F I I A N S B T T R U 603.81.
001-022 BRAVO NL 14-12-10 08:40 Pagina 1 Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Bravo. Wij hebben dit boek samengesteld om u de kwaliteiten van deze auto volledig te laten benutten. Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat rijden. Dit instructieboek bevat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen helpen de technische kwaliteiten van uw Fiat volledig te benutten.
001-022 BRAVO NL 14-12-10 08:40 Pagina 2 ABSOLUUT LEZEN! BRANDSTOF TANKEN K Benzinemotoren: tank uitsluitend loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON die voldoet aan de Europese specificatie EN 228. Dieselmotoren: tank uitsluitend diesel voor motorvoertuigen conform de Europese specificatie EN590. Het gebruik van andere producten of mengsels kan de motor onherstelbaar beschadigen en het vervallen van de garantie tot gevolg hebben.
001-022 BRAVO NL 14-12-10 08:40 Pagina 3 ELEKTRISCHE APPARATUUR Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren die stroom verbruiken (waardoor de accu langzaam kan ontladen), wendt u dan tot het Fiat Servicenetwerk, dat kan controleren of de elektrische installatie van de auto geschikt is voor het extra stroomverbruik. CODE card (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Bewaar deze op een veilige plaats. Gebruik de code-card voor het eventueel aanvragen van duplicaatsleutels.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-022 BRAVO NL 14-12-10 08:40 Pagina 4 4 DASHBOARD EN BEDIENING DASHBOARD ..................................................................... 5 INSTRUMENTENPANEEL ............................................... 6 SYMBOLEN .......................................................................... 8 FIAT CODE ......................................
DASHBOARD ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsorganen, de instrumenten en de controle-/waarschuwingslampjes kunnen per uitvoering verschillen. DASHBOARD EN BEDIENING 001-022 BRAVO NL 14-12-10 08:40 Pagina 5 ALFABETISCH REGISTER 1. Luchtrooster voor lucht naar de zijruiten - 2. Verstel- en regelbaar luchtrooster - 3. Bedieningshendel buitenverlichting 4. Instrumentenpaneel - 5.
INSTRUMENTENPANEEL Uitvoeringen met multifunctioneel display A Snelheidsmeter B Brandstofmeter met waarschuwingslampje brandstofreserve VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-022 BRAVO NL 14-12-10 08:40 Pagina 6 D Toerenteller E Multifunctioneel display. F0Q0604m fig.
001-022 BRAVO NL 14-12-10 08:40 Pagina 7 DASHBOARD EN BEDIENING Uitvoeringen met instelbaar multifunctioneel display A Snelheidsmeter VEILIGHEID B Brandstofmeter met waarschuwingslampje brandstofreserve D Toerenteller E Instelbaar multifunctioneel display. F0Q0612m NOODGEVALLEN fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-022 BRAVO NL 14-12-10 08:40 Pagina 8 8 SYMBOLEN FIAT CODE Op of in de nabijheid van enkele onderdelen van uw auto zijn specifieke, gekleurde plaatjes aangebracht met daarop symbolen die uw aandacht vragen en die voorzorgsmaatregelen aangeven die u in acht moet nemen als u met het betreffende onderdeel te maken krijgt.
Draai in dat geval de sleutel in stand STOP en vervolgens in stand MAR; als de motor geblokkeerd blijft, probeer dan nogmaals de motor te starten met een van de andere geleverde sleutels. Als de motor nog niet aanslaat, wendt u dan tot het Fiat Servicenetwerk. Bij krachtige stoten kunnen de elektronische componenten in de sleutel beschadigd worden.
DE SLEUTELS Samen met de sleutels hebt u een CODE-card fig. 7 ontvangen, die bij aanvraag van duplicaatsleutels aan het Fiat Servicenetwerk moet worden overlegd. BELANGRIJK Om schade aan de elektronische schakelingen in de sleutels te voorkomen, mogen de sleutels niet aan directe zonnestraling worden blootgesteld.
De sleutel is uitgerust met een metalen baard A-fig. 9 en dient voor: ❒ het start-/contactslot ❒ de portiersloten ❒ het ver-/ontgrendelen van het tankklepje ❒ het safe lock-systeem (alleen uitschakelen - indien aanwezig) Als u op de knop B drukt, wordt de metalen baard in-/uitgeklapt. Als onbedoeld het vergrendelknopje Á vanuit het interieur wordt ingedrukt en u de auto verlaat, worden uitsluitend de gebruikte portieren ontgrendeld; de achterklep blijft vergrendeld.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-022 BRAVO NL 14-12-10 08:40 Pagina 12 12 Portieren en achterklep vergrendelen Achterklep op afstand ontgrendelen Druk kort op de knop Á: voor het op afstand vergrendelen van de portieren en de achterklep.
001-022 BRAVO NL 14-12-10 08:40 Pagina 13 ❒ druk op de knop A en klap de metalen baard B uit; ❒ draai de schroef C in stand : m.b.v. een kleine schroevendraaier; ❒ trek de batterijhouder D naar buiten en vervang de batterij E; let daarbij goed op de polariteit; ❒ plaats de batterijhouder D in de sleutel en draai de schroef C in stand ;. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN NOODGEVALLEN Ga voor het vervangen van de batterij als volgt te werk: Lege batterijen zijn schadelijk voor het milieu.
fig. 13 ❒ ver-/ontgrendelknop fig. 13 van de portieren op het centrale schakelaarpaneel; ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG LAMPJES EN BERICHTEN SAFE LOCK-SYSTEEM (indien aanwezig) Dit veiligheidssysteem verhindert de werking van: 14 ATTENTIE Als het safe lock-systeem is ingeschakeld, kunnen de portieren op geen enkele wijze van binnenuit worden geopend. Controleer daarom, voordat u de auto verlaat, of er geen personen meer aan boord zijn.
Hieronder worden alle met de sleutel in te schakelen functies samengevat (met en zonder afstandsbediening): Sluiten ruiten Safe lock (indien aanwezig) Openen achterklep Sleutel linksom draaien (bestuurderszijde) of rechtsom (passagierszijde) (indien aanwezig) – – – – Sleutel linksom draaien (bestuurderszijde) of rechtsom Sleutel rechtsom draaien (bestuurderszijde) of linksom – – – – Knop Ë kort indrukken Knop Á kort indrukken Knop Ë langer dan 2 seconden indrukken Knop Á langer dan 2 second
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-022 BRAVO NL 14-12-10 08:40 Pagina 16 16 DIEFSTALALARM (indien aanwezig) Het diefstalalarm vormt een aanvulling op de hiervoor beschreven functies van de afstandsbediening en wordt bediend door een ontvanger die zich nabij de zekeringenkast onder het dashboard bevindt.
Schakel in dit geval het diefstalalarm uit door de knop Ë in te drukken, controleer of de portieren, de motorkap en de achterklep goed gesloten zijn en schakel het alarm opnieuw in met de knop Á. Als de portieren en de motorkap niet goed gesloten zijn, worden ze niet door het diefstalalarm gecontroleerd. ❒ u hoort twee korte akoestische signalen („BIEP’s”); ❒ de portieren worden ontgrendeld.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-022 BRAVO NL 14-12-10 08:40 Pagina 18 18 VOLUMETRISCHE BEWAKING/ KANTELBEVEILIGING ALARM BUITEN GEBRUIK STELLEN Voor een correcte werking van de beveiliging moeten de ruiten en het eventuele open dak geheel gesloten zijn. Als u het diefstalalarm buiten gebruik wilt stellen (bijv.
Het contactslot is voorzien van een herstartbeveiliging. Als de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleutel terugdraaien in stand STOP en nogmaals starten. ATTENTIE Als het start-/contactslot is geforceerd (bijv. bij een poging tot diefstal) moet u, voordat u weer met de auto gaat rijden, de werking van het slot laten controleren bij het Fiat Servicenetwerk.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-022 BRAVO NL 14-12-10 08:40 Pagina 20 20 INSTRUMENTEN De achtergrondkleur en de vormgeving van de instrumenten kunnen per uitvoering verschillen. SNELHEIDSMETER fig. 17 Geeft de snelheid van de auto aan.
fig. 19 Rijd niet met een bijna lege brandstoftank om beschadiging van de katalysator te voorkomen. KOELVLOEISTOFTEMPERATUURMETER BELANGRIJK Als de wijzernaald op de indicatie E staat en het waarschuwingslampje A knippert, dan is er een storing in het systeem. Wendt u in dit geval tot het Fiat Servicenetwerk om het systeem te laten controleren. De wijzer geeft de temperatuur aan van de motorkoelvloeistof, zodra de koelvloeistoftemperatuur hoger wordt dan ongeveer 50°C.
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY fig. 20 BEGINSCHERM fig. 20 (uitvoeringen zonder Start&Stop) BEGINSCHERM fig.
Het menu bestaat uit een aantal functies dat “cyclisch” wordt weergegeven. De functies kunnen met de knoppen ▲ en ▼ worden gekozen, waarna u keuzemogelijkheden kunt selecteren of instellingen (setup) kunt uitvoeren. Bij enkele onderdelen (Tijd en Meeteenheid instellen) is er een submenu. Het setup-menu kan worden geactiveerd door de knop MODE kort in te drukken.
Voorbeeld: Dag English Deutsch Italiano Nederlands Español Français Om vanuit het beginscherm te kunnen navigeren, moet u kort op de knop MODE drukken. Druk op de knop ▲ of ▼ om in het menu te navigeren. Opmerking Als de auto rijdt, is om veiligheidsredenen alleen een beperkt menu toegankelijk: instellingen “Verl.” en “Beep snelheid”. Als de auto stilstaat is het uitgebreide menu toegankelijk.
023-037 BRAVO NL 14-12-10 09:08 Pagina 25 DASHBOARD EN BEDIENING INSTELBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY F0Q0041m fig. 25 F0Q0643m NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN Als u de contactsleutel in stand MAR draait, wordt op het beginscherm van het display de datum fig. 23 of de turbodruk fig. 24 weergegeven, afhankelijk van de instelling in het menuonderdeel “Eerste pagina” (“Datum” of “Info motor”). BEDIENINGSKNOPPEN fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 023-037 BRAVO NL 14-12-10 09:08 Pagina 26 26 Opmerking Bij de knoppen ▲ en ▼ hangt de werking van het volgende af: – binnen het menu kunt u het menu naar boven of beneden doorlopen; – tijdens het instellen kunt u de waarde verhogen of verlagen.
Als de auto is uitgerust met het Radio-/ navigatiesysteem, kunt u op het display van het instrumentenpaneel uitsluitend de volgende functies regelen/instellen: “Verlichting”, “Beep Snelheid”, “Schemersensor” (indien aanwezig), “Buzz. gordels” en “Bag passagier”. De andere functies worden weergegeven op het display van het Radio-/navigatiesysteem, waarmee deze functies ook kunnen worden geregeld/ ingesteld.
LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 023-037 BRAVO NL 14-12-10 09:08 Pagina 28 Voorbeeld: Om vanuit het beginscherm te kunnen navigeren, moet u kort op de knop MODE drukken. Druk op de knop ▲ of ▼ om in het menu te navigeren. Opmerking Als de auto rijdt, is om veiligheidsredenen alleen een beperkt menu toegankelijk: instellingen “Verl.” en “Beep snelheid”. Als de auto stilstaat is het uitgebreide menu toegankelijk.
– druk kort op de knop MODE; op het display knippert het eerder ingestelde niveau; – druk op knop ▲ of ▼ om de lichtsterkte in te stellen; – druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. – druk kort op de knop MODE; op het display verschijnt het opschrift (Beep Snelh.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 023-037 BRAVO NL 14-12-10 09:08 Pagina 30 30 Schemersensor (Gevoeligheid schemersensor automatisch inschakelende koplampen instellen) (indien aanwezig) Met deze functie kunnen de koplampen automatisch in- en uitschakelen afhankelijk van de sterkte van het buitenlicht.
– druk nogmaals lang op de knop MODE om terug te keren naar het beginscherm of het hoofdmenu, afhankelijk van waar u zich in het menu bevindt. – druk kort op de knop MODE; op het display knippert de “maand”; – druk kort op de knop MODE; op het display knippert de “dag”; – druk op de knop ▲ of ▼ om de instelling uit te voeren. Opmerking Elke keer als u de knop ▲ of ▼ indrukt, wordt de waarde een eenheid verhoogd of verlaagd. Als u de knop ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door of terug.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 023-037 BRAVO NL 14-12-10 09:08 Pagina 32 32 Zie radio (Herhaling informatie audiosysteem) Autoclose (Centrale portiervergrendeling bij rijdende auto) Met deze functie kan op het display de informatie over de autoradio worden weergegeven.
Druk na het uitvoeren van de instelling kort op de knop MODE om terug te keren naar het scherm van het submenu of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het scherm van het hoofdmenu zonder op te slaan. – druk nogmaals lang op de knop MODE om terug te keren naar het beginscherm of het hoofdmenu, afhankelijk van waar u zich in het menu bevindt.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 023-037 BRAVO NL 14-12-10 09:08 Pagina 34 34 Volume toetsen (Volumeregeling knopbediening) Service (Geprogrammeerd onderhoud) Het akoestische signaal dat klinkt bij het indrukken van de knoppen MODE, ▲ en ▼ kan worden ingesteld op 8 niveaus.
– selecteer door het indrukken van de knop ▲ of ▼ (Ja) (voor bevestiging van de inschakeling/uitschakeling) of (Nee) (om te annuleren); – druk kort op de knop MODE; er verschijnt een bevestiging van de gekozen instelling en er wordt teruggekeerd naar het menuscherm of, wanneer de knop even ingedrukt wordt gehouden, naar het beginscherm zonder op te slaan.
Met deze functie kan de werking van de “Cornering lights” worden in- of uitgeschakeld (zie de beschrijving in de paragraaf “Buitenverlichting”).
Reistijd Geeft de verstreken tijd aan vanaf het begin van een nieuwe rit. Bedieningsknop TRIP fig. 26b Met de knop TRIP, op de rechter hendel, krijgt u, als de contactsleutel in stand MAR staat, toegang tot de hiervoor beschreven gegevens en kunnen de gegevens op nul worden gezet om een nieuwe rit te beginnen: – kort indrukken voor weergave van de verschillende gegevens; – even ingedrukt houden voor het op nul zetten (reset) en het beginnen van een nieuwe rit.
ZITPLAATSEN De stoffen bekleding van uw auto is langdurig bestand tegen slijtage bij een normaal gebruik van de auto. Hevig en/of langdurig wrijven met kledingaccessoires zoals metalen gespen, sierknopen en klittenbandsluitingen, moet echter absoluut worden vermeden omdat hierdoor grote druk ontstaat op een bepaalde plek op de bekleding, waardoor deze plek kan slijten en de bekleding beschadigd wordt. VOORSTOELEN MET HANDBEDIENDE VERSTELLING fig.
038-057 BRAVO NL 14-12-10 09:33 Pagina 39 DASHBOARD EN BEDIENING De bedieningsknoppen voor de stoelinstelling zijn: Multifunctionele knop A: Na het openen van een voorportier, kunt u de stoel aan de zijde van het portier gedurende ongeveer 3 minuten verstellen, of totdat het portier gesloten wordt. F0Q0013m Stoelverwarming (indien aanwezig) fig. 29 Druk met de sleutel in stand MAR op de knoppen C om de functie in of uit te schakelen. Bij inschakeling gaat het lampje op de knop branden.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 038-057 BRAVO NL 14-12-10 09:33 Pagina 40 40 HOOFDSTEUNEN VOOR Deze zijn in hoogte verstelbaar en vergrendelen automatisch in de gewenste stand. ❒ omhoog verplaatsen: trek de hoofdsteun omhoog totdat deze hoorbaar vergrendelt. ❒ omlaag verplaatsen: druk op de knop A-fig. 30 en duw de hoofdsteun omlaag.
Dit kan zowel axiaal als verticaal versteld worden. BINNENSPIEGEL Ontgrendel de hendel A-fig. 32 door de hendel naar het stuur te trekken; plaats vervolgens het stuur in de gewenste stand en vergrendel het stuur door de hendel A geheel naar voren te drukken. staat. F0Q0659m ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN fig.
STARTEN EN RIJDEN BUITENSPIEGELS Elektrische verstelling Spiegel handmatig inklappen De elektrische verstelling van de buitenspiegels is alleen mogelijk als de contactsleutel in stand MAR staat. Ga als volgt te werk: ❒ met de schakelaar A-fig. 35 kiest u welke spiegel u wilt verstellen (links of rechts); ❒ druk voor het verstellen van de spiegel de joystick B in een van de vier richtingen. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN fig.
KLIMAATREGELING TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID F0Q0668m DASHBOARD EN BEDIENING 038-057 BRAVO NL 14-12-10 09:33 Pagina 43 1. Vast luchtrooster boven voor ontwaseming of ontdooiing van de voorruit - 2. Regelbaar luchtrooster in het midden - 3. Vaste luchtroosters voor ontwaseming of ontdooiing van de zijruiten - 4. Verstel- en regelbare luchtroosters aan de zijkanten 5. Onderste luchtroosters - 6.
fig. 38 F0Q0626m NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 038-057 BRAVO NL 14-12-10 09:33 Pagina 44 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG fig. 39 44 F0Q0625m UITSTROOMOPENINGEN EN VERSTELBARE LUCHTROOSTERS AAN DE ZIJKANTEN fig. 38-39 A - Vast luchtrooster voor de zijruiten. B - Draaiknop voor de luchtopbrengst: ç = geheel dicht O = geheel open. C - Regelschuif voor het richten van de luchtstroom. fig. 40 F0Q0627m fig.
038-057 BRAVO NL 14-12-10 09:33 Pagina 45 DASHBOARD EN BEDIENING VERWARMING EN VENTILATIE VEILIGHEID BEDIENINGSKNOPPEN fig. 42 A: draaiknop voor regeling van de luchttemperatuur (menging van warme/ koude lucht) STARTEN EN RIJDEN B: drukknop voor in-/uitschakelen achterruitverwarming C: draaiknop voor inschakelen aanjager fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 038-057 BRAVO NL 14-12-10 09:33 Pagina 46 46 Beslaan van de ruiten voorkomen Als het buiten extreem vochtig is en/of bij regen en/of bij grote verschillen in interieur- en buitentemperatuur, raden wij u de volgende procedure aan om het beslaan van de ruiten te voorkomen: ❒ schakel de luchtrecirculatie uit (lampje op de knop T gedoofd); ❒ draai de knop A i
038-057 BRAVO NL 14-12-10 09:33 Pagina 47 VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING AIRCONDITIONING, HANDBEDIEND (indien aanwezig) BEDIENINGSKNOPPEN fig. 43 STARTEN EN RIJDEN A: draaiknop voor regeling van de luchttemperatuur (menging van warme/koude lucht) B: drukknop voor in-/uitschakelen achterruitverwarming fig.
SNELLE ONTWASEMING/ ONTDOOIING VOORRUIT EN ZIJRUITEN VOOR Ga als volgt te werk: ❒ druk op de knop ❄; ❒ draai de knop A geheel naar rechts; ❒ draai de knop C in stand -; STARTEN EN RIJDEN Nadat de ruiten ontwasemd/ontdooid zijn, kan een stand gekozen worden waarbij het zicht en het comfort optimaal blijven. Beslaan van de ruiten voorkomen ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG ❒ schakel de luchtrecirculatie uit (lampje op de knop T gedoofd).
BELANGRIJK Met de recirculatiefunctie kunnen, afhankelijk van de werking van het systeem („verwarming” of “koeling”), de gewenste omstandigheden sneller bereikt worden. Het is echter niet raadzaam deze functie in te schakelen op regenachtige of koude dagen, omdat dan de ruiten aan de binnenzijde aanzienlijk sneller kunnen beslaan, vooral als de airconditioning niet is ingeschakeld. ❒ druk op de knoppen ❄ en T (lampjes op de knoppen branden).
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 038-057 BRAVO NL 14-12-10 09:33 Pagina 50 50 AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING MET GESCHEIDEN REGELING (indien aanwezig) BESCHRIJVING De auto is uitgerust met een airconditioning met gescheiden luchttemperatuurregeling voor bestuurders- en passagierszijde.
Tijdens de automatische werking van de airconditioning verschijnt op het display de mededeling FULL AUTO. ❒ inschakelen aircocompressor. ATTENTIE Bij lage buitentemperaturen raden wij u aan om de recirculatiefunctie niet te gebruiken, omdat hierdoor de ruiten sneller kunnen beslaan. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN waarbij alle voorafgaande handmatige instellingen worden opgeheven.
REGELING AANJAGERSNELHEID Druk op de knop p voor het verhogen/ verlagen van de aanjagersnelheid. Er kunnen 12 snelheden worden gekozen die worden weergegeven door de staafjes op het display: ❒ maximum aanjagersnelheid = alle staafjes verlicht De aanjager kan worden uitgeschakeld (geen enkel verlicht staafje), maar alleen als u de aircocompressor hebt uitgeschakeld met de knop ❄.
❒ handmatig ingeschakeld (recirculatie altijd ingeschakeld); het lampje op de knop T brandt. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN BELANGRIJK Met de recirculatiefunctie kunnen, afhankelijk van de werking van het systeem („verwarming” of “koeling”), de gewenste omstandigheden sneller bereikt worden. Het is echter niet raadzaam deze functie in te schakelen op regenachtige of koude dagen, omdat dan de ruiten aan de binnenzijde aanzienlijk sneller kunnen beslaan, vooral als de airconditioning niet is ingeschakeld.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 038-057 BRAVO NL 14-12-10 09:33 Pagina 54 54 SYNCHRONISATIE VAN INGESTELDE TEMPERATUREN (functie MONO) Als u de knop MONO indrukt, wordt de temperatuur aan bestuurders- en passagierszijde automatisch gelijkgesteld. Draai aan de knop AUTO of MONO voor het verhogen/verlagen van de temperatuur aan beide zijden.
midden en aan de zijkant van het dashboard, het luchtrooster achter en de luchtroosters voor het ontdooien/ontwasemen van de voorruit en de zijruiten voor. Deze luchtverdeling zorgt voor een goede ventilatie van het interieur en voorkomt het eventuele beslaan van de ruiten. Voor het hervatten van de automatische werking van de luchtverdeling na een handmatige instelling, moet de knop AUTO worden ingedrukt.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 038-057 BRAVO NL 14-12-10 09:33 Pagina 56 56 BUITENVERLICHTING Met de linker hendel fig. 45 bedient u de buitenverlichting. De buitenverlichting werkt uitsluitend als de contactsleutel in stand MAR staat. VERLICHTING UITGESCHAKELD Draaiknop in stand O. BUITENVERLICHTING Draai de draaiknop in stand 6. Op het instrumentenpaneel gaat lampje 3 branden.
Inschakelen Bij ingeschakeld dimlicht en bij een snelheid lager dan 40 km/h, wordt bij een grote stuuruitslag of bij inschakeling van de richtingaanwijzers, een lamp (ingebouwd in de mistlamp) aan de binnenzijde van de bocht ingeschakeld om het zichtveld ‘s nachts te vergroten. U schakelt deze functie in door de contactsleutel in stand STOP te draaien of uit te nemen en de linker hendel binnen 2 minuten na het uitzetten van de motor naar het stuur te trekken. “FOLLOW ME HOME” SYSTEEM fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 058-082 BRAVO NL 14-12-10 09:55 Pagina 58 58 RUITEN REINIGEN BELANGRIJK Als u bij ingeschakelde ruitenwissers de achteruit inschakelt, gaat automatisch ook de achterruitwisser werken. RUITENWISSERS/ ACHTERRUITWISSER fig. 49 Deze werken uitsluitend als de contactsleutel in stand MAR staat.
fig. 51 F0Q0014m „Intelligente wis-/wasregeling” fig. 50 REGENSENSOR (indien aanwezig) Als u de hendel naar het stuur trekt (onvergrendelde stand), schakelen de ruitensproeiers in. De regensensor A-fig. 51 bevindt zich achter de binnenspiegel en staat in contact met de voorruit. De sensor zorgt ervoor dat de frequentie van de slagen van de ruitenwissers, tijdens het wissen met interval, automatisch wordt aangepast aan de hoeveelheid regen op de ruit.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 058-082 BRAVO NL 14-12-10 09:55 Pagina 60 60 Uitschakelen Draai de contactsleutel in stand STOP. Als de motor daarna wordt gestart (sleutel in stand MAR), schakelt de regensensor niet weer in, ook niet als de hendel in stand B-fig. 49 is blijven staan.
SYSTEEM INSCHAKELEN Draai de draaiknop A-fig. 54 in stand ON. Het systeem kan alleen worden ingeschakeld in de 4e versnelling of hoger. Op afdalingen kan bij ingeschakelde cruisecontrol de snelheid iets oplopen ten opzichte van de opgeslagen snelheid. Als het systeem wordt ingeschakeld, gaat het lampje Ü op het instrumentenpaneel branden en verschijnt er een bericht op het display (zie het hoofdstuk „Lampjes en berichten”).
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 058-082 BRAVO NL 14-12-10 09:55 Pagina 62 62 OPGESLAGEN SNELHEID OPROEPEN OPGESLAGEN SNELHEID VERLAGEN Als het systeem is uitgeschakeld door bijvoorbeeld het intrappen van het rem- of koppelingspedaal, kan de opgeslagen snelheid op de volgende manier worden opgeroepen: Dit kan op twee manieren: ❒ geef geleidelijk gas, totdat de snelheid ongeveer gelij
Met schakelaar A naar links geschoven, blijven de lampjes C en D altijd uitgeschakeld. Met schakelaar A naar rechts geschoven, blijven de lampjes C en D altijd ingeschakeld. Het inschakelen/doven van de verlichting gaat geleidelijk. Met schakelaar B bedient u de spotjes; bij uitgeschakelde plafondverlichting wordt met de schakelaar: ❒ in linker stand, het spotje C ingeschakeld; ❒ in rechter stand, het spotje D ingeschakeld. fig.
Brandduurregeling bij het uitstappen Als de contactsleutel uit het start-/contactslot wordt verwijderd, gaan de plafondlampjes op de volgende manier branden: ❒ ongeveer 10 seconden binnen 2 minuten na het uitzetten van de motor; ❒ ongeveer 3 minuten bij het openen van een portier; ❒ als de brandstofnoodschakelaar in werking treedt; de verlichting blijft ongeveer 15 minuten branden en schakelt daarna automatisch uit.
058-082 BRAVO NL 14-12-10 09:55 Pagina 65 DASHBOARD EN BEDIENING BEDIENINGSKNOPPEN MISTLAMPEN VOOR (indien aanwezig) Druk bij ingeschakelde buitenverlichting op de knop B-fig. 59. Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop. fig. 59 F0Q0636m MISTACHTERLICHTEN Druk voor inschakeling op de knop C-fig. 59. Deze werken alleen als het dimlicht of de mistlampen voor zijn ingeschakeld. Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop.
DASHBOARD EN BEDIENING BRANDSTOFNOODSCHAKELING (als alternatief voor de brandstofnoodschakelaar, voor bepaalde uitvoeringen/markten) Om de juiste werking van de auto te herstellen, moeten de volgende handelingen worden uitgevoerd: Als u geen brandstoflekkage waarneemt en de auto kan nog verder rijden, druk dan op de knop A om de brandstoftoevoer weer te herstellen en de verlichting weer in te schakelen.
058-082 BRAVO NL 14-12-10 09:55 Pagina 67 DASHBOARD EN BEDIENING INTERIEURUITRUSTING F0Q0631m fig. 63 F0Q0634m fig. 62 F0Q0632m fig. 64 F0Q0633m LAMPJES EN BERICHTEN De armsteun is in lengterichting verstelbaar door het deksel A-fig. 61 te verplaatsen. Zorg dat er geen vloeistof gemorst wordt: het vak is voorzien van een opening in de bodem waardoor eventueel gemorste vloeistof kan worden afgevoerd. Druk op de knop A-fig. 63 en plaats de armsteun B omhoog: het koel/warmhoudvak fig.
STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 058-082 BRAVO NL 14-12-10 09:55 Pagina 68 fig. 66 OPBERGVAKKEN Dashboardkastje passagierszijde LAMPJES EN BERICHTEN NOODGEVALLEN ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 68 F0Q0635m Trek om het kastje te openen aan de handgreep A-fig. 66, zoals door de pijl wordt aangegeven. fig. 65 F0Q0010m ARMSTEUN ACHTER (indien aanwezig) Klap de armsteun A-fig. 65 voor gebruik omlaag, zoals aangegeven in de figuur.
F0Q0630m STEKKERDOOS (12V) AANSTEKER (indien aanwezig) ASBAK (indien aanwezig) Deze bevindt zich op de tunnelconsole en werkt alleen als de contactsleutel in stand MAR staat. Als de auto is uitgerust met de rokerskit, dan is de stekkerdoos vervangen door een aansteker (zie de volgende paragraaf). Deze bevindt zich in de tunnelconsole. Druk voor het inschakelen van de aansteker de knop A-fig. 68/a in, als de contactsleutel in stand MAR staat. De asbak bestaat uit een uitneembaar kunststof houder fig.
fig. 70 F0Q0671m fig. 71 F0Q0672m fig. 73 F0Q0674m fig. 72 F0Q0673m fig. 74 F0Q0676m BEKERHOUDERS fig. 70 Op de tunnelconsole bevinden zich twee houders waarin bekers of blikjes geplaatst kunnen worden. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 058-082 BRAVO NL 14-12-10 09:55 Pagina 70 70 OPBERGVAKKEN Deze bevinden zich naast de aansteker fig. 71, naast de handrem fig.
De zonnekleppen aan bestuurders- en passagierszijde kunnen voor de voorruit en de zijruit worden gedraaid. Open het klepje A om het spiegeltje te gebruiken. Bij enkele uitvoeringen bevindt zich op de achterzijde van de zonneklep aan passagierszijde een spiegeltje dat verlicht wordt door een plafondlampje, waardoor het spiegeltje ook bij weinig licht gebruikt kan worden.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 058-082 BRAVO NL 14-12-10 09:55 Pagina 72 72 OPEN DAK (indien aanwezig) Het grote open dak bestaat uit twee ruitpanelen, een vast paneel en een beweegbaar paneel, met twee handbediende zonneschermen (voor en achter). De zonneschermen kunnen worden gebruikt in de standen „geheel gesloten” of „geheel geopend” (ze hebben geen vaste tussenliggende standen).
VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN NOODGEVALLEN Het open dak is voorzien van een antiletselfunctie die een eventueel obstakel kan waarnemen als de ruit sluit. In dat geval stopt het systeem de ruitbeweging en wordt de ruitbeweging onmiddellijk omgekeerd. ONDERHOUD EN ZORG ANTI-LETSELFUNCTIE TECHNISCHE GEGEVENS Open het dak niet bij sneeuw of ijs: het kan dan beschadigd worden.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 058-082 BRAVO NL 14-12-10 09:55 Pagina 74 74 INITIALISATIEPROCEDURE NOODBEDIENING Als de accu losgekoppeld is geweest of als een zekering is doorgebrand, moet de werking van het open dak opnieuw ingesteld worden.
058-082 BRAVO NL 14-12-10 09:55 Pagina 75 DASHBOARD EN BEDIENING PORTIEREN BELANGRIJK De achterportieren kunnen niet van binnenuit worden geopend als het kinderveiligheidsslot is ingeschakeld. F0Q0677m Schakel dit systeem altijd in als u kinderen vervoert. Hierdoor kunnen de achterportieren niet van binnenuit geopend worden.
DASHBOARD EN BEDIENING ❒ druk op de ver-/ontgrendelknop ≈ van de portieren op het dashboard; ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN Ga als volgt te werk om de knopjes van de sloten weer in dezelfde stand te zetten (alleen als de acculading hersteld is): VEILIGHEID 058-082 BRAVO NL 14-12-10 09:55 Pagina 76 76 ❒ druk op de knop Ë van de sleutel; fig. 81 F0Q0679m NOODPORTIERVERGRENDELING ACHTER fig.
Ga voor het herstellen van de juiste werking van het systeem als volgt te werk: ❒ open de ruiten; of ❒ draai de contactsleutel in stand STOP en vervolgens in MAR. Als er geen storingen zijn, dan werkt de ruit weer normaal. BELANGRIJK Als de contactsleutel in stand STOP staat of is uitgenomen, dan kunnen de ruiten nog ongeveer 2 minuten worden bediend. Het systeem wordt echter onmiddellijk uitgeschakeld als een van de portieren wordt geopend.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 058-082 BRAVO NL 14-12-10 09:55 Pagina 78 78 HANDMATIGE RUITBEDIENING ACHTER (indien aanwezig) Druk op de knop A of B om de gewenste ruit te openen/sluiten.
fig. 84 Gebruik voor het openen van de achterklep de sleutel met afstandsbediening. Openen met sleutel met afstandsbediening Als de achterklep niet goed gesloten is, brandt het waarschuwingslampje ´ of het symbool R op het instrumentenpaneel en verschijnt er een bericht op het display (zie het hoofdstuk „Lampjes en berichten”). Druk op de knop R, ook als het diefstalalarm (indien aanwezig) is ingeschakeld.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 058-082 BRAVO NL 14-12-10 09:55 Pagina 80 80 fig. 86 F0Q0681m ATTENTIE Bij het gebruik van de bagageruimte mag het maximum laadvermogen nooit worden overschreden (zie het hoofdstuk „Technische gegevens”). Controleer bovendien of de bagageruimte goed geladen is, om te voorkomen dat een voorwerp bij bruusk remmen naar voren schiet en letsel veroorzaakt.
❒ laat de hoofdsteunen van de achterbank geheel zakken; ❒ plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer of de gordels niet gespannen zijn of gedraaid zitten; ❒ klap de zittingen naar voren zoals hiervoor beschreven; ❒ maak voor het verwijderen van de hoedenplank (achterste deel) fig. 90 de uiteinden A-fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 058-082 BRAVO NL 14-12-10 09:55 Pagina 82 82 fig. 93 F0Q0685m BAGAGE VASTZETTEN In de bagageruimte bevinden zich twee bevestigingspunten fig. 93 waaraan riemen of spanbanden kunnen worden bevestigd, waarmee de bagage goed kan worden vastgezet, en twee bevestigingspunten op de achtertraverse fig. 94.
MOTORKAP DASHBOARD EN BEDIENING 083-110 BRAVO NL 14-12-10 11:30 Pagina 83 � OPENEN ❒ trek de hendel A-fig. 96 in de richting van de pijl; F0Q0689m fig. 97 F0Q0690m fig. 98 F0Q0748m SLUITEN LAMPJES EN BERICHTEN Ga als volgt te werk: ❒ laat de motorkap tot op ongeveer 20 cm van de motorruimte zakken, laat de motorkap vallen en controleer of de motorkap goed is gesloten door de motorkap op te tillen. De motorkap mag niet alleen door de beveiliging vergrendeld zijn.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 083-110 BRAVO NL 14-12-10 11:30 Pagina 84 84 ATTENTIE Om veiligheidsredenen moet de motorkap tijdens het rijden altijd goed gesloten zijn. Controleer daarom altijd of de motorkap goed vergrendeld is. Als u tijdens het rijden merkt dat de motorkap niet goed vergrendeld is, stop dan onmiddellijk en sluit de motorkap op de juiste wijze.
fig. 100 F0Q0644m Koplampverstelling BELANGRIJK Bij het inschakelen van de gasontladingslampen (xenon) (indien aanwezig) is het normaal dat de koplampbundel ongeveer 2 seconden een verticale beweging maakt. Deze tijd is nodig voor het stabiliseren van de correcte koplampafstelling. Druk op de knoppen A en B-fig. 100 op het centrale schakelaarpaneel; als de auto is uitgerust met gasontladingslampen (xenon), dan wordt de koplampafstelling elektronisch geregeld en zijn de knoppen A en B niet aanwezig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 083-110 BRAVO NL 14-12-10 11:30 Pagina 86 86 ABS-SYSTEEM ACTIVERING VAN HET SYSTEEM Het ABS dat geïntegreerd is in het remsysteem, voorkomt dat tijdens het remmen de wielen blokkeren, ongeacht de conditie van het wegdek en de pedaaldruk, en verhindert daarmee het doorslippen van een of meerdere wielen.
VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN De Brake Assist wordt bij uitvoeringen die zijn uitgerust met ESP, uitgeschakeld bij een storing in het ESP (het lampje á brandt en er verschijnt een bericht op het display). NOODGEVALLEN ATTENTIE Als alleen het waarschuwingslampje x op het instrumentenpaneel gaat branden (er verschijnt ook een melding op het multifunctionele display - indien aanwezig), stop dan onmiddellijk en wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 083-110 BRAVO NL 14-12-10 11:30 Pagina 88 88 ESP-SYSTEEM (Electronic Stability Program) (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de auto als de wielen hun grip verliezen, waardoor de auto beter op koers blijft. De werking van het ESP is uitermate nuttig als de grip op het wegdek wisselt.
ATTENTIE Voor de juiste werking van het ESP- en ASR-systeem is het noodzakelijk dat de banden van alle wielen van hetzelfde merk en type zijn. De banden moeten in perfecte conditie zijn en de voorgeschreven afmetingen hebben. ATTENTIE Als eventueel met het noodreservewiel wordt gereden, dan blijft het ESP ingeschakeld. Blijf er echter rekening mee houden dat het noodreservewiel kleiner is dan de normale band en dat daarom de grip lager is dan bij de andere banden van de auto.
083-110 BRAVO NL 14-12-10 11:30 Pagina 90 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING Als u met sneeuwkettingen rijdt, dan kan het nuttig zijn om het ASR-systeem uit te schakelen: onder deze omstandigheden levert het doorslaan van de aangedreven wielen bij het wegrijden juist meer trekkracht op. 90 Storingsmeldingen fig.
083-110 BRAVO NL 14-12-10 11:30 Pagina 91 DASHBOARD EN BEDIENING START&STOP-SYSTEEM (voor bepaalde uitvoeringen/markten) Als de auto stilstaat, wordt de motor uitgezet als de versnellingspook in de vrijstand staat en het koppelingspedaal is losgelaten. Opmerking De motor wordt uitsluitend automatisch uitgezet nadat sneller is gereden dan circa 10 km/h om het herhaaldelijk uitzetten van de motor te voorkomen wanneer stapvoets wordt gereden.
LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 083-110 BRAVO NL 14-12-10 11:30 Pagina 92 Uitschakeling Start&Stopsysteem ❒ Uitvoeringen met multifunctioneel display: de uitschakeling van het Start& Stop-systeem wordt aangegeven door een melding op het display. ❒ Uitvoeringen met instelbaar multifunctioneel display: de uitschakeling van het Start&Stop-systeem wordt aangegeven door de weergave van symbool T + een melding op het display.
❒ beperkte onderdruk in het remsysteem (bijvoorbeeld na herhaaldelijk intrappen van het rempedaal); ❒ auto in beweging (bijvoorbeeld wanneer bergafwaarts wordt gereden); ❒ wanneer de motor langer dan circa 3 minuten is uitgezet door het Start& Stop-systeem; ❒ bij uitvoeringen met automatische klimaatregeling met gescheiden regeling (voor bepaalde uitvoeringen/markten), om een comfortabele temperatuur te bereiken in het interieur of door inschakeling van de MAX-DEF-functie.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 083-110 BRAVO NL 14-12-10 11:30 Pagina 94 94 “ENERGY SAVING”-FUNCTIE (voor bepaalde uitvoeringen/markten) ATTENTIE Wendt u voor het vervangen van de accu altijd tot het Fiat Servicenetwerk. Vervang de accu door een accu van hetzelfde type (HEAVY DUTY) en met dezelfde specificaties.
083-110 BRAVO NL 14-12-10 11:30 Pagina 95 DASHBOARD EN BEDIENING NOODSTART LAMPJES EN BERICHTEN NOODGEVALLEN F0Q0761m ONDERHOUD EN ZORG ATTENTIE Controleer voordat u de motorkap opent of de motor is uitgeschakeld en de contactsleutel in stand STOP staat. Houdt u aan hetgeen beschreven staat op de sticker op de fronttraverse (fig. 106). Het is raadzaam de contactsleutel uit te nemen als er in de auto nog inzittenden zijn.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 083-110 BRAVO NL 14-12-10 11:30 Pagina 96 96 EOBD-SYSTEEM Het EOBD-systeem (European On Board Diagnosis) is een diagnosesysteem in de regeleenheid van het motormanagementsysteem, dat storingen in de elektronische systemen kan signaleren die de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen kunnen vergroten.
De autoradio moet worden ingebouwd op de plek van het opbergvak in het midden A-fig. 107. De voedingskabels liggen achter dit opbergvak. Verwijder het vak door op de aangegeven punten bij de borgingen te drukken. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN Autoradio inbouwen LAMPJES EN BERICHTEN F0Q0691m NOODGEVALLEN fig. 107 ONDERHOUD EN ZORG Raadpleeg voor de werking van de autoradio met CD- of MP3 CD-speler (indien aanwezig) het supplement dat bij dit instructieboek is geleverd.
ELEKTRISCHE/ ELEKTRONISCHE SYSTEMEN MONTEREN De elektrische/elektronische systemen die na aankoop van de auto en binnen de aftersales-service worden gemonteerd, moeten voorzien zijn van het merkteken: LAMPJES EN BERICHTEN NOODGEVALLEN ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 98 BELANGRIJK Als door de montage van systemen de kenmerken van de auto worden gewijzigd, kan het kentekenbewijs worden ingenomen door de bevoegde instanties en eventueel de garantie komen te vervallen bij defecten
Druk voor het in-/uitschakelen van de functie op de knop A-fig. 108 op het dashboard, naast het stuurwiel. Als deze functie wordt ingeschakeld, verschijnt het opschrift CITY op het display van het instrumentenpaneel (op enkele uitvoeringen gaat het CITY-lampje branden). Met ingeschakelde CITY-functie draait het stuur heel licht, waardoor makkelijker kan worden geparkeerd: deze instelling van de stuurbekrachtiging is dus zeer geschikt voor het rijden in de stad.
083-110 BRAVO NL 14-12-10 11:30 Pagina 100 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING Via deze functie verhoogt de regeleenheid van de motor de maximum turbodruk tijdelijk in relatie tot de stand van het gaspedaal, waardoor een hoger motorkoppel geleverd wordt dan onder normale omstandigheden. 100 Deze functie is zeer nuttig als tijdelijk maximale prestaties vereist zijn (bijv.
VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN NOODGEVALLEN ATTENTIE Zet altijd de motor uit en verwijder de contactsleutel uit het contactslot, waardoor het stuurwiel wordt vergrendeld, voordat er onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd, vooral als de auto met de wielen los van de grond staat. Als dit niet mogelijk is (als de sleutel in stand MAR moet staan of de motor moet draaien), moet de hoofdzekering van de elektrische stuurbekrachtiging worden verwijderd.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 083-110 BRAVO NL 14-12-10 11:30 Pagina 102 102 BANDENSPANNING-CONTROLESYSTEEM T.P.M.S. (Tyre Pressure Monitoring System) (indien aanwezig) Het T.P.M.S. is niet in staat om te waarschuwen voor een plotselinge vermindering van de bandenspanning (bijvoorbeeld bij een klapband).
VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN NOODGEVALLEN ONDERHOUD EN ZORG De bandenspanning kan variëren afhankelijk van de buitentemperatuur. Het T.P.M.S. kan tijdelijk een te lage bandenspanning signaleren. Controleer in dat geval de bandenspanning bij koude banden en herstel, indien nodig, de juiste spanning. Als de auto is uitgerust met het T.P.M.S. moeten bij het monteren/demonteren van de banden en/of de velgen speciale voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 083-110 BRAVO NL 14-12-10 11:30 Pagina 104 104 Zie voor het juiste gebruik van het systeem als de velgen/banden vervangen worden, de volgende tabel: Werkzaamheden Aanwezigheid sensor Storingsmelding Taak van het Fiat Servicenetwerk – – JA Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk Een wiel vervangen door het reservewiel NEE JA Het beschadigde wiel rep
083-110 BRAVO NL 14-12-10 11:30 Pagina 105 VEILIGHEID fig. 111 F0Q0603m SENSOREN Het systeem maakt gebruik van 4 sensoren in de voorbumper (indien aanwezig) fig. 110 en 4 sensoren in de achterbumper fig. 111 om de afstand tot het obstakel te meten. Uitvoering met 8 sensoren Uitvoering met 4 sensoren Bij de uitvoeringen met 4 sensoren achter schakelt het systeem automatisch in als de achteruit wordt ingeschakeld.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 083-110 BRAVO NL 14-12-10 11:30 Pagina 106 106 Het signaal klinkt ononderbroken als de afstand tot het obstakel minder is dan 30 cm. Afhankelijk van de plaats van het obstakel (voor of achter) worden de geluidssignalen afgegeven door de betreffende zoemer (voor of achter).
WERKING MET AANHANGER De werking van de sensoren wordt automatisch uitgeschakeld als de stekker van de elektrische kabel van de aanhanger wordt aangesloten op de stekkerdoos van de trekhaak. De sensoren worden automatisch weer ingeschakeld als u de aanhangerstekker loskoppelt.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 083-110 BRAVO NL 14-12-10 11:30 Pagina 108 108 TANKEN BENZINEMOTOREN Tank uitsluitend loodvrije benzine. Om vergissingen te voorkomen is de diameter van de vulpijp van de tank kleiner, zodat het vulpistool voor loodhoudende benzine er niet in past. Het octaangetal van de benzine moet ten minste 95 RON zijn.
1) Plaats de dop (compleet met de sleutel) en draai de dop rechtsom, totdat u een of meer klikken hoort. 2) Draai de sleutel rechtsom en verwijder de sleutel; sluit vervolgens het klepje. BELANGRIJK Omdat de tank hermetisch is afgesloten, kan een kleine overdruk worden waargenomen. Het is daarom normaal als u bij het losdraaien van de tankdop een sissend geluid hoort. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN F0Q0695m LAMPJES EN BERICHTEN Sluiten fig. 113 NOODGEVALLEN 2) Draai de dop linksom en verwijder deze.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 083-110 BRAVO NL 14-12-10 11:30 Pagina 110 110 BESCHERMING VAN HET MILIEU ROETFILTER DPF (Diesel Particulate Filter) (indien aanwezig) De emissiereductiesystemen voor benzinemotoren zijn: Het roetfilter (Diesel Particulate Filter) is een mechanisch filter in het uitlaatsysteem dat de partikels in het uitlaatgas van dieselmotoren opvangt.
KINDEREN VEILIG VERVOEREN ................................... 117 MONTAGEVOORBEREIDING VOOR ISOFIX-KINDERZITJE ....................................................... 122 FRONTAIRBAGS................................................................. 124 ZIJ-AIRBAGS (Sidebag - Headbag) .................................. 126 VEILIGHEID 114 STARTEN EN RIJDEN GORDELSPANNERS .......................................................... LAMPJES EN BERICHTEN 113 NOODGEVALLEN S.B.R.-SYSTEEM .............
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 111-130 BRAVO NL 14-12-10 12:02 Pagina 112 112 VEILIGHEIDSGORDELS GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS Ga goed rechtop zitten, steun tegen de rugleuning en leg dan de gordel om. Trek de gordel uit en maak de gordel vast door de gesp A-fig. 1 in de sluiting B te drukken, totdat hij hoorbaar blokkeert. fig.
ATTENTIE De veiligheidsgordels mogen alleen worden versteld als de auto stilstaat. ATTENTIE Controleer na het afstellen altijd of de beugel vergrendeld is in een van de vaste standen. Laat hiervoor de knop A-fig. 4 los en trek de gordel omlaag, zodat het bevestigingspunt blokkeert, als dit nog niet heeft plaatsgevonden. Het akoestische signaal kan permanent door het Fiat Servicenetwerk worden uitgeschakeld.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD NOODGEVALLEN LAMPJES EN EN ZORG BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 111-130 BRAVO NL 14-12-10 12:02 Pagina 114 114 GORDELSPANNERS Voor een nog effectievere bescherming zijn de veiligheidsgordels voor en achter (indien aanwezig) voorzien van gordelspanners. Dit systeem trekt bij een heftige frontale en zijdelingse botsing de gordel enige centimeters aan.
Ook zwangere vrouwen moeten een gordel dragen: ook voor hen (zowel voor de aanstaande moeder als het kind) is de kans op letsel bij een ernstig ongeval kleiner als ze een gordel dragen. Uiteraard moeten zwangere vrouwen het onderste deel van de gordel meer naar beneden omleggen, zodat de gordel over het bekken en onder de buik langs loopt (zoals in fig. 5 is aangegeven).
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 111-130 BRAVO NL 14-12-10 12:02 Pagina 116 116 ATTENTIE Het is streng verboden onderdelen van de veiligheidsgordels of gordelspanners te demonteren of open te maken. Werkzaamheden aan de veiligheidsgordels en gordelspanners moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Wendt u altijd tot het Fiat Servicenetwerk.
Groep 1 gewicht 9-18 kg Groep 2 gewicht 15-25 kg Groep 3 gewicht 22-36 kg Het hoofd van kleine kinderen is in verhouding met de rest van het lichaam groter en zwaarder dan dat van volwassenen, terwijl spieren en botstructuur nog niet volledig zijn ontwikkeld. Daarom moeten kleine kinderen door andere systemen beschermd worden dan door de veiligheidsgordels.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 111-130 BRAVO NL 14-12-10 12:02 Pagina 118 118 fig. 8 F0Q0429m fig. 9 F0Q0430m GROEP 0 en 0+ GROEP 1 Kinderen tot 13 kg moeten in babyzitjes worden vervoerd die achterstevoren zijn geplaatst, waardoor het achterhoofd wordt gesteund en bij plotseling remmen de nek niet wordt belast.
GROEP 3 Kinderen met een gewicht tussen 15 en 25 kg kunnen direct door de veiligheidsgordels van de auto worden beschermd fig. 10. Kinderen moeten zo in de kinderzitjes worden geplaatst, dat het diagonale gordelgedeelte schuin over de borst en niet langs de nek ligt. Het horizontale gordelgedeelte moet over het bekken en niet over de buik van het kind liggen. Voor kinderen met een gewicht tussen 22 en 36 kg bestaan er verhogingen die het correcte gebruik van de veiligheidsgordel mogelijk maken. In fig.
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE UNIVERSELE KINDERZITJES De auto voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor de montage van kinderzitjes op de verschillende plaatsen in de auto.
8) Vervoer kinderen nooit in uw armen, ook geen pasgeboren kinderen. Niemand is sterk genoeg om ze bij een ongeval vast te houden. 9) Na een ongeval moet het zitje door een nieuw exemplaar worden vervangen. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN 7) Zorg er tijdens de rit voor dat het kind geen afwijkende houding aanneemt of de gordels losmaakt. NOODGEVALLEN 3) Houdt u bij de montage van het kinderzitje strikt aan de instructies. De fabrikant is verplicht deze instructies bij te leveren.
DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID De auto is voorbereid op de montage van “Isofix Universeel”-kinderzitjes; een nieuw gestandaardiseerd Europees systeem voor het vervoeren van kinderen. Er kan ook een mengvorm worden gekozen, een traditioneel kinderzitje en een Isofix-kinderzitje. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN MONTAGEVOORBEREIDING VOOR ISOFIX-KINDERZITJE STARTEN EN RIJDEN 111-130 BRAVO NL 14-12-10 12:02 Pagina 122 122 In fig.
Tegen de rijrichting in E IL Tegen de rijrichting in E IL Tegen de rijrichting in D IL Tegen de rijrichting in C IL (*) Tegen de rijrichting in D IL Tegen de rijrichting in C IL (*) In de rijrichting B IUF In de rijrichting B1 IUF In de rijrichting A IUF Groep 0+ tot 13 kg Groep I vanaf 9 kg tot 18 kg IUF geschikt voor Isofix-kinderzitjes uit de universele klasse (met een derde bevestigingspunt boven) die in de rijrichting bevestigd moeten worden en goedgekeurd zijn voor het geb
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 111-130 BRAVO NL 14-12-10 12:02 Pagina 124 124 FRONTAIRBAGS De auto is uitgerust met frontairbags, aan bestuurders- en passagierszijde, en een knie-airbag aan bestuurderszijde (indien aanwezig).
De frontairbags aan bestuurders- en passagierszijde zijn ontworpen voor een optimale bescherming van de inzittenden voor met omgelegde veiligheidsgordels. Als de airbags volledig opgeblazen zijn, vullen zij het grootste deel van de ruimte tussen het stuurwiel en de bestuurder en het dashboard en de voorpassagier. STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen dat in een daarvoor bestemde ruimte onder het stuurwiel is geplaatst.
ZIJ-AIRBAGS (Sidebag - Headbag) VEILIGHEID Als het absoluut noodzakelijk is een kind op de passagiersstoel voor te vervoeren, dan moeten de frontairbag en de sidebag (indien aanwezig) aan passagierszijde worden uitgeschakeld. De auto is uitgerust met zij-airbags voor (Side Bags voor) aan bestuurders- en aan passagierszijde voor bescherming van borst-bekken en headbags voor en achter (Window Bags).
Bij lichte frontale aanrijdingen (waarbij de werking van de veiligheidsgordel voldoende is) worden de airbags niet geactiveerd. BELANGRIJK De stoelen mogen niet met water worden afgenomen of met stoom worden gereinigd (met de hand of in een automatisch wasapparaat). ATTENTIE Steun niet met het hoofd, de armen of de ellebogen tegen het portier, de ruiten of in het gebied van de headbag om verwondingen tijdens het opblazen te voorkomen. ATTENTIE Steek nooit het hoofd, de armen of ellebogen uit het raam.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 111-130 BRAVO NL 14-12-10 12:02 Pagina 128 128 ALGEMENE OPMERKINGEN 1) De frontairbags en/of zij-airbags voor (indien aanwezig) kunnen ook worden geactiveerd bij krachtige stoten aan de onderzijde van de carrosserie, bijvoorbeeld bij zware botsingen tegen drempels of stoepranden of obstakels op het wegdek of als de auto terecht komt in grote gaten of verz
VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN NOODGEVALLEN ATTENTIE De airbag is geen vervanging voor de veiligheidsgordels, maar een aanvulling. Omdat de frontairbags niet worden geactiveerd bij frontale botsingen bij lage snelheid, bij zijdelingse aanrijdingen en als de auto van achter wordt aangereden of over de kop slaat, worden in deze gevallen de inzittenden uitsluitend door de veiligheidsgordels beschermd. De gordels moeten dus altijd gedragen worden.
111-130 BRAVO NL 14-12-10 12:02 Pagina 130 bewust onbedrukt gehouden pagina
WINTERBANDEN ............................................................. 141 SNEEUWKETTINGEN ...................................................... 141 AUTO LANGERE TIJD STALLEN .................................. 142 VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN TREKKEN VAN AANHANGERS ................................... 139 LAMPJES EN BERICHTEN BRANDSTOFBESPARING ............................................... 137 NOODGEVALLEN GEBRUIK VAN DE VERSNELLINGSBAK ..................... 136 ONDERHOUD EN ZORG PARKEREN ....
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 131-142 BRAVO NL_131-142 BRAVO NL 23-12-10 08:25 Pagina 132 132 MOTOR STARTEN De auto is uitgerust met een elektronische startblokkering: zie bij startproblemen de paragraaf “Fiat CODE-systeem” in het hoofdstuk “Dashboard en bediening”.
Als de motor nog niet aanslaat, wendt u dan tot het Fiat Servicenetwerk. ❒ draai de contactsleutel in stand AVV direct nadat het lampje m gedoofd is. Als u te lang wacht, zijn de voorgloeibougies weer afgekoeld. Laat de sleutel los zodra de motor is aangeslagen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 131-142 BRAVO NL_131-142 BRAVO NL 23-12-10 08:25 Pagina 134 134 MOTOR OPWARMEN NA HET STARTEN (benzine en diesel) Ga als volgt te werk: ❒ rijd rustig weg, laat de motor niet met hoge toerentallen draaien en trap het gaspedaal niet bruusk in; ❒ verlang de eerste kilometers geen maximale prestaties.
Als de auto op een steile helling staat, blokkeer de wielen dan met stenen of wiggen. Laat de contactsleutel nooit in stand MAR staan omdat hierdoor de accu ontlaadt en neem bovendien de sleutel altijd uit het contactslot als u de auto verlaat. BELANGRIJK Als dit niet het geval is, laat dan het Fiat Servicenetwerk de handrem afstellen. VEILIGHEID Op een vlakke ondergrond hoort de auto geblokkeerd te zijn als de handrem vier of vijf tanden is aangetrokken.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 131-142 BRAVO NL_131-142 BRAVO NL 23-12-10 08:25 Pagina 136 136 GEBRUIK VAN DE VERSNELLINGSBAK Om de versnellingen in te schakelen, moet u het koppelingspedaal geheel intrappen en vervolgens de versnellingspook in de gewenste stand plaatsen (het schakelschema staat op de knop van de pook fig. 2, fig. 3 en fig. 4).
Banden Controleer regelmatig, ten minste een keer per maand, de spanning van de banden: als de spanning te laag is, wordt de weerstand groter en neemt het verbruik toe. Stroomverbruikers Gebruik elektrische accessoires uitsluitend als u ze nodig hebt. De achterruitverwarming, de verstralers, de ruitenwissers en de aanjager van het ventilatie-/ verwarmingssysteem vragen veel stroom, waardoor het brandstofverbruik toeneemt (tot aan 25% in stadsverkeer).
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 131-142 BRAVO NL_131-142 BRAVO NL 23-12-10 08:25 Pagina 138 138 RIJSTIJL Starten Laat bij stilstaande auto de motor niet warm draaien met stationair toerental en ook niet met een verhoogd toerental: onder deze omstandigheden warmt de motor veel langzamer op, terwijl het verbruik en de schadelijke uitlaatgasemissie toenemen.
ATTENTIE Voer in geen geval modificaties aan het remsysteem van de auto uit. Het remsysteem van de aanhanger moet geheel onafhankelijk van het hydraulisch remsysteem van de auto worden bediend. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN NOODGEVALLEN ATTENTIE Het ABS waarmee de auto is uitgerust, werkt niet op het remsysteem van de aanhanger. Wees daarom extra voorzichtig op gladde wegen.
ACHTERAS De trekhaak moet op de punten aangegeven met Ø bevestigd worden met in totaal 2 M8-bouten, 4 M10-bouten en 2 M12-bouten. De trekhaak moet op de carrosserie gemonteerd worden zonder gaten in of vervormingen van de achterbumper die zichtbaar zijn bij gedemonteerde trekhaak. Bestaand gat Bestaand gat Na de montage van de trekhaak moeten de boutgaten worden afgedicht om te voorkomen dat uitlaatgassen in het interieur kunnen dringen. Volbeladen Montageschema fig.
Door de specifieke eigenschappen van winterbanden zijn de prestaties onder niet-winterse omstandigheden of wanneer er lange afstanden op de snelweg worden gereden, minder dan die van de standaard gemonteerde banden. Beperk het gebruik van winterbanden tot die omstandigheden waarvoor ze zijn goedgekeurd. Keer de draairichting van de banden niet om.
BELANGRIJK Op banden met bandenmaat 225/40 R18 92V kunnen geen sneeuwkettingen worden gemonteerd. Als u sneeuwkettingen monteert, kunnen ze met de wielkuip in aanraking komen. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 131-142 BRAVO NL_131-142 BRAVO NL 23-12-10 08:25 Pagina 142 142 Beperk de snelheid als u sneeuwkettingen gebruikt; rijd niet harder dan 50 km/h.
147 147 147 148 148 148 148 149 149 150 150 151 151 151 153 155 155 155 155 155 155 156 156 156 156 156 156 156 156 156 VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN 146 146 146 151 151 152 152 152 152 152 153 153 153 NOODGEVALLEN 145 146 STORING VOORGLOEI-INSTALLATIE ...................... WATER IN BRANDSTOFFILTER .................................. STORING ABS .................................................................... STORING EBD ........................................................
LAMPJES EN BERICHTEN ALGEMENE OPMERKINGEN BELANGRIJK De storingsmeldingen die op het display verschijnen, zijn onderverdeeld in twee categorieën: ernstige storingen en minder ernstige storingen. De ernstige storingen worden langdurig “cyclisch” herhaald.
ATTENTIE Een defect lampje “ wordt aangegeven door het branden van het lampje ¬. Bovendien worden de airbags aan passagierszijde (frontairbag en zij-airbag - indien aanwezig) automatisch uitgeschakeld. Voordat u verder rijdt, dient u contact op te nemen met het Fiat Servicenetwerk om het systeem direct te laten controleren.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 143-156 BRAVO NL 14-12-10 13:32 Pagina 146 146 < NIET OMGELEGDE VEILIGHEIDSGORDEL (rood) Het lampje gaat continu branden als bij stilstaande auto de veiligheidsgordel aan bestuurderszijde niet goed is omgelegd.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding. INSCHAKELING CITY ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING “DUALDRIVE” (groen lampje of symbool op het display) Het lampje (of het opschrift CITY op het display) gaat branden als de elektrische stuurbekrachtiging “Dualdrive” wordt ingeschakeld door het indrukken van de betreffende bedieningsknop. Als opnieuw op de knop wordt gedrukt, dooft het opschrift CITY. De inschakeling van het Start&Stop-systeem wordt aangegeven door een melding op het display.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 143-156 BRAVO NL 14-12-10 13:32 Pagina 148 148 ç TE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR (rood) Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje doven. Het lampje gaat branden als de motor te warm is.
Storing parkeersensoren (indien aanwezig) Storing Start&Stop (voor bepaalde uitvoeringen/markten) (uitvoeringen met multifunctioneel display) Het lampje gaat branden als er een storing is in het Start&Stop-systeem. Op enkele uitvoeringen verschijnt de bijbehorende melding op het display. Storing schemersensor Het lampje (of het symbool op het display) gaat branden bij een storing in de schemersensor. Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
ATTENTIE De snelheid moet altijd worden afgestemd op de verkeerssituatie en de weersomstandigheden en de toepasselijke verkeersregels. De motor kan worden afgezet terwijl het DPF-lampje brandt, maar herhaalde onderbrekingen van het regeneratieproces kunnen voortijdig kwaliteitsverlies van de motorolie tot gevolg hebben. Daarom verdient het altijd aanbeveling te wachten tot het lampje uit is gegaan voordat u de motor afzet, rekening houdend met hetgeen hierboven is beschreven.
Als het lampje knippert tijdens het rijden, dan geeft dit aan dat het ESP in werking is getreden. Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje branden. Het lampje dooft als de voorgloeibougies de vooraf ingestelde temperatuur hebben bereikt. Start de motor, zodra het lampje gedoofd is. STORING HILL HOLDER (geel) BELANGRIJK Bij een hoge buitentemperatuur kan het lampje zeer kort branden. á Als het symbool * gaat branden, dan is er een storing in het Hill Holder-systeem.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 143-156 BRAVO NL 14-12-10 13:32 Pagina 152 152 > STORING ABS (geel) Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje doven. Het lampje gaat branden als het systeem defect of niet beschikbaar is. In dat geval blijft het remsysteem normaal werken, maar zonder de mogelijkheden van het ABS.
VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN BELANGRIJK Rijd niet verder met een of meerdere zachte banden omdat de rijveiligheid van de auto in gevaar kan worden gebracht. Stop de auto zonder bruusk te remmen en vermijd heftige stuurbewegingen. Vervang het wiel door het noodreservewiel (indien aanwezig) of repareer de band met de daarvoor bestemde reparatieset (zie de paragraaf “Wiel verwisselen” in het hoofdstuk “Noodgevallen) en wendt u zo snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 143-156 BRAVO NL 14-12-10 13:32 Pagina 154 154 Bandenspanning controleren Het lampje (of het symbool op het display) gaat branden om aan te geven dat de bandenspanning lager is dan de optimale waarde voor een lange levensduur van de band en een optimaal brandstofverbruik en/of om te waarschuwen voor een langzame daling van de bandenspanning.
D ❒ richtingaanwijzers ❒ kentekenplaatverlichting. De storing kan betreffen: doorbranden van een of meer lampen, doorbranden van de bijbehorende zekering of een onderbreking in de elektrische verbinding. Op het display verschijnt de bijbehorende melding. 4 MISTACHTERLICHTEN (geel) Het lampje gaat branden als de mistachterlichten worden ingeschakeld. 5 MISTLAMPEN VOOR (groen) Het lampje gaat branden als de mistlampen voor worden ingeschakeld.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 143-156 BRAVO NL 14-12-10 13:32 Pagina 156 156 3 BUITENVERLICHTING/ DIMLICHTEN (groen) FOLLOW ME HOME Buitenverlichting/dimlichten Het lampje gaat branden als de buitenverlichting, de parkeerverlichting of het dimlicht wordt ingeschakeld.
157-192 BRAVO NL 23-12-10 08:32 Pagina 157 DASHBOARD EN BEDIENING N O O D G E VA L L E N 165 GLOEILAMP VERVANGEN ............................................. 169 GLOEILAMP BUITENVERLICHTING VERVANGEN ...................................................................... 172 GLOEILAMP INTERIEURVERLICHTING VERVANGEN ...................................................................... 177 ZEKERINGEN VERVANGEN .......................................... 180 ACCU OPLADEN ...........................
MOTOR STARTEN NOODSTART Als het lampje Y op het instrumentenpaneel constant blijft branden, wendt u dan onmiddellijk tot het Fiat Servicenetwerk. STARTEN MET EEN HULPACCU fig. 1 Als de accu leeg is, kan de motor worden gestart met een hulpaccu, die ten minste dezelfde capaciteit moet hebben als de lege accu. Als de motor na enkele pogingen niet aanslaat, blijf dan niet proberen maar wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.
VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN LAMPJES EN BERICHTEN NOODGEVALLEN Als alternatief voor de Fix&Go-set kan (als optional) een noodreservewiel of een reservewiel met normale afmetingen worden geleverd. Voor het verwisselen van dit type wiel en voor het juiste gebruik van de krik moeten de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 BRAVO NL 23-12-10 08:32 Pagina 160 160 ATTENTIE Bij een gemonteerd reservewiel veranderen de rijeigenschappen van de auto. Vermijd met vol gas optrekken, bruusk remmen en hoge snelheden in de bochten. Het noodreservewiel heeft een levensduur van ongeveer 3000 km.
DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 BRAVO NL 23-12-10 08:32 Pagina 161 1 Ga voor het verwisselen van een wiel als volgt te werk: ❒ zet de auto stil op een plaats waar het verkeer niet in gevaar wordt gebracht en in alle veiligheid het wiel kan worden verwisseld. Zet de auto zo mogelijk op een vlakke en stevige ondergrond; fig. 3 F0Q0392m ❒ zet de motor uit en trek de handrem aan; schakel de eerste versnelling of de achteruit in; verwijder met de handgreep A-fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 BRAVO NL 23-12-10 08:32 Pagina 162 162 fig. 5 F0Q0394m ❒ draai met de bijgeleverde sleutel Lfig. 5 de wielbouten ongeveer een slag los; schud bij uitvoeringen met lichtmetalen velgen enige malen aan de bovenkant van de carrosserie, waardoor de velg los van de wielnaaf kan komen; ❒ draai de krik M-fig.
F0Q0397m NORMALE WIEL MONTEREN Volg de hiervoor beschreven procedure, krik de auto op en demonteer het noodreservewiel. Uitvoeringen met stalen velgen Ga als volgt te werk: ❒ zorg ervoor dat de boutgaten en alle contactvlakken van het normale wiel schoon zijn en geen onzuiverheden bevatten, omdat hierdoor na verloop van tijd de wielbouten kunnen loslopen; ❒ monteer het normale wiel, waarbij de gaten S-fig.
157-192 BRAVO NL 23-12-10 08:32 Pagina 164 DASHBOARD EN BEDIENING Ter afsluiting ❒ plaats het noodreservewiel G-fig. 10 op de daarvoor bestemde plek in de bagageruimte; ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID ❒ druk de half geopende krik stevig in de houder F om rammelen tijdens het rijden te voorkomen; 164 fig. 9 F0Q0217m Uitvoeringen met lichtmetalen velgen Ga als volgt te werk: ❒ draai de centreerpen A-fig.
157-192 BRAVO NL 23-12-10 08:32 Pagina 165 VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING SNELLE BANDENREPARATIESET FIX & GO automatic De snelle reparatieset Fix & Go automatic is in een daarvoor bestemde houder in de bagageruimte geplaatst. ❒ een compressor D met manometer en aansluitnippels, die in het vak zijn te vinden ❒ een paar werkhandschoenen dat in het zijvak van de compressor is te vinden; ❒ adapters voor het oppompen van diverse voorwerpen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 BRAVO NL 23-12-10 08:32 Pagina 166 166 HET IS NOODZAKELIJK TE WETEN DAT: De afdichtvloeistof bij buitentemperaturen tussen -20°C en +50°C werkt. ATTENTIE De compressor mag niet langer dan 20 minuten achter elkaar worden ingeschakeld. Gevaar voor oververhitting.
❒ als u er ook dan niet in slaagt om, binnen 5 minuten na inschakeling van de compressor, de spanning op ten minste 1,8 bar te brengen, mag niet verder worden gereden, omdat de band te erg beschadigd is en de reparatieset de vereiste wegligging niet kan garanderen; wendt u tot het Fiat Servicenetwerk; ❒ als de band op de juiste spanning is gebracht (zie de paragraaf “Bandenspanning” in het hoofdstuk “Technische gegevens”), vertrek dan onmiddellijk; F0Q0017m ATTENTIE Plaats de sticker op een voor de bestuu
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 BRAVO NL 23-12-10 08:32 Pagina 168 168 ATTENTIE Als de bandenspanning onder 1,8 bar is gedaald, mag niet verder worden gereden: de snelle reparatieset Fix & Go automatic kan de vereiste wegligging niet garanderen omdat de band te erg beschadigd is. Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk. fig.
❒ als u een gloeilamp in de koplamp hebt vervangen, controleer dan om veiligheidsredenen altijd of de afstelling nog goed is. STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID BELANGRIJK Bij lage buitentemperaturen of hoge luchtvochtigheid of na een hevige regenbui of na het wassen kunnen de koplampunits of de achterlichtunits beslagen zijn en/of kunnen er in de units condensdruppels ontstaan. Dit is een natuurlijk verschijnsel als gevolg van het verschil in temperatuur en vochtigheidsgraad voor en achter het lampenglas.
TYPEN GLOEILAMPEN fig. 18 C Op de auto zijn verschillende typen gloeilampen gemonteerd: A Glasfittinglampen: deze zijn voorzien van een klemfitting. Verwijder de lamp door de lamp uit de houder te trekken. B Gloeilampen met bajonetfitting: verwijder de lamp uit de houder door hem iets in te drukken en linksom te draaien. Buislampen: verwijder de lamp door hem uit de veercontacten los te maken. D-E Halogeenlampen: verwijder de lamp door de borgveer los te haken uit de zitting.
55 W Longlife dimlichten D H1 55 W Dimlichten met gasontladingslampen (indien aanwezig) F D2R 35 W Longlife buitenverlichting voor A W5W 5W Mistlampen voor (indien aanwezig) E H11 55 W Richtingaanwijzers voor B PY24W 24 W Richtingaanwijzers op flanken A WY5W 5W Richtingaanwijzers achter B R10W 10 W Achterlichten/mistachterlichten B P5/21W 5W/21 W Achterlichten/remlichten B P5/21W 5W/21 W Derde remlicht A W2,3W 2,3 W Achteruitrijverlichting B P21W 21 W Kentekenpla
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 BRAVO NL 23-12-10 08:32 Pagina 172 172 GLOEILAMP BUITENVERLICHTING VERVANGEN Zie voor het type lamp en het bijbehorende vermogen de paragraaf “Gloeilamp vervangen”. KOPLAMPUNITS fig. 19 In de koplampunits zijn de gloeilampen voor de buitenverlichting, het dimlicht, het grootlicht en de richtingaanwijzer opgenomen.
BUITENVERLICHTING GROOTLICHT RICHTINGAANWIJZERS Gloeilamp vervangen: Gloeilamp vervangen: Voor ❒ verwijder het beschermdeksel A-fig. 19; ❒ verwijder het beschermdeksel A-fig. 19; Gloeilamp vervangen: ❒ draai de lamphouder A-fig. 21 linksom en verwijder hem; ❒ haak de borgveer van de lamp A-fig. 22 los; ❒ verwijder en vervang de lamp B; ❒ trek de lamp C uit de houder en vervang hem; ❒ monteer de nieuwe lamp, plaats de lamphouder A-fig. 21 en monteer het beschermdeksel B-fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 BRAVO NL 23-12-10 08:32 Pagina 174 174 fig. 24 F0Q0709m Op de flanken fig. 25 F0Q0710m Gloeilamp vervangen: MISTLAMPEN VOOR fig. 25 (indien aanwezig) ❒ duw tegen het lampenglas A-fig. 24 zodat de interne borgveer B wordt ingedrukt en trek de unit naar buiten; Wendt u voor het vervangen van een defecte mistlamp tot het Fiat Servicenetwerk.
F0Q0713m fig. 30 F0Q0711m fig. 31 F0Q0712m LAMPJES EN BERICHTEN ❒ maak de stekker los en verwijder het beschermdeksel A-fig. 29 door de drie borglippen in te drukken; vervang vervolgens de defecte lamp. ACHTERUITRIJLICHTEN fig. 30 fig. 28 F0Q0739m NOODGEVALLEN Wendt u voor het vervangen van een defect achteruitrijlicht tot het Fiat Servicenetwerk. Gloeilamp vervangen: MISTACHTERLICHTEN fig. 31 ❒ open de achterklep en draai de twee bevestigingsschroeven A-fig.
STARTEN EN RIJDEN ❒ verwijder de geklemde lamp en vervang hem. fig. 32 F0Q0718m fig. 35 F0Q0719m F0Q0716m ONDERHOUD EN ZORG DERDE REMLICHT ❒ verwijder het lampenglas B-fig. 33 en maak de stekker los; ALFABETISCH REGISTER fig. 34 ❒ monteer de kap A-fig. 32 en sluit vervolgens de achterklep. Gloeilamp vervangen: 176 F0Q0751m ❒ druk de lippen C-fig. 33 naar elkaar en neem de lamphouder uit; TECHNISCHE GEGEVENS NOODGEVALLEN fig.
157-192 BRAVO NL 23-12-10 08:32 Pagina 177 Zie voor het type lamp en het bijbehorende vermogen de paragraaf “Gloeilamp vervangen”. fig. 36 F0Q0720m fig. 38 F0Q0723m fig. 37 F0Q0721m fig. 39 F0Q0722m Gloeilampen vervangen: LAMPJES EN BERICHTEN ❒ maak het plafondlampje A-fig. 36 op de door de pijlen aangegeven punten los; ❒ open het beschermdeksel B-fig. 37; Uitvoeringen zonder open dak Gloeilampen vervangen: ❒ maak het plafondlampje A-fig.
fig. 40 F0Q0741m LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 BRAVO NL 23-12-10 08:32 Pagina 178 Uitvoeringen met open dak Gloeilamp vervangen: ❒ maak het plafondlampje A-fig. 40 op het door de pijl aangegeven punt los; ❒ maak de lamp B-fig.
❒ maak de lamp B los uit de veercontacten aan de zijkant en vervang hem; controleer of de nieuwe lamp goed vastzit in de veercontacten. Gloeilamp vervangen: ❒ open de kap A-fig. 45 van het spiegeltje; ❒ maak de lichtunit B bij de door de pijlen aangegeven punten los; F0Q0424m ❒ maak de lamp C-fig. 46 los uit de veercontacten aan de zijkant en vervang hem; controleer of de nieuwe lamp goed vastzit in de veercontacten. LAMPJES EN BERICHTEN ❒ open het dashboardkastje en verwijder de lichtunit A-fig.
LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 BRAVO NL 23-12-10 08:32 Pagina 180 ZEKERINGEN VERVANGEN ATTENTIE Als een hoofdzekering (MEGA-FUSE, MIDI-FUSE, MAXI-FUSE) doorbrandt, wendt u dan tot het Fiat Servicenetwerk. ALGEMENE INFORMATIE Het elektrische systeem wordt door zekeringen beveiligd: de zekering brandt door bij een storing of bij oneigenlijk gebruik van het systeem.
De zekeringen bevinden zich in drie zekeringenkasten: De zekeringen in de zekeringenkast op het dashboard zijn bereikbaar nadat de drie schroeven A-fig. 48 zijn losgedraaid en de klep B is verwijderd. ❒ zekeringenkast in motorruimte; ❒ zekeringenkast in bagageruimte. F0Q0727m TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN fig. 48 fig. 49 F0Q0778m ALFABETISCH REGISTER ❒ zekeringenkast op het dashboard; VEILIGHEID Zekeringenkast op dashboard fig.
157-192 BRAVO NL 23-12-10 08:32 Pagina 182 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING Zekeringenkast motorruimte fig. 51a (indien aanwezig) 182 fig. 50 F0Q0816m fig. 50a F0Q0498m Een tweede zekeringenkast bevindt zich rechts in de motorruimte naast de accu. Om deze te bereiken moet u de lippen aan de zijkant losmaken en het deksel A-fig. 50a verwijderen.
157-192 BRAVO NL 23-12-10 08:32 Pagina 183 DASHBOARD EN BEDIENING Zekeringenkast in bagageruimte fig. 52 (indien aanwezig) F0Q0747m fig. 53 F0Q0776m ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN fig. 52 STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID De zekeringen in de zekeringenkast links in de bagageruimte zijn bereikbaar nadat het klepje A-fig. 53 is geopend. fig.
AMPÈRE FIGUUR Dimlicht rechts (halogeenlampen) F12 7,5 49 Dimlicht rechts (Bi-Xenonlampen) F12 15 49 Dimlicht links (halogeenlampen) F13 7,5 49 Dimlicht links (Bi-Xenonlampen) F13 15 49 Achteruitrijverlichting F35 5 49 Derde remlicht F37 7,5 49 Mistachterlicht (bestuurderszijde) F53 7,5 49 NOODGEVALLEN Grootlicht F14 15 51 Mistlamp voor/Cornering light links/rechts F30 15 51 Mistlamp voor/Cornering light rechts (indien aanwezig) F09 7,5 51a Grootlicht rechts (indie
51 Koplampsproeierpomp F09 30 51 Claxon F10 10 51/51a Koplampverstelling (uitvoeringen met halogeenlampen) F13 7,5 49 Extra verwarming (PTC1) F15 30 51 Aircocompressor F19 7,5 51/51a Elektropomp koplampsproeiers (indien aanwezig) F20 20 51a Elektrische brandstofpomp in tank (indien aanwezig) F21 15 51a Spoelen van relais op zekeringenkast motorruimte (CVM)/ Regeleenheid Body Computer (NBC) F31 5 49 Versterker subwoofer HI-FI-audiosysteem/Autoradio en Radionavigatiesysteem (U
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 BRAVO NL 23-12-10 08:32 Pagina 186 186 VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE FIGUUR Regeleenheid portiervergrendeling (CGP) (ont-/vergrendelen portieren, safe lock, achterklepontgrendeling) F36 20 49 Rempedaalschakelaar (normaal geopend NA-contact) Instrumentenpaneel (NQS)/Regeleenheden gasontladingslampen op koplampen F37 7,5 49 Autoradio en Ra
AMPÈRE FIGUUR F46 20 49 Ruitbediening bestuurderszijde F47 20 49 Ruitbediening passagierszijde F48 20 49 Schakelaar waarschuwingsknipperlichten (verlichting)/Centraal schakelaarpaneel rechterzijde (verlichting, ASR-schakelaar) en linkerzijde/Bedieningsorganen op het stuurwiel (verlichting)/ Schakelaarpaneel op plafondverlichting voor (verlichting)/ Regeleenheid interieurbewaking(uitschakeling)/Elektrisch bedienbaar open dak (regeleenheid, verlichting schakelaars)/Regensensor/ Schemersensor op b
ZEKERING AMPÈRE FIGUUR F53 7,5 49 Brandstofpomp F85 15 51 Spanningsstabilisator (Uitvoeringen 1.
UITVOERINGEN ZONDER START&STOP-SYSTEEM (voor bepaalde uitvoeringen/markten) ❒ schakel de acculader in. Schakel aan het einde van het opladen de acculader uit; ❒ sluit, na het loskoppelen van het laadapparaat, de stekker A weer aan op sensor C zoals in de figuur is aangegeven.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 BRAVO NL 23-12-10 08:32 Pagina 190 190 ATTENTIE De vloeistof in de accu is giftig en corrosief. Vermijd het contact met de huid en de ogen. Het opladen van de accu moet worden uitgevoerd in een goed geventileerde ruimte, ver verwijderd van open vuur en vonkvormende apparaten: brand- en ontploffingsgevaar.
F0Q0730m ❒ pak het sleepoog B uit de houder; ❒ draai het sleepoog geheel op de schroefdraadpen voor of achter. fig. 57 F0Q0731m VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN fig. 56 ATTENTIE Houd er rekening mee dat de rembekrachtiging en de elektrische stuurbekrachtiging niet werken zolang de motor niet is aangeslagen, waardoor meer kracht nodig is voor de bediening van het rempedaal en het stuur. Gebruik voor het slepen geen elastische kabels en rijd zo gelijkmatig mogelijk.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 BRAVO NL 23-12-10 08:32 Pagina 192 192 ATTENTIE Start de motor niet als de auto wordt gesleept. ATTENTIE Maak de schroefdraad zorgvuldig schoon, voordat u het sleepoog op de schroefdraad draait. Controleer voor het slepen of het sleepoog volledig op de betreffende schroefdraadpen is gedraaid.
ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO ............................. 199 NIVEAUS CONTROLEREN ............................................ 200 LUCHTFILTER/POLLENFILTER ...................................... 207 ACCU .................................................................................... 207 WIELEN EN BANDEN ..................................................... 209 RUBBER SLANGEN ........................................................... 210 RUITENWISSERS/ACHTERRUITWISSER ....................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 193-216 BRAVO NL 14-12-10 14:50 Pagina 194 194 GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD Doelmatig onderhoud is een beslissende factor voor een lange levensduur, de beste prestaties en een zo zuinig mogelijk gebruik van de auto. Om dit te realiseren heeft Fiat een reeks controle- en onderhoudsbeurten samengesteld die iedere 30.000 km of iedere 35.000 km (uitvoeringen 1.
● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● VEILIGHEID ● STARTEN EN RIJDEN ● LAMPJES EN BERICHTEN 180 NOODGEVALLEN 150 ONDERHOUD EN ZORG Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen Werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, int
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 193-216 BRAVO NL 14-12-10 14:50 Pagina 196 196 x 1000 km 30 60 90 120 150 180 Inspuiting/ontsteking controleren (m.b.v. diagnosestekker) Aandrijfriem(en) voor hulporganen vervangen Getande distributieriem vervangen (benzine-uitvoeringen) (*) Getande distributieriem vervangen (uitvoering 1.
● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● VEILIGHEID 175 STARTEN EN RIJDEN 140 LAMPJES EN BERICHTEN 105 NOODGEVALLEN 70 ONDERHOUD EN ZORG Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen Werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur, dashboardkastje, waarschuwings-/controlelampjes
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 193-216 BRAVO NL 14-12-10 14:50 Pagina 198 198 x 1000 km Emissie/roetuitstoot controleren Inspuiting/ontsteking controleren (m.b.v.
❒ rijden op stoffige wegen; ❒ niveau van de ruitensproeiervloeistof; ❒ veel korte ritten (minder dan 7-8 km) en bij een buitentemperatuur onder nul; ❒ conditie en spanning van de banden; ❒ werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten enz.); ❒ werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter en stand/slijtage wisserbladen voor/achter; Iedere 3.000 km controleren en eventueel bijvullen: motorolieniveau.
DASHBOARD EN BEDIENING Let op. Tijdens het bijvullen mogen de vloeistoffen met verschillende specificaties niet gemengd worden: als de specificaties van de vloeistoffen verschillen, kan de auto ernstig beschadigd worden. ATTENTIE Rook nooit tijdens werkzaamheden in de motorruimte: er kunnen licht ontvlambare gassen aanwezig zijn; brandgevaar. fig. 1 - uitvoering 1.
1 Motorolie - 2 Accu - 3 Remvloeistof 4 Ruiten-/koplampsproeiervloeistof 5 Koelvloeistof F0Q0763m 1 Motorolie - 2 Accu - 3 Remvloeistof 4 Ruiten-/koplampsproeiervloeistof 5 Koelvloeistof fig. 3 - Uitvoering 1.6 Multijet F0Q0767m ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN fig. 2a - Uitvoering 1.
1 Motorolie - 2 Accu - 3 Remvloeistof 4 Ruiten-/koplampsproeiervloeistof 5 Koelvloeistof F0Q0615m fig. 4 - uitvoering 1.9 Multijet 8V (voor bepaalde uitvoeringen/markten) NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 193-216 BRAVO NL 14-12-10 14:50 Pagina 202 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG 3 202 1 5 2 1 Motorolie - 2 Accu - 3 Remvloeistof 4 Ruiten-/koplampsproeiervloeistof 5 Koelvloeistof 4 fig. 5 - uitvoering 1.
NOODGEVALLEN ONDERHOUD EN ZORG F0Q0768m TECHNISCHE GEGEVENS fig. 5a - uitvoering 2.
DASHBOARD EN BEDIENING 193-216 BRAVO NL 14-12-10 14:50 Pagina 204 B fig. 6 - uitvoering 1.4 16V F0Q0665m fig. 7a - uitvoering 1.4 Turbo Multi Air F0Q0764m Het olieniveau mag nooit het MAXmerkteken overschrijden. NOODGEVALLEN ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER F0Q0621m Als het olieniveau dicht bij of onder het MIN-merkteken staat, moet via de olievulopening B motorolie tot aan het MAX-merkteken worden bijgevuld. fig. 7 - uitvoering 1.4 T-JET 204 fig. 10 - uitvoering 1.
193-216 BRAVO NL 14-12-10 14:50 Pagina 205 Afgewerkte motorolie en het vervangen motoroliefilter bevatten stoffen die schadelijk zijn voor het milieu. Het is raadzaam om het verversen van de olie en het vervangen van het oliefilter door het Fiat Servicenetwerk te laten uitvoeren. VEILIGHEID Het niveau van de koelvloeistof moet gecontroleerd worden bij een koude motor en mag niet onder het MIN-merkteken op het expansiereservoir staan.
193-216 BRAVO NL 14-12-10 14:50 Pagina 206 DASHBOARD EN BEDIENING Bij temperaturen onder -20°C, TUTELA PROFESSIONAL SC 35 onverdund gebruiken. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID Controleer visueel het niveau van de vloeistof in het reservoir. 206 fig. 13 F0Q0666m RUITEN-/KOPLAMPSPROEIERVLOEISTOF fig.
De werking moet echter regelmatig en uitsluitend door het Fiat Servicenetwerk of gespecialiseerd personeel gecontroleerd worden. ATTENTIE De vloeistof in de accu is giftig en corrosief. Voorkom contact met de huid en de ogen. Houd open vuur en vonkvormende apparaten verwijderd van de accu: brand- en ontploffingsgevaar. Als de accu vervangen wordt door een accu met andere specificaties, vervallen de onderhoudsintervallen die in het „Onderhoudsschema” staan aangegeven.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 193-216 BRAVO NL 14-12-10 14:50 Pagina 208 208 Accu’s bevatten zeer schadelijke stoffen voor het milieu. Het verdient aanbeveling een defecte accu door het Fiat Servicenetwerk te laten vervangen, omdat het beschikt over de uitrusting voor het op milieuvriendelijke wijze en conform de wettelijke bepalingen, verwerken van defecte accu’s.
A: normale spanning: gelijkmatige slijtage van het loopvlak. B: te lage spanning: te grote slijtage aan de zijkanten van het loopvlak. C: te hoge spanning: te grote slijtage in het midden van het loopvlak. Banden moeten worden vervangen als de profieldiepte van het loopvlak minder is dan 1,6 mm. Houdt u echter altijd aan de bepalingen van het land waarin u rijdt. ❒ Voorkom bruusk remmen, met spinnende wielen optrekken, harde contacten tussen banden en stoepranden, kuilen en andere obstakels.
ATTENTIE Bedenk dat ook de wegligging afhankelijk is van een juiste bandenspanning. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 193-216 BRAVO NL 14-12-10 14:50 Pagina 210 210 ATTENTIE Door een te lage bandenspanning wordt de band te heet, waardoor er onherstelbare inwendige schade aan de band kan ontstaan.
RUITENSPROEIERS Ga als volgt te werk: Voorruit (ruitensproeiers) fig. 18 F0Q0663m Wisserbladen voor vervangen Ga als volgt te werk: ❒ til de wisserarm van de voorruit en plaats het wisserblad onder een hoek van 90° ten opzichte van de arm; ❒ druk op de lip A-fig. 16 van de veerklem en verwijder het wisserblad; ❒ monteer het nieuwe blad, waarbij de lip in de zitting op de wisserarm moet vallen. Controleer of het wisserblad geborgd is.
DASHBOARD EN BEDIENING De belangrijkste zijn: CARROSSERIEGARANTIE BESCHERMING TEGEN ATMOSFERISCHE INVLOEDEN De belangrijkste oorzaken van roest zijn: ❒ de toepassing van aangepaste spuittechnieken en lakproducten die de auto de benodigde weerstand tegen roest en schurende elementen verlenen; Bij de auto is de carrosserie tegen doorroesten van alle originele componenten van de carrosserie en van alle dragende delen gegarandeerd.
Enkele wasstraten zijn voorzien van oude en/of slecht onderhouden borstels die schade aan de laklaag kunnen veroorzaken, waardoor microkrasjes sneller kunnen ontstaan en de lak dof wordt vooral bij donkere kleuren. Als dit zich voordoet, kunt u de lak licht polijsten met specifieke producten. Was de auto nooit in de zon of als de motorkap nog warm is: de glans van de lak kan afnemen. De kunststof carrosseriedelen kunnen op dezelfde wijze worden gewassen als de gespoten carrosseriedelen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 193-216 BRAVO NL 14-12-10 14:50 Pagina 214 214 Koplampen Ruiten Motorruimte BELANGRIJK Gebruik voor het reinigen van het kunststof lampenglas van de koplampen geen aromatische producten (bijv. benzine) of ketonen (bijv. aceton). Gebruik voor het schoonmaken van de ruiten een daarvoor geschikt schoonmaakmiddel.
Verwijder stof met een zachte borstel of een stofzuiger. Voor een nog betere reiniging van de stoffen bekleding raden wij u aan de borstel vochtig te maken. Reinig de zittingen met een vochtige spons en een oplossing van water en neutrale zeep. Als de vlek nog niet verwijderd is, behandel de vlek dan met een speciaal schoonmaakmiddel, waarbij de instructies op de verpakking strikt moeten worden opgevolgd. BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 193-216 BRAVO NL 14-12-10 14:50 Pagina 216 216 LEREN STUURWIEL/ POOKKNOP/HANDREM Reinig deze componenten uitsluitend met water en neutrale zeep. Gebruik nooit alcohol of producten op basis van alcohol.
BRANDSTOFSYSTEEM ..................................................... 225 TRANSMISSIE ...................................................................... 225 REMMEN ............................................................................... 226 WIELOPHANGING ........................................................... 226 STUURINRICHTING ......................................................... 226 WIELEN .................................................................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:20 Pagina 218 218 IDENTIFICATIEGEGEVENS Wij raden u aan om nota te nemen van de identificatiegegevens. De identificatiegegevens zijn ingeslagen of aangebracht op plaatjes en bevinden zich op de volgende plaatsen fig.
MOTORCODE Het bevat de volgende gegevens: ❒ type van de auto (ZFA 198000); ❒ oplopend productienummer. Het plaatje is op de binnenzijde van de motorkap aangebracht en bevat de volgende informatie: A - Fabrikant van de lak. B - Kleurbenaming. C - Kleurcode. D - Kleurcode voor bijwerken en overspuiten. LAMPJES EN BERICHTEN Om het te bereiken moet u het klepje A-fig. 3 naar voren schuiven. PLAATJE MET INFORMATIE OVER DE CARROSSERIELAK fig.
MOTORCODES - CARROSSERIE-UITVOERINGEN Motorcodes Carrosserie-uitvoering 1.4 16V 192B2000 198AXA1B 00E (¶) 1.4 T-JET 120pk 198A4000 198AXGIB 06G (¶) 198AXGIB 06H (▲) (¶) 1.4 T-JET 150pk 198A1000 198AXF1B 05E 198AXF1B 05F (▲) 1.4 Turbo Multi Air 198A7000 198AXSIB 15 (¶) 198AXSIB 15B (▲) (¶) 1.6 Multijet 90pk (o) 198A6000 198AXM1B 09 (*) 198AXM1B 09B (*) (▲) 1.
198AXC1B 02 (n) 198AXC1B 02C (l) 198AXC1B 02B (n) (▲) 198AXC1B 02D (l) (▲) 1.9 Multijet 8V (o) 192B4000 198AXD1A 03 (n) 198AXD1A 03C (l) 198AXD1A 03B (n) (▲) 198AXD1A 03D (l) (▲) 1.9 Multijet 8V (o) 192B5000 198AXE1A 04 (l) 198AXE1A 04C (n) 198AXE1A 04B (l) (▲) 198AXE1A 04D (n) (▲) 2.0 Multijet 198A5000 198AXNIB 12 (**) - 198AXNIB 12C (¶) 198AXNIB 12B (▲) (**) - 198AXNIB 12D (¶) (▲) 2.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:20 Pagina 222 222 MOTOR ALGEMENE INFORMATIE Typecode Cyclus Aantal en opstelling cilinders 1.4 16V 1.4 T-JET 120 pk 1.4 T-JET 150 pk 1.
192A8000 Cyclus Diesel Diesel Diesel Diesel Aantal en opstelling cilinders 4 in lijn 4 in lijn 4 in lijn 4 in lijn 79,5 x 80,5 79,5 x 80,5 79,5 x 80,5 82,0 x 90,4 1598 1598 1598 1910 16,5 16,5 16,5 18 kW pk t/min 66 90 4000 77 105 4000 88 120 4000 88 120 4000 Nm kgm t/min 290 29,5 1500 290 29,5 1500 300 30,6 1500 255 26 2000 _ _ _ _ Diesel voor motorvoertuigen (Specificatie EN590) Diesel voor motorvoertuigen (Specificatie EN590) Diesel voor motorvoertuigen (Specificati
STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:20 Pagina 224 1.9 Multijet 16V (*) 1.9 Multijet 8V (●)(*) 1.9 Multijet 8V (●)(*) 2.0 Multijet 2.
TRANSMISSIE 1.4 16V - 1.4 T-JET - 1.4 Turbo Multi Air - 1.6 Multijet 1.9 Multijet 16V - 2.0 Multijet 1.
LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:20 Pagina 226 REMMEN 1.4 16V - 1.4 T-JET - 1.4 Turbo Multi Air - 1.6 Multijet - 1.9 Multijet 8V - 1.9 Multijet 16V - 2.
Voor de rijveiligheid is het noodzakelijk dat alle wielen zijn voorzien van banden van hetzelfde merk en hetzelfde type. F0Q0200m VERKLARING VAN DE CODERING OP DE BANDEN fig. 5 Voorbeeld: 195/65 R 15 91T BELANGRIJK In tubeless banden mogen geen binnenbanden gebruikt worden. 195 = Nominale breedte (S, afstand in mm tussen de flanken). RESERVEWIEL 65 = Hoogte/breedte-verhouding (H/S) (percentage). Geperst stalen velg. Tubeless band.
Snelheidsindex Q = max. 160 km/h Voorbeeld: 6J x 15 H2 ET 31.5 T = max. 190 km/h 6 = breedte van de velg in inch (1). U = max. 200 km/h. J = velgbedprofiel (rand aan de zijkanten waarop de band steunt) (2). Y = max. 300 km/h. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN STARTEN EN RIJDEN S = max. 180 km/h H = max. 210 km/h 228 VERKLARING VAN DE CODERING OP DE VELGEN fig. 5 R = max.
195/65 R15 91T (M+S) 7J x 16 ET 31 205/55 R16 91H 205/55 R16 91T (M+S) 7J x 17 ET 31 225/45 R17 91W 6J x 15 ET 31.5 7J x 16 ET 31 7J x 17 ET 31 1 7 /2 J x 18 ET 35 6J x 15 ET 31.
DASHBOARD EN BEDIENING 217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:20 Pagina 230 BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND (bar) ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID Maat 230 1.4 16V 1.4 T-JET 120 pk 1.4 Turbo Multi Air 1.6 Multijet 1.9 Multijet 8V 1.4 T-JET 150 pk 1.9 Multijet 16V 2.
217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:20 Pagina 231 DASHBOARD EN BEDIENING AFMETINGEN VEILIGHEID De afmetingen zijn aangegeven in mm en hebben betrekking op een auto die is uitgerust met standaard banden. De hoogte heeft betrekking op een onbelaste auto.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:20 Pagina 232 232 PRESTATIES Maximale snelheid na de inrijperiode in km/h. 1.4 16V 1.4 T-JET 120 pk 1.4 T-JET 150 pk 1.4 Turbo Multi Air 1.6 Multijet 90 pk (*) 1.6 Multijet 105 pk 1.6 Multijet 120 pk 179 197 212 204 173 187 195 (*) Uitvoeringen voor bepaalde markten 1.9 Multijet 8V 120 pk 1.
GEWICHTEN 1.6 Multijet 1.9 Multijet 1.9 Multijet 8V 16V 2.0 Multijet 1260 1320 1320 1360 1360 Nuttig laadvermogen (*) inclusief de bestuurder: 510 510 510 510 510 510 510 Max. toelaatbaar gewicht (**) – vooras: – achteras: – totaal: 1000 860 1715 1000 860 1785 1000 860 1770 1060 860 1830 1060 860 1830 1060 860 1870 1060 860 1870 Trekgewichten – geremd: – ongeremd: 1000 500 1300 500 1300 500 1300 500 1300 500 1300 500 1300 500 Max.
VULLINGSTABEL 1.4 16V 1.4 T-JET 1.4 Turbo Multi Air ONDERHOUD EN ZORG TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 234 Voorgeschreven brandstof Originele producten liter kg liter kg liter kg Brandstoftank: incl. een reserve van: 57 8-10 – – 57 8-10 – – 57 8-10 – – Loodvrije benzine octaangetal ten minste 95 R.O.
liter kg Brandstoftank: incl. een reserve van: 57 8-10 – – 57 8-10 – – 57 8-10 – – Diesel voor motorvoertuigen (specificatie EN590) Motorkoelsysteem – met airconditioning: 7,1 – 7,1 – 7,1 – Mengsel van gedemineraliseerd water en 50% PARAFLUUP (▲) Motorcarter: Carter en oliefilter: 4,3 4,6 3,6 3,85 4,3 4,6 3,6 3,85 4,3 4,9 3,6 4,1 SELENIA WR P.E.
DASHBOARD EN BEDIENING Gebruik Specificaties van de vloeistoffen en smeermiddelen voor een correct functioneren van de auto Smeermiddelen en vloeistoffen (origineel) Smering voor benzinemotoren Volledig synthetisch smeermiddel SAE 5W-40, ACEA C3. Kwalificatie FIAT 9.55535-S2. SELENIA K P.E. Contractual Technical Reference N° F603.C07 Volgens het onderhoudsschema Smering voor dieselmotoren Volledig synthetisch smeermiddel SAE 5W-30. Kwalificatie FIAT 9.55535-S1 SELENIA WR P.E.
Olie en vetten voor krachtoverbrengingen Remvloeistof Bescherming voor radiateur Synthetische olie SAE 75W-85. Overtreft de specificaties API GL-4. Kwalificatie FIAT 9.55550-MZ1 Specifiek vet met een lage wrijvingscoëfficiënt voor homokinetische koppelingen. Indringingsgetal N.L.G.I. 0-1 Kwalificatie FIAT 9.55580 Vet met molybdeenbisulfide voor hoge bedrijfstemperaturen. Indringingsgetal N.L.G.I. 1-2. Kwalificatie FIAT 9.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD NOODGEVALLEN LAMPJES EN EN ZORG BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:20 Pagina 238 238 BRANDSTOFVERBRUIK Het brandstofverbruik dat in de volgende tabel is opgenomen, is gemeten volgens een vastgestelde testmethode die in EU-normen is vastgelegd.
217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:20 Pagina 239 CO2-EMISSIE VOLGENS DE GELDENDE EU-NORMEN (g/km) 1.4 16V 1.4 T-JET 120pk 1.4 T-JET 150pk 1.4 Turbo Multi Air 1.6 Multijet 90pk (o) 1.6 Multijet 105pk 146 146 155 132 115 125 (**) / 119 (*) 1.9 Multijet 16V 2.0 Multijet 125 139 137 149 139 (o) Uitvoeringen voor bepaalde markten ONDERHOUD EN ZORG 1.9 Multijet 8V 90pk (o) 1.9 Multijet 8V 115pk (o) TECHNISCHE GEGEVENS 1.9 Multijet 8V ALFABETISCH REGISTER 1.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:20 Pagina 240 240 RADIOGOLF-AFSTANDSBEDIENING: MINISTERIËLE GOEDKEURING
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD EN ZORG NOODGEVALLEN LAMPJES EN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:20 Pagina 241 241
217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:20 Pagina 242 BEPALINGEN VOOR HET VERWERKEN VAN DE AUTO AAN HET EINDE VAN ZIJN LEVENSDUUR Al jaren werkt Fiat hard aan de bescherming van het milieu door de doorlopende verbetering van de productieprocessen en de ontwikkeling van producten die steeds milieuvriendelijker zijn.
217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:21 Pagina 243 ® in het hart van uw motor.
217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:21 Pagina 244 Uw auto heeft Selenia gekozen De motor van uw auto is ontstaan en ontworpen voor Selenia, het motorolie-assortiment dat voldoet aan de meest geavanceerde internationale specificaties. Specifieke tests en technische kenmerken van hoog niveau maken van Selenia het smeermiddel bij uitstek voor veilige en onovertrefbare motorprestaties.
217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:21 Pagina 245 NOTITIES
217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:21 Pagina 246
217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:21 Pagina 247
217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:21 Pagina 248
217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:21 Pagina 249
217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:21 Pagina 250
217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:21 Pagina 251
217-252 BRAVO NL 14-12-10 15:21 Pagina 252
– opladen ............................................ 189 – praktische tips om de levensduur te verlengen ......... 208 Afmetingen van de auto ...................... 231 – interieur........................................... 215 Afstandsbediening................................. 11 – batterij vervangen.......................... 13 – vervangen ........................................ 207 – extra afstandsbedieningen............ 13 – ministeriële goedkeuring.............. 240 – inschakelen..............
– openen / sluiten ............................. 79 – vergroten......................................... 80 – verlichting........................................ 178 Banden ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS STARTEN EN RIJDEN Bagageruimte vergroten...................... 79 Bagageruimteverlichting 254 Bandenspanning..................................... 230 Brandstofbesparing............................... 137 Bedieningsknoppen............................... 65 Brandstofmeter ................
– gloeilampen vervangen ................. 172 en mobiele telefoons .................... 98 – reinigen, onderhoud en zorg....... 212 – inschakelen...................................... 56 EOBD (systeem)................................... 96 Display, instelbaar multifunctioneel .. 25 ESP (systeem) ........................................ 88 Centrale portiervergrendeling........... 74 Chassisnummer..................................... 219 CITY-functie ..........................................
Gear Shift Indicator ............................ 26 Gebruik van de versnellingsbak ......... 136 Geprogrammeerd STARTEN EN RIJDEN Gloeilampen vervangen ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS Gereedschap.......................................... 161 256 Handbediende klimaatregeling ......... 47 Handrem................................................. 135 Gewichten.............................................. 233 – buitenzijde.......................................
Krik Luchtrecirculatie......................... 46-49-53 Klokje instellen...................................... 30 Koelvloeistof motor – gebruik ............................................. 162 – voorzorgsmaatregelen.................. 161 Luchtroosters........................................ 44 – niveau controleren en bijvullen ...................................... 200 – specificaties ..................................... 237 – temperatuurmeter Lak (onderhoud)..................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN EN ZORG NOODGEVALLEN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 253-264 BRAVO NL 14-12-10 15:37 Pagina 258 258 – technische gegevens...... 221-222-223 Motor starten....................................... 132 Motorruimte – niveaus controleren ...................... 200 – motor opwarmen.......................... 134 – openen/sluiten motorkap............. 83 – motor uitzetten .............................
Regensensor .......................................... 59 en bijvullen ...................................... 200 – specificaties ..................................... 237 – gloeilamp vervangen...................... 177 Reinigen en onderhoud Plafondverlichting voor........................ 63 – carrosserie ...................................... 212 – gloeilampen vervangen ................. 177 – interieur........................................... 215 – koplampen.......................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN EN ZORG NOODGEVALLEN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 253-264 BRAVO NL 14-12-10 15:37 Pagina 260 260 Ruiten – reinigen....................................... 58-214 – ruitensproeiervloeistof (specificaties) .................................. 237 – mechanische sleutel ...................... 10 Ruitenwissers – inschakelen...................................... 58 – openen/sluiten met – regensensor ...........
Trekken van aanhangers...................... 139 Stekkerdoos........................................... 69 Trekkrachtbegrenzers ......................... 114 – gloeilamp vervangen...................... 179 van de auto.......................................... 218 – technische specificaties................. 225 Stuurslot ................................................. 19 Stuurwiel................................................. 41 Veiligheid ...........................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN EN ZORG NOODGEVALLEN BERICHTEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 253-264 BRAVO NL 14-12-10 15:37 Pagina 262 262 Waarschuwingsknipperlichten – inschakelen...................................... 65 Waarschuwingslampje reservebrandstof................................ 21 Waarschuwingslampje te hoge – snelle bandenreparatieset “Fix&Go Automatic” .................... 165 – uitlijning............................................
VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN Zwaar gebruik van de auto ............... 199 LAMPJES EN BERICHTEN – gloeilamp vervangen ..................... 179 NOODGEVALLEN 71 ONDERHOUD EN ZORG Zonneklepverlichting .......................... TECHNISCHE GEGEVENS 71 ALFABETISCH REGISTER Zonnekleppen ......................................
253-264 BRAVO NL 14-12-10 15:37 Pagina 264 Fiat Group Automobiles Netherlands B.V. - B. U. After Sales Importeur voor Nederland: Fiat Group Automobiles Netherlands B.V. - Singaporestraat 92-100 - 1175 RA Lijnden Druknummer 603.81.
NEDERLANDS De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld. Fiat behoudt zich het recht voor op elk moment de in deze publicatie beschreven modellen om technische of commerciële redenen te wijzigen. Wendt u voor nadere informatie tot het Fiat Servicenetwerk. Gedrukt op houtvrij milieuvriendelijk papier.