op
de grond staat;
plaats de slinger R-fig. 6 in de krik en
krik de auto omhoog, totdat het wiel
enige centimeters los van de grond is;
draai met de bijgeleverde sleutel L-fig. 5
de wielbouten ongeveer een slag los;
schud bij uitvoeringen met lichtmetalen
velgen enige malen aan de bovenkant
van de carrosserie, waardoor de velg los
van de wielnaaf kan komen;
draai de krik M-fig. 6 omhoog, zodat
de inkeping N aan de bovenzijde van
de krik op de juiste wijze om het pro-
fiel P onder de carrosserie valt bij
punt Q (op ongeveer 72 cm van het
midden van de wielkuip voor of op 75
cm van het midden van de wielkuip
achter);
fig. 5
F0Q0394m