CROMA UM NL:CROMA UM ITA 9-12-2009 17:26 Pagina 1 F I A T C R O M A NEDERLANDS De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld. Fiat behoudt zich het recht voor op elk moment de in deze publicatie beschreven modellen om technische of commerciële redenen te wijzigen. Wendt u voor nadere informatie tot het Fiat Servicenetwerk. Gedrukt op milieuvriendelijk chloorvrij papier.
001-038 Croma TRW NL:001-030 Croma TRW IT 30-11-2009 11:37 Pagina 1 Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Croma. Wij hebben dit boekje samengesteld om u de kwaliteiten van deze auto volledig te laten benutten. Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat rijden.
001-038 Croma TRW NL:001-030 Croma TRW IT 30-11-2009 11:37 Pagina 2 ABSOLUUT LEZEN! BRANDSTOF TANKEN K Benzinemotoren: tank uitsluitend loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON. Dieselmotoren: tank uitsluitend diesel voor motorvoertuigen conform de Europese specificatie EN590. Het gebruik van andere producten of mengsels kan de motor onherstelbaar beschadigen en het vervallen van de garantie tot gevolg hebben.
001-038 Croma TRW NL:001-030 Croma TRW IT 30-11-2009 11:37 Pagina 3 ELEKTRISCHE APPARATUUR Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren die stroom verbruiken (waardoor de accu langzaam kan ontladen), wendt u dan tot het Fiat Servicenetwerk, dat kan controleren of de elektrische installatie van de auto geschikt is voor het extra stroomverbruik. CODE-card Bewaar deze op een veilige plaats, maar niet in de auto.
30-11-2009 11:37 Pagina 4 5 RUITEN REINIGEN .............................................................. 65 INSTRUMENTENPANEEL .................................................. 6 CRUISE-CONTROL ............................................................. 68 SYMBOLEN ............................................................................ 8 PLAFONDVERLICHTING .................................................. 70 FIAT CODE .................................................................
30-11-2009 11:37 Pagina 5 DASHBOARD F0L0516m 1. Luchtrooster aan zijkant – 2. Linker hendel: bediening buitenverlichting – 3. Instrumentenpaneel en controle-/waarschuwingslampjes – 4. Rechter hendel: bediening ruitenwissers, achterruitwisser, tripcomputer – 5. Luchtroosters in het midden – 6. Autoradio – 7. Frontairbag passagierszijde – 8. Dashboardkastje – 9. Bedieningsknoppen verwarming/ventilatie/airconditioning – 10. Versnellingspook – 11. Knie-airbag bestuurderszijde – 12.
30-11-2009 11:37 Pagina 6 INSTRUMENTENPANEEL Uitvoeringen 1.8 – 1.9 Multijet 8V met multifunctioneel display A Snelheidsmeter B Brandstofmeter met waarschuwingslampje brandstofreserve VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-038 Croma TRW NL:001-030 Croma TRW IT D Toerenteller E Multifunctioneel display m c Lampjes aanwezig op Multijet- uitvoeringen t Lampje aanwezig op uitvoeringen F0L0504m Bij 1.8-uitvoeringen heeft de toerenteller een schaal tot 8000 toeren/min.
F0L0506m Bij Multijet-uitvoeringen heeft de toerenteller een schaal tot 6000 toeren/min. Uitvoeringen 2.2 – 1.9 Multijet 16V 2.4 Multijet 20V met instelbaar multifunctioneel display F0L0507m Bij Multijet-uitvoeringen heeft de toerenteller een schaal tot 6000 toeren/min. fig.
30-11-2009 11:37 Pagina 8 SYMBOLEN Onder de motorkap is een plaatje aangebracht, waarop de betekenis van de symbolen wordt verklaard fig. 4. Op of in de nabijheid van enkele onderdelen van uw auto zijn plaatjes met een bepaalde kleur aangebracht, met daarop symbolen die uw aandacht vragen en die voorzorgsmaatregelen aangeven die u in acht moet nemen als u met het betreffende onderdeel te maken krijgt.
Neem in dat geval de sleutel uit en steek hem opnieuw in het start-/contactslot; als de motor geblokkeerd blijft, kunt u het opnieuw proberen met de andere geleverde sleutel. Als de motor nog niet aanslaat, wendt u dan tot het Fiat Servicenetwerk. BELANGRIJK Elke sleutel heeft een eigen code, die in de regeleenheid van het systeem moet worden opgeslagen. Voor het opslaan van nieuwe sleutels (maximaal acht) moet u zich tot het Fiat Servicenetwerk wenden.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-038 Croma TRW NL:001-030 Croma TRW IT 10 30-11-2009 11:37 Pagina 10 DE SLEUTELS Als de auto wordt verkocht, moeten alle sleutels en de CODE-card overhandigd worden aan de nieuwe eigenaar. CODE-CARD fig.
Met de sleutel bedient u het start-/contactslot van de auto. Knop Ë dient voor het op afstand ontgrendelen van de portieren en de achterklep en het uitschakelen van het alarm (indien aanwezig). Knop Á dient voor het op afstand vergrendelen van de portieren en de achterklep en het inschakelen van het alarm (indien aanwezig). Knop R dient voor het op afstand openen van de achterklep. Als de portieren worden ontgrendeld, wordt de interieurverlichting een bepaalde tijd ingeschakeld.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-038 Croma TRW NL:001-030 Croma TRW IT 12 30-11-2009 11:37 Pagina 12 Achterklep op afstand ontgrendelen/openen Druk de knop R in om op afstand de achterklep te ontgrendelen (openen); dit kan ook bij ingeschakeld diefstalalarm (indien aanwezig).
30-11-2009 11:37 Pagina 13 Als de afstandsbediening niet werkt (bijvoorbeeld bij een lege batterij), kan de metalen noodsleutel in de afstandsbediening gebruikt worden. Met de metalen noodsleutel bedient u het slot in het bestuurdersportier (het slot bevindt zich onder de handgreep aan de buitenzijde fig. 9). Ga voor het gebruik van de metalen noodsleutel in de afstandsbediening als volgt te werk fig. 10: ❒ plaats de borging A opzij en verwijder de metalen noodsleutel B; F0L0102m fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-038 Croma TRW NL:001-030 Croma TRW IT 14 30-11-2009 DIEFSTALALARM (indien aanwezig) WANNEER GAAT HET ALARM AF Het diefstalalarm wordt in de volgende gevallen geactiveerd: ❒ als een van de portieren, de motorkap of de achterklep ongeoorloofd wordt geopend (omtrekbeveiliging); ❒ als het start-/contactslot wordt bediend met een niet geautoriseerde sleutel
30-11-2009 11:37 Pagina 15 DASHBOARD EN BEDIENING ALARM UITSCHAKELEN fig. 12 Druk op de knop Ë van de sleutel met afstandsbediening. fig. 13 ❒ de portieren worden ontgrendeld. VOLUMETRISCHE BEVEILIGING KANTELSENSOR In de plafondverlichting voor bevinden zich de bewegingssensoren. Voor de juiste werking van de bewegingssensoren moeten de portieren, de zijruiten en het opendak (indien aanwezig) gesloten zijn.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-038 Croma TRW NL:001-030 Croma TRW IT 16 30-11-2009 MELDINGEN VAN INBRAAKPOGINGEN Iedere inbraakpoging wordt aangegeven door het branden van het controlelampje Y (indien aanwezig) op het instrumentenpaneel en het tegelijk verschijnen van een bericht op het display (zie het hoofdstuk „Lampjes en meldingen”).
fig. 16 F0L0100m Systeem inschakelen fig. 16 Het systeem schakelt in de volgende gevallen op alle portieren automatisch in: ❒ als u twee keer op de knop Á op de sleutel met de afstandsbediening drukt. Het systeem schakelt in de volgende gevallen automatisch op alle portieren uit: ❒ als de portieren m.b.v. de afstandsbediening worden ontgrendeld; ❒ als alleen het bestuurdersportier m.b.v. de afstandsbediening wordt ontgrendeld; ❒ als de contactsleutel in stand ON wordt gedraaid.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-038 Croma TRW NL:001-030 Croma TRW IT 18 30-11-2009 11:37 Pagina 18 Hieronder worden alle met de sleutels of met de metalen noodsleutel in te schakelen functies samengevat: Openen Sluiten portieren portieren en ontgrendelen en vergrendelen tankklepje tankklepje Knop Á kort indrukken Ruiten openen Sleutel met afstandsbediening Knop Ë kort indrukken
De sleutel kan in 3 standen worden gedraaid fig. 17: Inschakelen Het stuurslot schakelt na 5 seconden in, nadat de sleutel uit het contactslot is genomen na het uitzetten van de motor. ❒ OFF: motor uit, sleutel uitneembaar, stuurslot ingeschakeld. Enkele elektrische installaties werken (bijv. autoradio, elektrische ruitbediening enz.). ❒ ON: contact aan. Alle elektrische installaties werken. ❒ START: motor starten. Het contactslot is voorzien van een herstartbeveiliging.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-038 Croma TRW NL:001-030 Croma TRW IT 20 30-11-2009 ATTENTIE! Het is streng verboden om demontage-/montagewerkzaamheden uit te voeren, waarvoor wijzigingen in de stuurinrichting of de stuurkolom vereist zijn (bijv. bij montage van een diefstalbeveiliging).
30-11-2009 11:37 Pagina 21 BRANDSTOFMETER fig. 19 De brandstofmeter geeft het aantal liters brandstof aan dat in de tank aanwezig is. Het waarschuwingslampje A geeft aan dat er nog ongeveer 7 tot 9 liter brandstof aanwezig is. E – brandstoftank leeg. F – brandstoftank vol (zie de paragraaf „Tanken” in dit hoofdstuk). Rijd niet met een bijna lege brandstoftank: door een onregelmatige brandstoftoevoer kan de katalysator beschadigen. fig. 20 F0L0514m KOELVLOEISTOFTEMPERATUURMETER fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-038 Croma TRW NL:001-030 Croma TRW IT 22 30-11-2009 11:37 Pagina 22 MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY (indien aanwezig) De auto kan zijn uitgerust met een multifunctioneel display dat tijdens de rit nuttige informatie levert aan de bestuurder op basis van de instelling voor de gewenste gegevens. BEGINSCHERM fig.
„Datum” en „Klokje instellen” selecteren: – als u de knop MODE kort indrukt, kunt u de instelling selecteren die u wilt wijzigen (bijv. uren /minuten of jaar /maand /dag); – met de knop + of − (door de knop telkens in te drukken) kan de nieuwe instelling worden geselecteerd; – als u de knop MODE kort indrukt, kunt u de instelling opslaan en tegelijkertijd doorgaan naar de volgende menuoptie. Als deze menuoptie de laatste is, dan wordt teruggekeerd naar de daarvoor geselecteerde menuoptie.
DASHBOARD EN BEDIENING 001-038 Croma TRW NL:001-030 Croma TRW IT Voorbeeld: Italiano Brasilian VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN Deutsch English Español Turkçe ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN 30-11-2009 Français Nederland Polski Português 11:37 Pagina 24 Om vanuit het beginscherm te kunnen navigeren, moet u kort op de knop MODE drukken. Druk op de knop + of – om in het menu te navigeren.
INSTELBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY (indien aanwezig) A B VEILIGHEID F E fig. 25 C F0L0518m BEDIENINGSKNOPPEN fig. 26 + Om het scherm en de keuzemogelijkheden naar boven te doorlopen of de weergegeven waarde te verhogen. MODE Kort indrukken voor toegang tot het menu en/of naar het volgende scherm te gaan of de keuze te bevestigen. Even ingedrukt houden om terug te keren naar het beginscherm.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-038 Croma TRW NL:001-030 Croma TRW IT 26 30-11-2009 SETUP-MENU fig. 27 Het menu bestaat uit een aantal functies dat „cyclisch” wordt weergegeven. De functies kunnen met de knoppen + en − worden gekozen, waarna u keuzemogelijkheden kunt selecteren of instellingen (setup) kunt uitvoeren.
Español Français Turkçe Nederlands Portugês MENU VERLATEN MODE kort indrukken van de toets Dag Jaar Maand MODE kort indrukken van de toets MENU LAMPJES ONDERHOUD NOODGEVALLEN EN MELDINGEN EN ZORG BEEP SNELHEID SIDEBAG ACHTER SCHEMERSENSOR AIRBAG PASSAGIER SERVICE INSCHAKELING TRIP B BEEP GORDELS TIJD INSTELLEN VOLUME TOETSEN TECHNISCHE GEGEVENS DATUM INSTELLEN ZIE RADIO VOLUME WAARSCHUWINGEN SLEUTEL TAAL F0L4023g MEETEENHEID DASHBOARD EN BEDIENING Om vanuit het beginscherm te kunnen navige
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-038 Croma TRW NL:001-030 Croma TRW IT 28 30-11-2009 11:37 Pagina 28 FUNCTIES DISPLAY (zie Multifunctioneel display of Instelbaar multifunctioneel display) Beep Snelheid (Snelheidslimiet) Met deze functie kan de snelheidslimiet van de auto (km/h of mph) worden ingesteld.
– druk kort op de knop MODE; op het display knippert het eerder ingestelde niveau; – druk op de knop + of − om de keuze uit te voeren; – druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Met deze functie kan de weergave van Trip B (dagteller) worden ingeschakeld (On) of uitgeschakeld (Off). Met deze functie kan het klokje worden ingesteld met behulp van twee submenu's: „Tijd” en „Formaat”.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-038 Croma TRW NL:001-030 Croma TRW IT 30 30-11-2009 Opmerking Elke keer als u de knop + of − indrukt, wordt de waarde een eenheid verhoogd of verlaagd. Als u de knop ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door of terug. Als u dicht bij de juiste waarde bent, stelt u de exacte waarde in door de knop telkens in te drukken en los te laten.
– druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Als deze functie is ingeschakeld (On), worden de portieren automatisch vergrendeld als de auto sneller rijdt dan 20 km/h. Met deze functie kunnen de meeteenheden worden ingesteld in de submenu's: „Afstand”, „Verbruik” en „Temperatuur” (indien aanwezig).
30-11-2009 Als de meeteenheid afstand is ingesteld op „km”, kan de meeteenheid verbruik worden ingesteld op „km/l” of „l/100 km”. Als de meeteenheid afstand is ingesteld op „mijl”, geeft het display de hoeveelheid verbruikte brandstof aan in „mpg”. – als u in het submenu „Temperatuur” zit: druk kort op de knop MODE; op het display wordt „°C” of „°F” weergegeven, afhankelijk van de instelling; – druk op de knop + of − om de keuze uit te voeren.
Het akoestische signaal dat klinkt bij het indrukken van de knoppen MODE, + en −, kan worden ingesteld op 8 niveaus. Met deze functie kan worden weergegeven hoeveel kilometers of dagen nog resteren voordat een servicebeurt moet worden uitgevoerd.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS 34 MODE + – MODE Ga als volgt te werk: – druk op de knop MODE en druk, na het verschijnen op het display van het bericht (Bag pass: Off) (voor uitschakelen) of het bericht (Bag pass: On) (voor inschakelen) door op de knop + of − te drukken, nogmaals op de knop MODE; – op het display verschijnt de melding om de instelling te bevestigen; – selecteer door het indrukken van de knop + of − (Ja) (voor bevestiging van de inschakeling/uitschakeling) of (Nee) (om te ann
– selecteer door het indrukken van de knop + of − (Ja) (voor bevestiging van de inschakeling/uitschakeling) of (Nee) (om te annuleren); – druk kort op de knop MODE; er verschijnt een bevestiging van de gekozen instelling en er wordt teruggekeerd naar het menuscherm of, wanneer de knop even ingedrukt wordt gehouden, naar het beginscherm zonder op te slaan.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 001-038 Croma TRW NL:001-030 Croma TRW IT 36 30-11-2009 Menu verlaten Laatste functie waarmee de instellingen uit het menuscherm worden afgesloten. Druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Als u de knop – indrukt, wordt teruggekeerd naar de eerste menuoptie (Snelh. Lim.).
Autonomie (actieradius) Geeft doorlopend de wijziging in het brandstofverbruik aan. Als de auto stilstaat met draaiende motor wordt „– – – –” op het display weergegeven. Geeft globaal het aantal kilometers aan dat nog gereden kan worden met de brandstof in de brandstoftank, waarbij ervan uit wordt gegaan dat de rijstijl niet verandert. Op het display verschijnt de indicatie „– – – –” als: – de actieradius kleiner is dan 50 km (of 30 mijl) – de auto langere tijd met draaiende motor stilstaat.
001-038 Croma TRW NL:001-030 Croma TRW IT 30-11-2009 DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID Reset GENERAL TRIP Einde rit Begin nieuwe rit Reset GENERAL TRIP Einde rit Begin nieuwe rit ˙ GENERAL TRIP Reset TRIP B fig.
VOORSTOELEN MET HANDBEDIENDE VERSTELLING fig. 32 Verstellen in lengterichting Trek de hendel A omhoog en schuif de stoel naar voren of naar achteren: als u rijdt, moeten de armen licht gebogen zijn en de handen op de stuurwielrand steunen. Hoogteverstelling Beweeg de hendel B herhaaldelijk omhoog of omlaag totdat de gewenste zithoogte is bereikt. BELANGRIJK De verstelling is alleen mogelijk als u op de bestuurdersstoel zit. Verstellen van de rugleuning Draai de knop C. fig.
30-11-2009 11:38 Pagina 40 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 039-069 Croma TRW NL:039-061 Croma TRW IT 40 fig. 33 F0L0377m Zithoekverstelling (indien aanwezig) fig. 33 Beweeg de hendel E herhaaldelijk omhoog of omlaag voor de gewenste stand. BELANGRIJK De verstelling is alleen mogelijk als u op de bestuurdersstoel zit. fig. 34 F0L0378m Stoelverwarming fig.
Bedien de knop A voor de hoogteverstelling van het voorste of achterste deel van de stoel. Ga als volgt te werk: Instellingen van de bestuurdersstoel opslaan fig. 36 F0L0173m VOORSTOELEN MET ELEKTRISCHE VERSTELLING (indien aanwezig) fig. 36 De stoelen kunnen versteld worden als de contactsleutel in stand ON staat of gedurende 1 minuut nadat de contactsleutel in stand OFF is gezet of is uitgenomen, of gedurende 3 minuten na opening van de portieren.
039-069 Croma TRW NL:039-061 Croma TRW IT 30-11-2009 11:38 Pagina 42 DASHBOARD EN BEDIENING HOOFDSTEUNEN VOOR fig. 38 VEILIGHEID Deze zijn in hoogte verstelbaar en vergrendelen automatisch in de gewenste stand. STARTEN EN RIJDEN ZITPLAATSEN ACHTER ❒ omlaag verplaatsen: druk op de knop A en duw de hoofdsteun omlaag. Ontgrendeling rugleuning fig. 37 ACHTER fig. 39 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS fig.
Pagina 43 DASHBOARD EN BEDIENING STUURWIEL Het stuurwiel kan zowel in lengterichting als in hoogte worden versteld. ❒ vergrendel de hendel door deze naar voren te drukken (stand 1); ❒ plaats het stuur in de gewenste stand; fig. 40 ❒ vergrendel de hendel door hem naar het stuur te trekken (stand 2). F0L0391m ATTENTIE! Het stuur mag alleen worden versteld als de auto stilstaat.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 039-069 Croma TRW NL:039-061 Croma TRW IT 44 30-11-2009 11:38 Pagina 44 SPIEGELS BINNENSPIEGEL fig. 41 De binnenspiegel is voorzien van een beveiligingsmechanisme, waardoor de spiegel bij een krachtig contact met een inzittende losschiet. Met het hendeltje A kan de spiegel in twee standen worden gezet: normale of antiverblindingsstand. fig.
❒ houd een van de knoppen voor het opslaan/oproepen van een stand van de stoel ten minste 3 seconden ingedrukt. Gelijktijdig met de „parkeer”-stand van de buitenspiegel aan passagierszijde worden ook de stand van de buitenspiegel en de positie van de stoel aan bestuurderszijde in het geheugen opgeslagen. Als de stand van de spiegel is opgeslagen, klinkt een akoestisch signaal.
039-069 Croma TRW NL:039-061 Croma TRW IT 30-11-2009 11:38 Pagina 46 DASHBOARD EN BEDIENING ATTENTIE! Tijdens het rijden moeten de spiegels altijd in stand A VEILIGHEID staan. STARTEN EN RIJDEN De spiegel kan (bijv. bij nauwe doorgangen) van stand A in stand B worden geklapt. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS fig. 44 ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN F0L0015m 46 Handmatig inklappen fig. 44 fig. 45 F0L0387m Elektrisch inklappen (indien aanwezig) fig.
039-069 Croma TRW NL:039-061 Croma TRW IT 30-11-2009 11:38 Pagina 47 fig. 46 F0L0359m 1 Vaste luchtroosters aan de zijkant – 2 Verstelbare luchtroosters aan de zijkant – 3 Vast luchtrooster boven – 4 Vast luchtrooster in het midden – 5 Kantelbare luchtroosters in het midden – 6 Luchtroosters onder – 7 Luchtroosters onder voor de zitplaatsen achter – 8 Verstelbare luchtroosters voor de zitplaatsen achter.
30-11-2009 11:38 Pagina 48 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 039-069 Croma TRW NL:039-061 Croma TRW IT 48 fig. 47 F0L0015m fig. 48 F0L0311m fig. 49 F0L0311m LUCHTROOSTERS IN HET MIDDEN fig. 47 LUCHTROOSTERS AAN DE ZIJKANT fig. 48 LUCHTROOSTERS ACHTER fig.
30-11-2009 11:38 Pagina 49 DASHBOARD EN BEDIENING HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING VEILIGHEID BEDIENINGSKNOPPEN fig. 50 A: draaiknop voor de luchtverdeling; D: drukknop voor inschakelen functie MAX-DEF (snelle ontdooiing/ontwaseming voorruit en zijruiten voor); F0L0153m fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 039-069 Croma TRW NL:039-061 Croma TRW IT 50 30-11-2009 11:38 Pagina 50 VERWARMING VAN HET INTERIEUR SNELLE VERWARMING Ga als volgt te werk: ❒ sluit alle luchtroosters op het dashboard; ❒ draai de knop C geheel naar rechts (in het rode vlak); ❒ draai de knop E op de gewenste snelheid; ❒ draai de knop A in stand: ™ voor verwarming van de beenruimten
❒ draai de knop C in het rode vlak; ❒ draai de knop E in stand 2; ❒ draai de knop A in stand y of ™ als de ruiten niet beslagen zijn. BELANGRIJK De airconditioning is zeer bruikbaar om het beslaan van de ruiten te voorkomen: het is daarom voldoende om de bedieningsknoppen op ontwasemen te zetten zoals hiervoor beschreven is en de airconditioning in te schakelen door de knop B in te drukken. De functie is voorzien van een tijdschakeling, waardoor de functie na 30 minuten automatisch wordt uitgeschakeld.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 039-069 Croma TRW NL:039-061 Croma TRW IT 52 30-11-2009 AIRCONDITIONING (koelen) Ga als volgt te werk: ❒ draai de knop C in het blauwe vlak; ❒ draai de knop E op de gewenste snelheid; ❒ draai de knop A in stand O; ❒ schakel de recirculatiefunctie in door op de knop G te drukken (lampje op de knop brandt); ❒ druk op de knop B om de aircocompressor in te sch
❒ aanjagersnelheid (traploze regeling van de luchtstroom); ❒ inschakeling van de compressor (voor koelen en drogen van de lucht); ❒ luchtrecirculatie. De handmatige instellingen hebben voorrang boven de automatische instellingen en blijven in het geheugen opgeslagen totdat de gebruiker de regeling weer overlaat aan de automatische werking door de betreffende knop in te drukken, behalve in de gevallen dat het systeem om veiligheidsredenen ingrijpt.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 039-069 Croma TRW NL:039-061 Croma TRW IT 54 30-11-2009 11:38 Pagina 54 BEDIENINGSKNOPPEN A: drukknop voor in-/uitschakelen luchtrecirculatie en AQS-functie B: drukknop voor instellen luchtverdeling aan bestuurderszijde C: drukknop voor inschakelen functie AUTO (automatische werking) bestuurderszijde D: display met informatie over klimaatregeling E: druk
❒ -, voor een snelle ontwaseming/ontdooiing van de ruiten voor, de achterruit en de buitenspiegels; ❒ (, voor het ontwasemen/ontdooien van de achterruit en de buitenspiegels. Als een of meer functies handmatig zijn aangepast, dan blijft de regeling van de luchttemperatuur automatisch plaatsvinden, behalve als de compressor is uitgeschakeld: als de compressor is uitgeschakeld, dan kan er geen lucht in het interieur worden gevoerd waarvan de temperatuur lager is dan de buitentemperatuur.
30-11-2009 Pagina 56 Voor het uitschakelen van de functie is het voldoende om de temperatuurknop naar links te draaien en de gewenste temperatuur in te stellen. ❒ Functie HI (maximale verwarming): wordt ingeschakeld als de draaiknop van de temperatuur naar links wordt gedraaid, voorbij de maximale waarde (16 °C). Deze functie kan worden geactiveerd voor alleen de bestuurderszijde of de passagierszijde voor of voor beide zijden (ook door de functie MONO te selecteren).
30-11-2009 11:38 Pagina 57 DASHBOARD EN BEDIENING ▲ Lucht uit de luchtroosters in de ▼ beenruimten voor en achter en de ▲ ˙ Luchtstroom verdeeld over de luchtroosters van de voorruit en de luchtroosters in het midden/aan de zijkant van het dashboard. Deze luchtverdeling zorgt voor een goede koeling van het interieur in de zomer. De ingestelde luchtverdeling wordt weergegeven door het gaan branden van de betreffende symbolen op het display.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 039-069 Croma TRW NL:039-061 Croma TRW IT 58 30-11-2009 11:38 Pagina 58 BELANGRIJK Als het systeem vanwege handmatige instellingen de gewenste temperatuur in de verschillende zones niet meer kan garanderen en handhaven, knippert de ingestelde temperatuur om aan te geven dat het systeem een probleem heeft gesignaleerd; na een minuut dooft het opschrift AU
❒ geforceerd uitgeschakeld (recirculatie altijd uitgeschakeld en luchttoevoer van buiten), aangegeven door het symbool op het display. ê Deze mogelijkheden kunnen worden ingeschakeld door meerdere keren op de recirculatieknop A te drukken. Als de recirculatie een lange tijd (meer dan 25 minuten aaneengesloten) ingeschakeld is geweest, wordt de recirculatie om veiligheidsredenen automatisch gedurende 1 minuut uitgeschakeld om de lucht in het interieur te verversen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 039-069 Croma TRW NL:039-061 Croma TRW IT 60 30-11-2009 Knop voor uitschakeling van de aircocompressor L Als u de knop √ indrukt als het symbool op het display wordt weergegeven, schakelt de aircocompressor uit.
Als u de knop voor maximale ontdooiing/ontwaseming indrukt, of de knoppen voor de luchtverdeling of de draaiknop bedient voor de temperatuurregeling, schakelt het systeem de functie maximaal ontdooien/ontwasemen uit en worden alle bedrijfsomstandigheden van voor het inschakelen van de functie hersteld. Dit systeem zorgt voor een snellere verwarming van het interieur bij koud weer. De hulpverwarming schakelt automatisch in nadat u de contactsleutel in stand ON hebt gezet.
30-11-2009 11:38 Pagina 62 BUITENVERLICHTING Met de linker hendel bedient u de buitenverlichting. De buitenverlichting werkt uitsluitend als de contactsleutel in stand ON staat. VERLICHTING UIT fig. 54 Draaiknop in stand å. fig. 54 F0L0021m BUITENVERLICHTING fig. 55 ALFABETISCH REGISTER 62 fig. 57 F0L0024m GROOTLICHT fig. 57 Draai de draaiknop in stand 6. Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje 3 branden.
fig. 58 F0L0025m fig. 59 F0L0026m GROOTLICHTSIGNAAL fig. 58 RICHTINGAANWIJZERS fig. 59 Trek de hendel naar het stuurwiel (1e onvergrendelde stand), ongeacht de stand van de draaiknop. Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje 1 branden. Zet de hendel in de vergrendelde stand: ❒ omhoog (stand 1): inschakeling rechter richtingaanwijzer; ❒ omlaag (stand 2): inschakeling linker richtingaanwijzer. Op het instrumentenpaneel knippert het controlelampje F of D.
30-11-2009 11:38 DASHBOARD EN BEDIENING 039-069 Croma TRW NL:039-061 Croma TRW IT VEILIGHEID F0L1150i STARTEN EN RIJDEN Met dit systeem kan de ruimte voor de auto een bepaalde tijd worden verlicht. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN F0L0027m fig. 60 64 Pagina 64 „FOLLOW ME HOME” SYSTEEM Inschakelen fig.
30-11-2009 11:38 Pagina 65 DASHBOARD EN BEDIENING RUITEN REINIGEN fig. 63 A: ruitenwissers uitgeschakeld B: wissen met interval. Draai als de hendel in stand B staat, de draaiknop F in een van de vier intervalstanden: , = zeer lang interval -- = lang interval --- = gemiddeld interval ---- = kort interval C: langzaam continu wissen; D: snel continu wissen; E: tijdelijk snel wissen (onvergrendelde stand). fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 039-069 Croma TRW NL:039-061 Croma TRW IT 66 30-11-2009 11:38 Pagina 66 REGENSENSOR (indien aanwezig) Uitschakelen fig. 64 De regensensor bevindt zich achter de binnenspiegel en staat in contact met de voorruit.
Deze werken uitsluitend als de contactsleutel in stand ON staat. De „verzonken” koplampsproeiers zijn in de voorbumper van de auto gemonteerd en treden in werking als u, bij ingeschakeld dimlicht, de ruitensproeiers inschakelt. Als u de draaiknop A van stand å in stand ' zet, dan werkt de achterruitwisser als volgt: ❒ in intervalstand als de ruitenwissers voor niet zijn ingeschakeld; ❒ synchroon (met de helft van de frequentie van de ruitenwissers voor) als de ruitenwissers voor zijn ingeschakeld.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 039-069 Croma TRW NL:039-061 Croma TRW IT 68 30-11-2009 11:38 Pagina 68 CRUISE-CONTROL (snelheidsregelaar) (indien aanwezig) Dit is een elektronisch hulpmiddel, waardoor de auto (bij een snelheid boven 30 km/h) op lange, rechte en droge trajecten en bij weinig verandering in de rij-omstandigheden (bijv.
Het systeem kan als volgt door de bestuurder worden uitgeschakeld: ❒ trap het gaspedaal in en sla vervolgens de nieuwe snelheid op; ❒ door de draaiknop A in stand OFF te draaien; of ❒ door de motor uit te zetten; ❒ plaats de hendel omhoog (+). ❒ door het rempedaal in te trappen of de handrem aan te trekken; Telkens als de hendel wordt bediend, wordt de snelheid iets verhoogd (ongeveer 1 km/h). Als de hendel omhoog wordt gehouden, verandert de snelheid traploos.
DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 70 PLAFONDVERLICHTING VOOR fig. 66 Zonneklepverlichting Druk op het lampenglas bij punt A voor het in-/uitschakelen van de zonneklepverlichting aan bestuurderszijde of druk op het lampenglas bij punt C voor het in-/uitschakelen van de zonneklepverlichting aan passagierszijde.
VEILIGHEID F0L0035m MISTLAMPEN VOOR (indien aanwezig) fig. 69 Druk bij ingeschakelde buitenverlichting op knop 5. Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje 5 branden. Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop. ATTENTIE! Het gebruik van de waarschuwingsknipperlichten is afhankelijk van de wetgeving van het land waarin u zich bevindt. Houdt u aan de voorschriften.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING NOODSCHAKELAAR VOOR ONDERBREKING BRANDSTOFTOEVOER EN ELEKTRISCHE VOEDING 72 fig. 70 F0L0230m fig. 71 F0L0036m MISTACHTERLICHT fig. 70 PARKEERVERLICHTING fig. 71 Druk op knop 4 voor inschakeling van het mistachterlicht. Het mistachterlicht werkt alleen als het dimlicht is ingeschakeld.
DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID Ga voor het inschakelen van de schakelaar voor de elektrische voeding als volgt te werk: ❒ druk om de brandstofnoodschakelaar weer in te schakelen op knop A; ❒ open de motorkap; ❒ druk op de borgingen B en verwijder het beschermdeksel C; Brandstofnoodschakelaar weer inschakelen fig. 72 Druk om de brandstofnoodschakelaar weer in te schakelen op knop A. Veiligheidsschakelaar voor elektrische voeding (indien aanwezig) weer inschakelen fig.
Als u het hendeltje A-fig. 75 indrukt, kunt u de armsteun voor omhoogklappen, waarna een opbergvak/gsm-houder bereikbaar is. Als u daarna het deksel B-fig. 75 omhoogplaatst, krijgt u toegang tot het koel/ warmhoudvak dat in verbinding staat met uitstroomopening D-fig. 77 van de klimaatregeling.
DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID ARMSTEUN ACHTER (indien aanwezig) F0L0038m DASHBOARDKASTJE fig. 81 Trek de handgreep in de richting van de pijl om het dashboardkastje te openen. Klap de armsteun A-fig. 78 voor gebruik omlaag, zoals aangegeven in de figuur. In de armsteun achter zijn twee beker/blikjeshouders (indien aanwezig) geplaatst. Om de houders te gebruiken, moet de lip B-fig. 79 in de richting van de pijl worden getrokken. fig.
DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 76 fig. 82 F0L0039m OPBERGVAKJE fig. 82 fig. 83 F0L0053m fig. 84 F0L0040m BRILLENHOUDER (indien aanwezig) fig. 83 AANSTEKER (indien aanwezig) fig. 84 Deze bevindt zich in de hemelbekleding, bij de handgreep aan bestuurderszijde. Deze is op de tunnelconsole geplaatst naast de handrem. Deze zijn in de console voor geplaatst.
DASHBOARD EN BEDIENING De asbak is in de tunnelconsole geplaatst; plaats voor gebruik het klepje A-fig. 85 omhoog. De asbak kan uit de houder worden getrokken om te worden geleegd. In de armsteunen van de passagiersportieren is een asbak geplaatst; plaats voor gebruik het klepje omhoog. De asbak B-fig. 86 kan uit de houder worden getrokken om te worden geleegd. fig. 88 F0L0042m ZONNEKLEPPEN fig. 87 STEKKERDOOS fig. 88 De zonnekleppen zitten aan beide zijden naast de binnenspiegel.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING OPENDAK (indien aanwezig) 78 fig. 89 F0L0312m ZONNESCHERMEN ACHTER (indien aanwezig) fig. 89 Enkele uitvoeringen hebben op de achterportieren verschuifbare zonneschermen, die voorzien zijn van oprolautomaten en bijbehorende drukveren. Voor het gebruik moet het zonnescherm worden uitgerold m. b. v. lip A en worden vastgehaakt aan de bovenste borgingen B.
Openen/sluiten achterste zonnescherm Het achterste zonnescherm moet met de hand worden geopend/gesloten. Dit beveiligingssysteem is aanwezig op het voorste profiel van het zonnescherm en is actief tijdens de hele sluitprocedure van het zonnescherm. Als een obstakel wordt gesignaleerd, dan wordt de ruitbeweging over een korte afstand in tegengestelde richting uitgevoerd.
DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 80 Initialisatie van het zonnescherm Ga als volgt te werk: ❒ Sluit het opendak volledig; ❒ draai de contactsleutel 10 seconden in stand OFF; ❒ draai de contactsleutel in stand ON; ❒ draai de draaiknop in de sluitstand in en houd deze ingedrukt, totdat wordt waargenomen dat de mechanische aanslag is bereikt; ❒ de initialisatie is beëindigd. fig.
DASHBOARD EN BEDIENING PORTIEREN F0L0100m F0L0112m KINDERVEILIGHEIDSSLOT fig. 95 Van binnenuit fig. 94 Hierdoor kunnen de achterportieren niet van binnenuit geopend worden. Druk bij gesloten portieren op de knop A of de knop B, in het midden op het dashboard, om de portieren respectievelijk te vergrendelen of te ontgrendelen. BELANGRIJK De centrale portiervergrendeling werkt niet als een portier niet goed gesloten is of als er een storing in het systeem is.
DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 82 ELEKTRISCHE RUITBEDIENING INITIALISATIE VAN DE RUITBEDIENING Alle uitvoeringen zijn uitgerust met een veiligheidssysteem dat een eventueel obstakel kan waarnemen als de ruit sluit; in dat geval onderbreekt het systeem de ruitbeweging en wordt, afhankelijk van de stand van de ruit, de ruit onmiddellijk geopend.
DASHBOARD EN BEDIENING D openen/sluiten zijruit rechtsachter; „automatisch continue” werking alleen tijdens het openen van de ruit; Bestuurderszijde fig.
DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 84 BAGAGERUIMTE De achterklep (indien ontgrendeld) kan alleen van buitenaf geopend worden met behulp van de elektrische ontgrendelhendel boven de kentekenplaathouder fig. 99. De achterklep kan bovendien altijd worden geopend als de portieren van de auto ontgrendeld zijn.
F0L0047m ACHTERKLEP IN GEVAL VAN NOOD OPENEN fig. 101 Om de achterklep vanuit het interieur te openen (bij een lege accu of bij een storing in het elektrische systeem van de achterklep zelf), moet als volgt te werk worden gegaan (zie „Bagageruimte vergroten” in dit hoofdstuk): ❒ laat de hoofdsteunen achter geheel zakken; ATTENTIE! Rijd niet met voorwerpen op de hoedenplank: bij een ongeval of bruusk remmen kunnen ze de passagiers verwonden.
DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 86 fig. 102 F0L0009m fig. 103 F0L0113m ❒ trek de hendel A of B-fig. 102 omhoog om respectievelijk het linker of het rechter deel van de rugleuning te ontgrendelen en plaats de rugleuning op de zitting. fig. 105 F0L0115m Maximale vergroting fig. 105 Als de achterbank wordt neergeklapt, is de bagageruimte maximaal vergroot.
De rolhoes A kan worden opgerold en verwijderd. Om de rolhoes op te rollen, moet u de twee achterste pennen B verwijderen uit de zittingen en de hoes begeleiden bij het oprollen. F0L0118m Rolhoes verwijderen fig. 107 Ga voor het verwijderen van de rolhoes als volgt te werk: ❒ rol de hoes op zoals hiervoor beschreven; ❒ verwijder het rolmechanisme C door het opzij te duwen (richting 1) en vervolgens op te tillen (richting 2).
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING BELANGRIJK Plaats de veiligheidsgordels op de juiste wijze terug als de achterbank weer in de normale gebruiksstand wordt gezet, zodat ze altijd direct klaar voor gebruik zijn. 88 fig. 108 F0L0233m ACHTERBANK TERUGPLAATSEN fig. 108 Plaats de rugleuningen omhoog en druk de leuningen naar achteren, totdat beide borgmechanismen hoorbaar inklikken.
DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID Laadvloer op het laagste niveau plaatsen (indien aanwezig) Ga als volgt te werk om de laadvloer weer in de hoogste stand te zetten: Om de capaciteit van de bagageruimte verder te vergroten, kan de laadvloer als volgt worden verlaagd fig. 111: ❒ trek de handgreep A-fig. 109 omhoog door op het door de pijl aangegeven punt bij het opschrift „PUSH” te drukken; til vervolgens m. b. v.
DASHBOARD EN BEDIENING MOTORKAP OPENEN ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID Ga als volgt te werk: 90 ❒ trek de hendel A-fig. 116 in de richting van de pijl zodat het slot van de motorkap ontgrendelt; fig. 114 F0L0237m Op enkele uitvoeringen is een bagagenet beschikbaar dat kan worden vastgemaakt aan de bevestigingsringen fig. 114.
SLUITEN fig. 118 Ga als volgt te werk: ❒ houd de motorkap met een hand omhoog, trek met de andere hand de stang C uit de zitting E en plaats de steunstang terug in de klem D; fig. 117 F0L0524m ❒ laat de motorkap tot op ongeveer 20 cm van de motorruimte zakken, laat de motorkap vallen en controleer of de motorkap goed is gesloten door de motorkap op te tillen. De motorkap mag niet alleen door de beveiliging vergrendeld zijn.
DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 92 IMPERIAAL/ SKIDRAGER De imperiaal/skidrager moet op het dak bevestigd worden bij de punten Afig. 119. Om de punten te bereiken, moet u de betreffende klepjes als volgt optillen: ❒ bij uitvoeringen met opendak: verwijder de klepjes m. b. v. de bijgeleverde schroevendraaier zodat de bevestigingspunten fig.
DASHBOARD EN BEDIENING KOPLAMPEN De stand kan worden geregeld als de contactsleutel in stand ON staat en de dimlichten zijn ingeschakeld. Als de auto is beladen en achterover helt, schijnt de lichtbundel meer omhoog. De stand van de koplampen moet nu worden gecorrigeerd. F0L0051m fig. 124 F0L0519m Koplampen afstellen fig. 122 Druk op de knop A op het schakelaarpaneel; als de auto is uitgerust met gasontladingslampen (Xenon), dan wordt de koplampafstelling elektronisch geregeld en ontbreekt knop A.
DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 94 MISTLAMPEN VOOR AFSTELLEN KOPLAMPAFSTELLING IN HET BUITENLAND ABS Wendt u voor controle of afstelling tot het Fiat Servicenetwerk. De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik in het land waarin de auto is verkocht.
BRAKE ASSIST (remregeling bij noodstops) (indien aanwezig) ATTENTIE! Als het ABS in werking treedt, dan is de grip van de banden op het wegdek beperkt: u dient uw snelheid te verlagen en aan te passen aan de beschikbare grip. Dit systeem, dat niet kan worden uitgeschakeld, herkent noodstops (op basis van de snelheid waarmee het rempedaal wordt ingetrapt) en verhoogt de druk in het remcircuit aanzienlijk. ATTENTIE! Het ABS maakt zoveel mogelijk gebruik van de beschikbare grip maar kan deze niet verhogen.
DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN ESP-SYSTEEM (Electronic Stability Program) (indien aanwezig) Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de auto als de wielen hun grip verliezen, waardoor de auto beter op koers blijft. De werking van het ESP is uitermate nuttig als de grip op het wegdek wisselt.
Het ASR-systeem is vooral nuttig onder de volgende omstandigheden: ❒ doorslippen van het binnenste wiel in bochten, door verandering van de wielbelasting of door te felle acceleratie; ❒ te hoog vermogen naar de wielen, ook in samenhang met de condities van het wegdek; ❒ acceleratie op gladde wegen en bij sneeuw en ijzel; ❒ verlies van grip op natte weggedeelten (aquaplaning). IN-/UITSCHAKELING VAN HET SYSTEEM fig. 125 Het ASR-systeem schakelt automatisch in als de motor wordt gestart.
DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 98 Schakel het ASR-systeem uit als u met sneeuwkettingen rijdt: onder deze omstandigheden levert het doorslaan van de aangedreven wielen juist meer trekkracht op. ATTENTIE! De prestaties van het systeem mogen de bestuurder er niet toe verleiden onnodige en onverantwoorde risico’s te nemen.
LET OP De regeleenheid controleert de spanning van de vier gemonteerde banden en niet die van het noodreservewiel. Wij raden u daarom aan bij het controleren van de bandenspanning ook altijd die van het noodreservewiel te controleren. LET OP Wees zeer zorgvuldig bij het controleren of herstellen van de bandenspanning. Een te hoge spanning vermindert de grip op het wegdek, verhoogt de belasting op de wielophanging en de wielen en veroorzaakt een onregelmatige slijtage van de banden.
DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 100 AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK VAN HET TPMS Storingsmeldingen worden niet opgeslagen en worden dus niet aangegeven als de motor wordt uitgezet en vervolgens weer wordt gestart. Als de storingen blijven bestaan, stuurt de regeleenheid de betreffende meldingen pas naar het instrumentenpaneel als de auto een korte tijd rijdt.
❒ 2 tweeter luidsprekers in de achterportieren met elk een piekvermogen van 40 W; ❒ 2 mid-woofer luidsprekers in de achterportieren met een diameter van 165 mm en met elk een piekvermogen van 40 W; ❒ 1 subwoofer-box bass reflex met geïntegreerde meerkanaalsversterker (4 kanalen van 25 W RMS + 2 kanalen van 40 W RMS voor het aansturen van de woofer 165 mm) met ASP en SRS WOW effect. F0L0535m Draai voor het monteren de steel A rechtsom 2 totdat de antenne geheel recht in de houder is gesloten.
DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 102 BELANGRIJK Als door de montage van systemen de kenmerken van de auto worden gewijzigd, kan het kentekenbewijs worden ingenomen door de bevoegde instanties en eventueel de garantie komen te vervallen bij defecten die veroorzaakt zijn door de bovengenoemde modificatie of op defecten die direct of indirect daarvan het gevolg zijn. Fiat Auto S.p.A.
De sensoren worden automatisch weer ingeschakeld als u de aanhangerstekker loskoppelt. In wastunnels waar gebruik wordt gemaakt van stoom of hogedrukreiniging, moeten de sensoren kort worden gereinigd. Houd hierbij de spuitlans op meer dan 10 cm afstand. ATTENTIE! De verantwoordelijkheid tijdens het parkeren en andere gevaarlijke handelingen ligt altijd en overal bij de bestuurder.
DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 104 TANKEN BENZINEMOTOREN Tank uitsluitend loodvrije benzine. Om vergissingen te voorkomen is de diameter van de vulpijp van de tank kleiner, zodat het vulpistool voor loodhoudende benzine er niet in past. Het octaangetal van de benzine moet ten minste 95 RON zijn.
fig. 128 F0L0137m TANKDOP fig. 128 Het slot van het tankklepje wordt automatisch bediend door de centrale portiervergrendeling. In geval van nood (bijv. bij een storing in de elektrische installatie) kunt u het tankklepje ontgrendelen door aan het koordje B te trekken. Het koordje is bereikbaar na het verwijderen van het zijpaneel rechts A. Om te tanken moet u het klepje C-fig. 129 openen en vervolgens de dop D losdraaien.
DASHBOARD EN BEDIENING VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 106 ATTENTIE! Onder normale bedrijfsomstandigheden bereikt het roetfilter (DPF) hoge temperaturen. Parkeer daarom niet boven brandbare materialen (gras, droge bladeren, dennennaalden enz.): brandgevaar. ATTENTIE! Onder normale bedrijfsomstandigheden bereikt de katalysator hoge temperaturen.
SBR-SYSTEEM ........................................................................ 109 GORDELSPANNERS............................................................ 110 KINDEREN VEILIG VERVOEREN..................................... 112 MONTAGEVOORBEREIDING VOOR „ISOFIX UNIVERSEEL”-KINDERZITJE ............................ 117 FRONTAIRBAGS .................................................................. 118 ZIJ-AIRBAGS ..........................................................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 107-126 Croma TRW NL:107-118 Croma TRW IT 108 30-11-2009 11:39 Pagina 108 VEILIGHEIDSGORDELS GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS Ga goed rechtop zitten, steun tegen de rugleuning en leg dan de gordel om. Trek de gordel uit en maak de gordel vast door de gesp A-fig. 1 in de sluiting B-fig. 1 te drukken, totdat hij hoorbaar blokkeert.
fig. 3 F0L0233m BELANGRIJK Als de rugleuning goed is vergrendeld, dan is de „rode band” B-fig. 3 naast de hendels A-fig. 3 niet meer zichtbaar. Als de „rode band” zichtbaar is, is de rugleuning niet goed vergrendeld. Als de rugleuning in de normale gebruiksstand wordt gezet, controleer dan of de rugleuning hoorbaar vergrendelt. BELANGRIJK Plaats de veiligheidsgordels op de juiste wijze terug als de achterbank weer in de normale gebruiksstand wordt gezet, zodat ze altijd direct klaar voor gebruik zijn.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 107-126 Croma TRW NL:107-118 Croma TRW IT 110 30-11-2009 11:40 Pagina 110 GORDELSPANNERS De gordelspanner behoeft geen enkel onderhoud of smering. Voor een nog effectievere bescherming zijn de veiligheidsgordels van de auto voorzien van gordelspanners (achter als optie). Dit systeem trekt bij een heftige botsing de gordel enige centimeters aan.
30-11-2009 11:40 Pagina 111 De bestuurder is verplicht zich te houden aan de wettelijke voorschriften met betrekking tot het verplichte gebruik van de veiligheidsgordels (en de inzittenden erop attent te maken). Leg de veiligheidsgordel altijd om voordat u vertrekt. Ook zwangere vrouwen moeten een gordel dragen: ook voor hen (zowel voor de aanstaande moeder als het kind) is de kans op letsel bij een ernstig ongeval kleiner als ze een gordel dragen.
30-11-2009 ATTENTIE! Als de gordel aan een zware belasting wordt blootgesteld (bijvoorbeeld tijdens een ongeval), dan moet de gordel samen met de verankeringen, bevestigingspunten en de gordelspanners worden vervangen. Ook als de schade niet zichtbaar is, dan kan de gordel toch verzwakt zijn.
In het Fiat Lineaccessori-programma zijn kinderzitjes opgenomen voor elke gewichtsgroep. Deze zijn speciaal ontworpen en ontwikkeld voor de Fiat-modellen.
30-11-2009 11:40 Pagina 114 VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 107-126 Croma TRW NL:107-118 Croma TRW IT STARTEN EN RIJDEN GROEP 2 Kinderen met een gewicht tussen 9 en 18 kg moeten met het gezicht naar voren worden vervoerd in kinderzitjes met een voorste kussen, waarbij de veiligheidsgordel van de auto zowel het kinderzitje als het kind op zijn plaats moet houden fig. 8. Kinderen met een gewicht tussen 15 en 25 kg kunnen direct door de veiligheidsgordels van de auto worden beschermd.
ZITPLAATS fig. 10 Groep Gewicht Passagier voor Passagier achter aan de zijkant Passagier in het midden Groep 0, 0+ tot 13 kg U (▼) U * Groep 1 9-18 kg U (▼) U * Groep 2 15-25 kg U (▼) U * Groep 3 22-36 kg U (▼) U * F0L0066m GROEP 3 Bij kinderen met een gewicht tussen 22 en 36 kg is de borstomvang van dien aard dat de kinderen gewoon tegen de rugleuning kunnen steunen en niet meer in een kinderzitje hoeven te worden vervoerd. In fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 107-126 Croma TRW NL:107-118 Croma TRW IT 116 30-11-2009 11:40 Pagina 116 Belangrijke veiligheidsnormen voor het vervoeren van kinderen die moeten worden opgevolgd 4) Controleer of de gordels goed zijn vastgemaakt door aan de gordelband te trekken.
30-11-2009 11:40 Pagina 117 F0L0121m fig. 13 F0L0122m In fig. 11 is een voorbeeld gegeven van het kinderzitje. Het Isofix Universeel-kinderzitje is er voor drie gewichtsgroepen: 1. Vanwege het verschillende bevestigingssysteem, moet het kinderzitje aan de daarvoor bestemde onderste metalen beugels A-fig. 12 worden bevestigd. Deze bevinden zich tussen de rugleuning en zitting van de achterbank. Bevestig daarna de bovenste riem (bij het kinderzitje geleverd) aan de beugel B-fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 107-126 Croma TRW NL:107-118 Croma TRW IT 118 30-11-2009 11:40 Pagina 118 GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE ISOFIX UNIVERSEEL KINDERZITJES FRONTAIRBAGS In de volgende tabel worden, conform de Europese wetgeving ECE 16, de mogelijkheden weergegeven van de montage van de Isofix Universeel-kinderzitjes op de zitplaatsen die zijn uitg
❒ bij frontale botsingen, met een ander deel van de auto dan het front, tegen makkelijk vervormbare objecten (bijv. als het voorspatbord tegen de vangrail komt of tegen grindhopen); ATTENTIE! Plaats geen stickers of andere objecten op het stuurwiel, op het deksel van de airbag aan passagierszijde of op de zijkant van de hemelbekleding. Plaats geen voorwerpen op het dashboard aan passagierszijde omdat deze het correct opblazen van de airbag aan passagierszijde kunnen verhinderen.
30-11-2009 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 107-126 Croma TRW NL:107-118 Croma TRW IT 120 fig. 15 F0L0068m FRONTAIRBAG AAN PASSAGIERSZIJDE fig. 15 Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen met een groter volume dan dat aan bestuurderszijde. Het kussen is in een daarvoor bestemde ruimte in het dashboard geplaatst.
❒ frontairbag en zij-airbag (sidebag) aan passagierszijde ingeschakeld: lampje F op het instrumentenpaneel is gedoofd; het is absoluut verboden kinderen op de passagiersstoel voor te vervoeren. ❒ frontairbag en zij-airbag (sidebag) aan passagierszijde uitgeschakeld: lampje F op het instrumentenpaneel brandt; het is mogelijk kinderen op de passagiersstoel voor te vervoeren, waarbij ze beschermd moeten worden door passende universele systemen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 107-126 Croma TRW NL:107-118 Croma TRW IT 122 30-11-2009 11:40 Pagina 122 ZIJ-AIRBAGS De auto is uitgerust met zij-airbags voor (sidebags voor) (indien aanwezig), headbags voor de inzittenden voor en achter (windowbags) (indien aanwezig) en zij-airbags achter (sidebags achter) (indien aanwezig).
ATTENTIE! Steun niet met het hoofd, de armen of de ellebogen tegen het portier, de ruiten of in het gebied van de headbag om verwondingen tijdens het opblazen te voorkomen. ATTENTIE! Steek nooit het hoofd, de armen of ellebogen uit het raam.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 107-126 Croma TRW NL:107-118 Croma TRW IT 124 30-11-2009 ALGEMENE OPMERKINGEN 1) De frontairbags en/of zij-airbags voor (indien aanwezig) kunnen ook worden geactiveerd bij krachtige stoten aan de onderzijde van de carrosserie, bijvoorbeeld bij zware botsingen tegen drempels of stoepranden of obstakels op het wegdek of als de auto terecht komt in grote gate
ATTENTIE! Reis niet met voorwerpen op schoot of voor de borst en houd vooral geen pijp, potlood enz. in de mond. Bij een ongeval waarbij de airbag in werking treedt, kan dit ernstig letsel veroorzaken. VEILIGHEID ATTENTIE! Laat bij diefstal of een poging tot diefstal, bij beschadiging of als de auto bij een overstroming onder water is geweest, het airbagsysteem door het Fiat Servicenetwerk controleren.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 107-126 Croma TRW NL:107-118 Croma TRW IT 126 30-11-2009 ATTENTIE! Bedenk dat als de contactsleutel in stand ON staat, ook bij uitgezette motor de airbags geactiveerd kunnen worden als de auto wordt aangereden door een andere auto. Daarom mogen, ook als de auto stilstaat, absoluut geen kinderen op de passagiersstoel voor worden geplaatst.
PARKEREN ............................................................................. 131 HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK ............... 132 ELEKTRONISCH GEREGELDE AUTOMAAT ............... 133 BRANDSTOFBESPARING .................................................. 138 TREKKEN VAN AANHANGERS...................................... 139 WINTERBANDEN................................................................ 142 SNEEUWKETTINGEN ........................................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 127-144 Croma TRW NL:127-136 Croma TRW IT 128 30-11-2009 MOTOR STARTEN De auto is uitgerust met een elektronische startblokkering: zie bij startproblemen de paragraaf „Fiat CODE-systeem” in het hoofdstuk „Dashboard en bediening”. Direct na het starten van de motor, vooral als de auto langere tijd niet is gebruikt, kan de motor iets meer geluid produceren.
Ga als volgt te werk: fig. 1 F0L0206m BELANGRIJK Als u de sleutel in het contactslot steekt en op het multifunctionele display verschijnt de melding dat de sleutel niet is herkend, neem dan de sleutel uit het slot en steek hem vervolgens weer in het slot; als het probleem blijft bestaan, probeer het dan opnieuw met de andere geleverde sleutel. Als de motor nog niet aanslaat, wendt u dan tot het Fiat Servicenetwerk.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 127-144 Croma TRW NL:127-136 Croma TRW IT 130 30-11-2009 BELANGRIJK Als u de sleutel in het contactslot steekt en u deze niet in stand ON kan draaien, steek dan de noodsleutel in de daarvoor bestemde opening A-fig. 1 om het start-/contactslot te ontgrendelen; draai vervolgens de sleutel in stand ON en vervolg de startprocedure.
Pagina 131 DASHBOARD EN BEDIENING PARKEREN Ga als volgt te werk: F0L0207m BELANGRIJK Als u na het uitzetten van de motor bij stilstaande auto er niet in slaagt de sleutel uit het slot te trekken, probeer de sleutel dan in ON en vervolgens in OFF te draaien. Als het probleem blijft bestaan, moet u het slot niet forceren. Steek de noodsleutel in de daarvoor bestemde opening A-fig. 2 van het start/contactslot; nu kunt u de sleutel in stand OFF draaien en uitnemen. Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 127-144 Croma TRW NL:127-136 Croma TRW IT 132 30-11-2009 Handrem uitschakelen: ❒ trek de hendel iets omhoog en druk op de ontgrendelknop A; ❒ houd de knop A ingedrukt en laat de hendel zakken. Het lampje x op het instrumentenpaneel dooft.
BELANGRIJK Gebruik het koppelingspedaal uitsluitend voor het overschakelen. Laat tijdens het rijden de voet nooit - zelfs niet licht - op het koppelingspedaal rusten. Bij uitvoeringen voor bepaalde markten kan de regelelektronica van het koppelingspedaal een foutief gebruik door de bestuurder beschouwen als een storing. Pagina 133 U kunt altijd handmatig schakelen, als u de selectorhendel op sequentieel schakelen zet.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 127-144 Croma TRW NL:127-136 Croma TRW IT 134 30-11-2009 11:40 Pagina 134 DISPLAY Achteruit (R) Op het display kan het volgende worden weergegeven: Met de hendel in stand R kan de motor niet worden gestart.
❒ Zorg ervoor dat de handrem is aangetrokken en de selectorhendel in P of N staat: het starten is alleen mogelijk als de hendel in een van deze standen staat. ❒ Zet de selectorhendel in stand N en trap het rempedaal in. ❒ Trap in stand P het rempedaal in en draai de contactsleutel in START zonder het gaspedaal in te trappen. ❒ Trap in stand N het rempedaal in en draai de contactsleutel in START zonder het gaspedaal in te trappen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 127-144 Croma TRW NL:127-136 Croma TRW IT 136 30-11-2009 SEQUENTIEEL SCHAKELEN Bij sequentieel schakelen werkt de versnellingsbak als een versnellingsbak met vaste overbrengingsverhoudingen die sequentieel bediend wordt.
SLEPEN VAN DE AUTO Bij een storing in de elektronisch geregelde automaat gaat het lampje t op het instrumentenpaneel branden en verschijnt er een melding op het multifunctionele display (zie het hoofdstuk „Lampjes en meldingen”). Trek de handrem aan, zet de selectorhendel in stand P en zet de wielen iets uitgestuurd. Als de auto op een steile helling staat, blokkeer de wielen dan met stenen of wiggen. BELANGRIJK Houdt u bij het slepen van de auto aan de wettelijke voorschriften.
VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 127-144 Croma TRW NL:127-136 Croma TRW IT 30-11-2009 11:40 Pagina 138 BRANDSTOFBESPARING Imperiaal/skidrager Hierna volgen enkele nuttige tips, waardoor het brandstofverbruik zo laag mogelijk blijft en de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen zoveel mogelijk beperkt wordt. Verwijder de imperiaal of skidrager als u deze niet meer gebruikt. Ze verminderen de aerodynamica van de auto, waardoor het brandstofverbruik toeneemt.
Met vol gas optrekken kost veel brandstof en verhoogt de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen: het is beter geleidelijk op te trekken en het toerental, waarbij het maximum koppel wordt geleverd, niet te overschrijden. GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN Koude start Bij korte ritten en regelmatig koud starten bereikt de motor niet de optimale bedrijfstemperatuur. Hierdoor neemt niet alleen het brandstofverbruik toe (van 15 tot aan 30% in stadsverkeer), maar ook de uitstoot van uitlaatgassen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 127-144 Croma TRW NL:127-136 Croma TRW IT 140 30-11-2009 Houdt u aan de snelheidsbeperkingen die voor auto’s met aanhanger gelden. U mag in geen geval harder rijden dan 100 km/h. Wij raden het gebruik aan van een geschikte stabilisator op de trekhaak van de aanhanger.
11:40 Pagina 141 DASHBOARD EN BEDIENING MONTAGESCHEMA fig. 7 De trekhaak moet bevestigd worden met in totaal 4 M10-bouten (A). VEILIGHEID De bovenste verstevigingsplaten links B en rechts C moeten een minimale dikte hebben van 6 mm. De onderste verstevigingsplaten links E en rechts F moeten een minimale dikte hebben van 8 mm. STARTEN EN RIJDEN De trekhaak moet op de carrosserie gemonteerd worden zonder gaten in of vervormingen van de achterbumper die zichtbaar zijn bij gedemonteerde trekhaak.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 127-144 Croma TRW NL:127-136 Croma TRW IT 142 30-11-2009 WINTERBANDEN Gebruik winterbanden die dezelfde maat hebben als de standaard geleverde banden. Het Fiat Servicenetwerk kan u adviseren welke band het meest geschikt is voor het doel waarvoor u deze wilt gebruiken.
Controleer na enkele tientallen meters rijden of de kettingen nog goed gespannen zijn. BELANGRIJK Op het noodreservewiel kan geen sneeuwketting worden gemonteerd. Als u een lekke voorband hebt, kunt u het noodreservewiel op de achteras plaatsen en het achterwiel op de vooras. Zo hebt u op de vooras twee normale wielen waarop u sneeuwkettingen kunt monteren. BELANGRIJK Het gebruik van sneeuwkettingen is bedoeld als tijdelijke oplossing.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 127-144 Croma TRW NL:127-136 Croma TRW IT 144 30-11-2009 11:40 Pagina 144 AUTO LANGERE TIJD STALLEN ❒ maak de gespoten plaatdelen schoon en behandel ze met een beschermende was; Tref de volgende maatregelen als de auto enkele maanden niet wordt gebruikt: ❒ reinig en conserveer de glimmende metalen delen met daarvoor geschikte middelen; ❒ zet de auto
146 146 146 147 147 148 148 148 148 149 149 149 149 149 149 150 150 150 151 151 151 151 151 152 152 152 STORING ESP............................................................................ STORING HILL HOLDER...................................................... BUITENVERLICHTING EN DIMLICHTEN ...................... FOLLOW ME HOME .............................................................. MISTLAMPEN VOOR.............................................................. RICHTINGAANWIJZER LINKS.......
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 145-156 Croma TRW NL:145-148 Croma TRW IT 146 30-11-2009 LAMPJES EN MELDINGEN ALGEMENE OPMERKINGEN Als het lampje gaat branden, verschijnt er bij bepaalde uitvoeringen ook een bijbehorende melding op het instrumentenpaneel en/of klinkt een geluidssignaal.
ATTENTIE! Een defect lampje F wordt aangegeven door het branden van het lampje ¬. Bovendien worden de airbags aan passagierszijde (frontairbag en zij-airbag - indien aanwezig) automatisch uitgeschakeld. Voordat u verder rijdt, dient u contact op te nemen met het Fiat Servicenetwerk om het systeem direct te laten controleren. Het lampje op het instrumentenpaneel gaat continu branden als bij stilstaande auto de veiligheidsgordel aan bestuurderszijde niet goed is omgelegd.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 145-156 Croma TRW NL:145-148 Croma TRW IT 148 ç 30-11-2009 TE HOGE KOELVLOEISTOFTEMP ERATUUR (rood) Als u de contactsleutel in stand ON draait, gaat het lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje doven. Het lampje gaat branden als de motor te warm is.
ATTENTIE! Als het lampje v tijdens het rijden gaat branden (en op het display verschijnt ook een melding), zet dan onmiddellijk de motor uit en wendt u tot het Fiat Servicenetwerk. g STORING STUURBEKRACHTIGING (indien aanwezig) Als u de contactsleutel in stand ON draait, gaat het lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje doven.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 145-156 Croma TRW NL:145-148 Croma TRW IT 150 30-11-2009 ❒ continu branden: duidt op een defect in het inspuit-/ontstekingssysteem. Dit kan tot gevolg hebben dat schadelijke uitlaatgasemissie toeneemt, de prestaties verminderen, de auto slechter gaat rijden en het brandstofverbruik toeneemt.
Op het display verschijnt de bijbehorende melding. Water in het brandstofsysteem kan het inspuitsysteem ernstig beschadigen en de motor kan onregelmatig gaan draaien. Als het lampje c gaat branden (bij bepaalde uitvoeringen verschijnt ook een melding op het display), wendt u dan zo snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk om de condens te laten aftappen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 145-156 Croma TRW NL:145-148 Croma TRW IT 152 W 30-11-2009 DEFECTE BUITENVERLICHTING (geel) è 11:40 Pagina 152 ALGEMENE STORINGSMELDING (geel) Het lampje gaat branden (bepaalde uitvoeringen) als er een storing is in een van de volgende systemen: – buitenverlichting – remlichten (behalve derde remlicht) – mistachterlichten – richtingaanwijzers – kente
Het lampje gaat branden en er verschijnt een melding op het display als er een storing is in de parkeersensoren. Het lampje op het instrumentenpaneel gaat branden (op het display verschijnt ook een melding) als de spanning van de banden te laag is. Wendt u in dat geval tot het Fiat Servicenetwerk. Storing anti-letselfunctie ruiten (indien aanwezig) Het lampje gaat branden en er verschijnt een melding op het display als er een storing is in de anti-letselfunctie van de ruiten.
á 30-11-2009 STORING ESP (geel) BUITENVERLICHTING EN DIMLICHT (groen) Buitenverlichting en dimlicht Het lampje gaat branden als de buitenverlichting of het dimlicht wordt ingeschakeld. ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN Op het display verschijnt de bijbehorende melding. Als het lampje gaat branden, is er een storing in het Hill Holder-systeem. Wendt u in dat geval zo snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk.
Als de buitentemperatuur gelijk is aan of lager wordt dan 3°C, dan knippert de temperatuuraanduiding om aan te geven dat er kans op gladheid bestaat. Op het display verschijnt de bijbehorende melding. Op het display verschijnt een melding om de gebruiker te waarschuwen als de actieradius van de auto kleiner wordt dan 50 km. ASR-SYSTEEM (uitvoeringen met instelbaar multifunctioneel display) Het ASR-systeem kan worden uitgeschakeld door het indrukken van de knop ASR OFF.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 145-156 Croma TRW NL:145-148 Croma TRW IT 156 30-11-2009 Als het lampje constant gaat branden, verlaag dan de van de motor verlangde prestaties en wendt u onmiddellijk tot het Fiat Servicenetwerk.
Pagina 157 DASHBOARD EN BEDIENING N O O D G E VA L L E N STARTEN MET EEN HULPACCU.................................... 158 ROLLEND STARTEN .......................................................... 159 WIEL VERWISSELEN ........................................................... 159 SNELLE BANDENREPARATIESET FIX & GO AUTOMATIC .................................................... 165 GLOEILAMP VERVANGEN................................................ 169 GLOEILAMP BUITENVERLICHTING VERVANGEN...
VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 Croma TRW NL:157-182 Croma TRW IT 30-11-2009 11:41 Pagina 158 STARTEN MET EEN HULPACCU Gebruik voor een noodstart beslist nooit een accusnellader: de elektronische systemen kunnen beschadigen; in het bijzonder de regeleenheden van de ontsteking en de inspuiting. Als de accu leeg is, kan de motor worden gestart met een hulpaccu, die ten minste dezelfde capaciteit moet hebben als de lege accu.
Voor het verwisselen van het wiel en voor het juiste gebruik van de krik en het noodreservewiel moeten de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen. ATTENTIE! Attendeer het overige wegverkeer op de stilstaande auto m. b. v.: de waarschuwingsknipperlichten, de gevarendriehoek enz. Tijdens het verwisselen van een wiel moeten alle inzittenden de auto hebben verlaten, vooral als de auto zwaar beladen is, en op een veilige afstand van het verkeer wachten, totdat het wiel verwisseld is.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 Croma TRW NL:157-182 Croma TRW IT 160 30-11-2009 ATTENTIE! Bij een gemonteerd reservewiel veranderen de rij-eigenschappen van de auto. Vermijd met vol gas optrekken, bruusk remmen en hoge snelheden in de bochten. Het noodreservewiel heeft een levensduur van ongeveer 3000 km.
30-11-2009 11:41 Pagina 161 ❒ de krik geen afstelwerkzaamheden vereist; ❒ de krik niet kan worden gerepareerd: bij een defect moet de krik door een krik van hetzelfde type worden vervangen; ❒ buiten de slinger geen enkel ander gereedschap op de krik gemonteerd mag worden. F0L0240m fig.
30-11-2009 11:41 Pagina 162 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 Croma TRW NL:157-182 Croma TRW IT 162 D fig. 5 F0L0219m ❒ neem het noodreservewiel B-fig. 4 uit om de gereedschaphouder C-fig. 5 te bereiken; ❒ neem de gereedschaphouder C-fig.
30-11-2009 11:41 Pagina 163 ❒ waarschuw eventuele omstanders dat de auto wordt opgekrikt; zorg ervoor dat ze zich niet in de nabijheid van de auto bevinden en de auto vooral niet aanraken totdat deze weer geheel op de grond staat; ❒ plaats de slinger L-fig.
11:41 Pagina 164 NORMALE WIEL MONTEREN Volg de hiervoor beschreven procedure, krik de auto op en demonteer het noodreservewiel.
157-192 Croma TRW NL:157-182 Croma TRW IT 30-11-2009 11:41 Pagina 165 DASHBOARD EN BEDIENING SNELLE BANDENREPARATIESET FIX & GO automatic VEILIGHEID De snelle reparatieset Fix & Go automatic is in een daarvoor bestemde houder in de bagageruimte geplaatst. – een sticker C met het opschrift „max. 80 km/h”. Na het repareren van het wiel moet deze sticker op een voor de bestuurder goed zichtbare plaats worden aangebracht (op het dashboard) ❒ een informatiefolder (zie fig.
157-192 Croma TRW NL:157-182 Croma TRW IT 30-11-2009 Pagina 166 DASHBOARD EN BEDIENING HET IS NOODZAKELIJK TE WETEN DAT: De afdichtvloeistof bij buitentemperaturen tussen –20 °C en +50 °C werkt. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 166 11:41 fig. 14 F0L0394m ATTENTIE! Het is niet mogelijk lekken aan de zijkanten van de band te repareren.
30-11-2009 11:41 Pagina 167 DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 Croma TRW NL:157-182 Croma TRW IT ATTENTIE! Doe de handschoenen aan die bij de snelle bandenreparatieset zijn geleverd. ❒ Trek de handrem aan. Draai de ventieldop van de band los, neem de vulbuis A-fig. 15 uit en draai de ring B op het ventiel van de band; F0L0533m ❒ controleer of de schakelaar E-fig. 17 van de compressor in stand 0 (uitgeschakeld) staat, start de motor, steek de stekker D-fig.
157-192 Croma TRW NL:157-182 Croma TRW IT 30-11-2009 Pagina 168 DASHBOARD EN BEDIENING ATTENTIE! Als de bandenspanning onder 1,8 bar is gedaald, mag niet verder worden gereden: de snelle bandenreparatieset Fix & Go automatic kan de vereiste wegligging niet garanderen omdat de band te erg beschadigd is. Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk. VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 168 11:41 fig.
fig.
30-11-2009 11:41 Pagina 170 TYPEN GLOEILAMPEN fig. 21 ATTENTIE! Door de hoge voedingsspanning mogen defecte gasontladingslampen (Xenon) uitsluitend vervangen worden door gespecialiseerd personeel: levensgevaar! Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.
Type Vermogen Grootlicht E H1 55 W Longlife dimlichten D H1 55 W Dimlichten met gasontladingslampen (indien aanwezig) F D1S 35 W Longlife buitenverlichting voor (2 per koplamp) A W5W 5W Mistlampen voor (indien aanwezig) E H11 55 W Richtingaanwijzers voor B PY24W 24 W Flankrichtingaanwijzers A WY5W 5W Richtingaanwijzers achter B R10W 10 W Achterlichten/remlichten B P21/5W 21 W/5 W Derde remlicht A W2,3W 2,3 W VEILIGHEID Zie Figuur STARTEN EN RIJDEN Lampen DASHBOA
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 Croma TRW NL:157-182 Croma TRW IT 172 Lampen 30-11-2009 11:41 Pagina 172 Zie Figuur Type Vermogen Achteruitrijverlichting B P21W 21 W Mistachterlichten B P21W 21 W Kentekenplaatverlichting C C5W 5W Dorpelverlichting A W5W 5W Plafondverlichting voor C C5W 5W Plafondverlichting achter C C10W 10 W Verlichting dashboardkas
30-11-2009 11:41 Pagina 173 DASHBOARD EN BEDIENING GLOEILAMP BUITENVERLICHTING VERVANGEN In de koplampunits zijn de gloeilampen voor de buitenverlichting, het dimlicht, het grootlicht en de richtingaanwijzer opgenomen. DIMLICHT De lampen zijn op de volgende wijze in de lichtunit geplaatst: Gloeilamp vervangen: A Buitenverlichting en grootlicht; F0L0399m fig. 23 F0L0402m Met gasontladingslampen (Bi-Xenon) (indien aanwezig) Met gloeilampen ❒ verwijder het beschermdeksel B-fig.
30-11-2009 11:41 Pagina 174 VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 Croma TRW NL:157-182 Croma TRW IT STARTEN EN RIJDEN GROOTLICHT RICHTINGAANWIJZERS Gloeilamp vervangen: Gloeilamp vervangen: Voor ❒ verwijder het beschermdeksel A-fig. 22; ❒ verwijder het beschermdeksel A-fig. 22; Gloeilamp vervangen: ❒ draai de lamphouder A-fig. 24 linksom en verwijder hem; ❒ haak de borgveer van de lamp A-fig.
30-11-2009 11:41 Pagina 175 F0L0534m fig. 29 MISTLAMPEN VOOR fig. 28 (indien aanwezig) ACHTERLICHTUNITS Gloeilamp vervangen: ❒ druk op het door de pijl aangegeven punt, zodat de borgveer wordt ingedrukt, en verwijder de lichtunit A; Wendt u voor het vervangen van een defecte mistlamp tot het Fiat Servicenetwerk.
30-11-2009 11:41 Pagina 176 ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 Croma TRW NL:157-182 Croma TRW IT 176 fig. 30 F0L0084m fig. 31 F0L0080m fig. 32 ❒ druk de bevestigingslippen C-fig. 31 van de lamphouder naar binnen en trek de lamphouder uit de zitting; De lampen zijn op de volgende wijze in de lichtunit geplaatst (fig.
fig. 33 F0L0081m ❒ druk op de bevestigingslip G-fig. 33 van de lamphouder en verwijder de houder uit de zitting; fig. 34 F0L0190m DERDE REMLICHT Gloeilamp vervangen: ❒ verwijder de lampen door ze iets in te drukken en linksom te draaien. ❒ open de achterklep; De lampen zijn op de volgende wijze in de lichtunit geplaatst (fig. 33): ❒ druk op de borglippen B-fig. 34 en neem de lamphouder uit; H achterlicht/remlicht; I richtingaanwijzers.
11:41 Pagina 178 GLOEILAMP INTERIEURVERLICHTING VERVANGEN Zie voor het type lamp en het bijbehorende vermogen de paragraaf „Gloeilamp vervangen”. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN DASHBOARD EN BEDIENING 30-11-2009 VEILIGHEID 157-192 Croma TRW NL:157-182 Croma TRW IT 178 fig. 36 F0L0079m fig. 37 F0L0086m KENTEKENPLAATVERLICHTING fig. 36 PLAFONDVERLICHTING VOOR fig.
30-11-2009 11:41 Pagina 179 F0L0088m fig. 40 F0L0202m VERLICHTING ZONNEKLEPSPIEGEL fig. 39 VERLICHTING DASHBOARDKASTJE fig.
30-11-2009 11:41 Pagina 180 STARTEN EN RIJDEN Gloeilamp vervangen: ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS fig. 41 ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 Croma TRW NL:157-182 Croma TRW IT 180 F0L0089m BAGAGERUIMTEVERLICHTING ❒ open de achterklep; ❒ maak de lichtunit A-fig. 41 op het door de pijl aangegeven punt los. fig. 42 F0L0090m ❒ open het beschermkapje B-fig. 42 en vervang de geklemde lamp; ❒ sluit het beschermkapje B-fig.
Pagina 181 DASHBOARD EN BEDIENING ZEKERINGEN VERVANGEN F0L0091m PLAFONDVERLICHTING ACHTER fig. 44 Gloeilamp vervangen: ❒ maak het plafondlampje A op het door de pijl aangegeven punt los; ❒ maak de lamp B los uit de veercontacten aan de zijkant en vervang hem; controleer of de nieuwe lamp goed vastzit in de veercontacten. Als een elektrisch onderdeel niet werkt, controleer dan eerst of de zekering niet is doorgebrand: de verbindingsstrip A mag niet onderbroken zijn.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 Croma TRW NL:157-182 Croma TRW IT 182 30-11-2009 Vervang een defecte zekering nooit door ander materiaal. ATTENTIE! Vervang een zekering nooit door een zekering met een hogere stroomsterkte (ampère); BRANDGEVAAR.
11:41 Pagina 183 Zekeringenkast op dashboard fig. 46-47 De zekeringen in de zekeringenkast op het dashboard zijn bereikbaar nadat de bevestigingsschroef A is losgedraaid en het deksel is verwijderd. STARTEN EN RIJDEN F0L0145m ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS LAMPJES ONDERHOUD NOODGEVALLEN EN MELDINGEN EN ZORG fig. 46 DASHBOARD EN BEDIENING 30-11-2009 VEILIGHEID 157-192 Croma TRW NL:157-182 Croma TRW IT fig.
157-192 Croma TRW NL:157-182 Croma TRW IT 30-11-2009 Pagina 184 DASHBOARD EN BEDIENING Zekeringenkast in motorruimte fig. 48-49 VEILIGHEID De zekeringen in de zekeringenkast naast de accu zijn bereikbaar nadat het betreffende beschermdeksel is verwijderd. fig. 48 F0L0094m ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN 11:41 fig.
11:41 Pagina 185 Zekeringenkast in bagageruimte fig. 50-51 De zekeringen in de zekeringenkast links in de bagageruimte zijn bereikbaar nadat het inspectieklepje is geopend (zoals afgebeeld in de figuur). STARTEN EN RIJDEN F0L0217m ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS LAMPJES ONDERHOUD NOODGEVALLEN EN MELDINGEN EN ZORG fig. 50 DASHBOARD EN BEDIENING 30-11-2009 VEILIGHEID 157-192 Croma TRW NL:157-182 Croma TRW IT fig.
30-11-2009 11:41 Pagina 186 ZEKERINGENTABEL AMPÈRE Dimlicht rechts F 12 15 Dimlicht links – Hoogteverstelling koplampen F 13 15 +15 behalve tijdens het starten voor relaisspoelen in zekeringkasten dashboard / motorruimte en Body computer F 31 7,5 +30 knooppunten voorportieren links en rechts (portiervergrendeling), TEG-reader F 32 15 Voeding knooppunt bagageruimte (ruitbediening linksachter) F 33 20 Voeding knooppunt bagageruimte (ruitbediening rechtsachter) F 34 20 +15 achteruitrijlic
AMPÈRE 20 20 Voeding knooppunt bestuurdersportier (ruitbediening linksvoor) F 45 F 46 F 47 Voeding knooppunt passagiersportier (ruitbediening rechtsvoor) F 48 20 +15 regeleenheid bewegingssensor diefstalalarm, verlichting bedieningspaneel voor waarschuwingsknipperlichten / Bluetooth en zonnescherm op hemelbekleding / console bestuurdersstoel en passagiersstoel voor, verlichting schakelaarpaneel bestuurderszijde / tunnelconsole, voorbereiding DVD-speler, elektronisch dimbare binnenspiegel, aircondition
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 Croma TRW NL:157-182 Croma TRW IT 188 30-11-2009 11:41 Pagina 188 Zekeringenkast in motorruimte VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE Mistlamp voor / Cornering light links F9 7,5 Claxons F 10 15 Voeding motormanagementsysteem F 11 15 Grootlicht rechts F 14 7,5 Grootlicht links F 15 7,5 +15 regeleenheid motor F 16 7,5 Voeding motormanag
ZEKERING AMPÈRE +30 hifi-audioversterker F 54 25 Vrij F 55 – +30 regeleenheid verstelling bestuurdersstoel F 56 25 +15 behalve tijdens het starten voor verwarming bestuurdersstoel F 57 7,5 Vrij F 58 – Vrij F 59 – +30 regeleenheid verstelling voorstoel passagierszijde F 60 25 Vrij F 61 – Vrij F 62 – Vrij F 63 – Vrij F 64 – Vrij F 65 – Vrij F 66 – +15 behalve tijdens het starten voor verwarming bestuurdersstoel F 67 7,5 Vrij F 68 – Vrij F 69 – Vrij F 77 – V
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 Croma TRW NL:157-182 Croma TRW IT 190 30-11-2009 ACCU OPLADEN BELANGRIJK De beschrijving voor het opladen van de accu dient slechts ter informatie. Wendt u bij voorkeur tot het Fiat Servicenetwerk om deze werkzaamheden uit te laten voeren. We raden u aan de accu langzaam en met een lage stroomsterkte (ampèrage) gedurende ca. 24 uur op te laden.
Pagina 191 VEILIGHEID A SLEEPOOG BEVESTIGEN fig. 53-54 fig. 52 F0L0525m Ga als volgt te werk: fig. 53 F0L0362m ❒ verwijder de dop A; ❒ pak het sleepoog B uit de houder; ❒ draai het sleepoog geheel op de schroefdraadpen voor of achter. Zie voor het slepen van auto’s met elektronisch geregelde automatische versnellingsbak, het betreffende hoofdstuk. A fig. 54 F0L0363m STARTEN EN RIJDEN Bij de auto is een sleepoog geleverd.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 157-192 Croma TRW NL:157-182 Croma TRW IT 192 30-11-2009 ATTENTIE! Houd er rekening mee dat de rem- en stuurbekrachtiging niet werken zolang de motor niet is aangeslagen, waardoor meer kracht nodig is voor de bediening van het rempedaal en het stuur. Gebruik voor het slepen geen elastische kabels en rijd zo gelijkmatig mogelijk.
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA........ 195 PERIODIEKE CONTROLES ............................................... 197 ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO................................ 197 NIVEAUS CONTROLEREN ............................................... 198 LUCHTFILTER/POLLENFILTER ........................................ 207 DIESELFILTER ........................................................................ 207 ACCU ...............................................................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 193-216 Croma TRW NL:193-206 Croma TRW IT 194 30-11-2009 GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD Doelmatig onderhoud is een beslissende factor voor een lange levensduur, de beste prestaties en een zo zuinig mogelijk gebruik van de auto. Om dit te realiseren heeft Fiat een reeks controle- en onderhoudsbeurten samengesteld die iedere 35.000 km moeten worden uitgevoerd.
Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen Werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur, dashboardkastje, waarschuwings-/controlelampjes enz.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 193-216 Croma TRW NL:193-206 Croma TRW IT 196 30-11-2009 11:42 Pagina 196 x 1000 km Klepspeling controleren eventueel afstellen (uitvoering 1.8) Uitlaatgasemissie controleren (benzine-uitvoeringen) Roetuitstoot/emissie controleren (Multijet-uitvoeringen) Motormanagementsysteem controleren (m.b.v.
❒ vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep op vervuiling controleren en mechanismen smeren; Iedere 1.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 193-216 Croma TRW NL:193-206 Croma TRW IT 198 30-11-2009 11:42 Pagina 198 NIVEAUS CONTROLEREN 1. Motorolie 2. Accu 3. Remvloeistof 4. Vloeistof voor ruitensproeiers/ achterruitsproeier 5. Motorkoelvloeistof 6. Olie van stuurbekrachtiging Let op.
3. Remvloeistof 4. Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier 5. Motorkoelvloeistof BELANGRIJK Wendt u voor het bijvullen en het eventueel vervangen van de olie van de stuurbekrachtiging bij de uitvoeringen 2.2 benzine, tot het Fiat Servicenetwerk. fig. 2 – uitvoeringen 2.2 F0L0158m Let op. Tijdens het bijvullen mogen de vloeistoffen met verschillende specificaties niet gemengd worden: als de specificaties van de vloeistoffen verschillen, kan de auto ernstig beschadigd worden.
193-216 Croma TRW NL:193-206 Croma TRW IT 30-11-2009 11:42 Pagina 200 DASHBOARD EN BEDIENING 1. Motorolie 2. Accu 3. Remvloeistof VEILIGHEID 4. Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier 5. Motorkoelvloeistof ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN 6. Olie van stuurbekrachtiging 200 fig. 3 – uitvoeringen 1.9 Multijet 8V F0L0208m Let op.
11:42 Pagina 201 1. Motorolie 2. Accu 3. Remvloeistof 4. Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier 5. Motorkoelvloeistof DASHBOARD EN BEDIENING 30-11-2009 VEILIGHEID 193-216 Croma TRW NL:193-206 Croma TRW IT ATTENTIE! Rook nooit tijdens werkzaamheden in de motorruimte: er kunnen licht ontvlambare gassen of dampen aanwezig zijn; brandgevaar. TECHNISCHE GEGEVENS F0L0521m ALFABETISCH REGISTER fig. 4 – uitvoeringen 1.9 Multijet 16V Let op.
193-216 Croma TRW NL:193-206 Croma TRW IT 30-11-2009 11:42 Pagina 202 DASHBOARD EN BEDIENING 1. Motorolie 2. Accu 3. Remvloeistof VEILIGHEID 4. Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier 5. Motorkoelvloeistof ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN 6. Olie van stuurbekrachtiging 202 fig. 5 – uitvoeringen 2.4 Multijet 20V F0L0317m Let op.
30-11-2009 11:42 Pagina 203 F0L0198m fig. 9 – uitvoeringen 1.9 Multijet 16V F0L0210m fig. 8 – uitvoeringen 1.9 Multijet 8V F0L0211m fig. 10 – uitvoeringen 2.4 Multijet 20V F0L0316m MOTOROLIE Motoroliepeil controleren Controleer het oliepeil als de auto op een vlakke ondergrond staat en enige minuten (circa 5) na het uitzetten van de motor. Verwijder de oliepeilstok A en maak de peilstok schoon.
VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 193-216 Croma TRW NL:193-206 Croma TRW IT 30-11-2009 STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER Pagina 204 Afgetapte motorolie en gebruikte oliefilters bevatten stoffen die schadelijk zijn voor het milieu. Het is raadzaam om het verversen van de olie en het vervangen van het oliefilter door het Fiat Servicenetwerk te laten uitvoeren.
30-11-2009 11:42 Pagina 205 Verwijder de dop A-fig. 12 en vul het reservoir met een mengsel van water en TUTELA PROFESSIONAL SC 35 in de volgende mengverhouding: F0L0193m ATTENTIE! Rijd niet met een leeg ruitensproeierreservoir: de ruitensproeiers zijn van fundamenteel belang voor een optimaal zicht. Bij temperaturen onder –20 °C TUTELA PROFESSIONAL SC 35 onverdund gebruiken. Controleer visueel het niveau van de vloeistof in het reservoir. Op de peilstok fig.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 193-216 Croma TRW NL:193-206 Croma TRW IT 206 30-11-2009 11:42 Pagina 206 Wees bij het openen van de dop bijzonder voorzichtig zodat er geen vuil in het reservoir komt. Uitvoeringen 2.2 Wendt u voor het bijvullen en het eventueel vervangen van de olie van de stuurbekrachtiging, tot het Fiat Servicenetwerk.
CONDENS AFTAPPEN (Multijet-uitvoeringen) Water in het brandstofsysteem kan het inspuitsysteem ernstig beschadigen en de motor kan onregelmatig gaan draaien. Als het lampje c gaat branden, wendt u dan zo snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk om het systeem te laten aftappen. Als het lampje direct na het tanken gaat branden, bestaat de mogelijkheid dat er tijdens het tanken water in de brandstoftank is gekomen: zet in dat geval onmiddellijk de motor uit en wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 193-216 Croma TRW NL:193-206 Croma TRW IT 208 30-11-2009 ACCU De accu van de auto is „onderhoudsarm”: onder normale omstandigheden hoeft het elektrolyt niet bijgevuld te worden met gedestilleerd water. 11:42 Pagina 208 ATTENTIE! Als de accu werkt met een zeer laag vloeistofniveau, ontstaat onherstelbare schade aan de accu en kan de accu openbarsten.
ATTENTIE! Als u de auto langere tijd stalt in extreem koude omstandigheden moet, om bevriezing te voorkomen, de accu worden verwijderd en op een verwarmde plaats worden bewaard. PRAKTISCHE TIPS OM DE LEVENSDUUR VAN DE ACCU TE VERLENGEN Om het snel ontladen van de accu te voorkomen en de levensduur te verlengen, dient u de volgende aanwijzingen nauwkeurig op te volgen: ❒ wanneer u de auto parkeert, controleer dan of de portieren, de motorkap en de achterklep goed gesloten zijn.
VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 193-216 Croma TRW NL:193-206 Croma TRW IT Het totale energieverbruik van deze accessoires (standaard en achteraf gemonteerde accessoires) moet, bij uitgenomen contactsleutel, minder zijn dan 0,6 mA × Ah (van de accu), zoals in de volgende tabel staat vermeld: ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN Accu van 210 30-11-2009 Maximum stroomverbruik bij stilstaande motor 70 Ah 42 mA 90 Ah (*) 5
❒ monteer nooit gebruikte banden of banden, waarvan de herkomst onbekend is; ❒ bij de montage van een nieuwe band moet ook het ventiel vernieuwd worden; ❒ om een gelijke slijtage van de banden op de vooras en de achteras te verkrijgen, is het raadzaam de banden om de 10.000 / 15.000 km van as te verwisselen. Hierbij moeten de banden aan dezelfde zijde van de auto gemonteerd blijven, zodat een omkering van de draairichting wordt voorkomen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 193-216 Croma TRW NL:193-206 Croma TRW IT 212 30-11-2009 11:42 Pagina 212 RUITENWISSERS/ ACHTERRUITWISSER WISSERBLADEN Maak de wisserbladen regelmatig schoon met een schoonmaakmiddel; wij raden TUTELA PROFESSIONAL SC 35 aan. Vervang de wisserbladen als het rubber vervormd of versleten is.
De belangrijkste oorzaken van roest zijn: ❒ luchtverontreiniging; fig. 20 F0L0152m fig. 21 F0L0151m RUITENSPROEIERS Achterruit (achterruitsproeier) fig. 21 Voorruit (ruitensproeiers) fig. 20 De stralen van de achterruitsproeier kunnen op dezelfde manier worden afgesteld als die van de ruitensproeiers voor. Als de ruitensproeiers niet werken, controleer dan eerst het niveau in het ruitensproeiertankje (zie de paragraaf „Niveaus controleren” in dit hoofdstuk).
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 193-216 Croma TRW NL:193-206 Croma TRW IT 214 30-11-2009 ❒ het aanbrengen van een gespoten beschermende waslaag op de onderzijde, in de wielkuipen, in de motorruimte en verschillende holle ruimtes, met een hoog beschermend vermogen; ❒ het aanbrengen van een beschermende kunststof laag op kwetsbare delen: onderzijde van de portieren, binnenzijde van de spat
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen dienen zo snel en zo goed mogelijk van de lak verwijderd te worden, omdat door de agressieve bestanddelen de lak kan beschadigen. Schoonmaakmiddelen verontreinigen het water. Daarom moet de auto bij voorkeur worden gewassen op een plaats waar het afvalwater direct wordt opgevangen en gezuiverd. BELANGRIJK Let er bij het schoonmaken van de binnenzijde van de achterruit op dat de elektrische weerstandsdraden van de achterruitverwarming niet worden beschadigd.
Als de vlek nog niet verwijderd is, behandel de vlek dan met een speciaal schoonmaakmiddel, waarbij de instructies op de verpakking strikt moeten worden opgevolgd. BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol of producten op basis van alcohol.
MOTORCODES – CARROSSERIE-UITVOERINGEN ..................................... 220 MOTOR .................................................................................. 221 BRANDSTOFSYSTEEM ....................................................... 223 TRANSMISSIE......................................................................... 223 REMMEN ................................................................................. 224 WIELOPHANGING ...................................................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 217-242 Croma TRW NL:217-232 Croma TRW IT 218 30-11-2009 11:42 Pagina 218 IDENTIFICATIEGEGEVENS TYPEPLAATJE MET IDENTIFICATIEGEGEVENS fig. 1 Wij raden u aan om nota te nemen van de identificatiegegevens.
30-11-2009 11:42 Pagina 219 MOTORCODE F0L0161m Dit is in de bodemplaat nabij de rechter voorstoel ingeslagen. PLAATJE MET INFORMATIE OVER DE CARROSSERIELAK fig. 3 Het is bereikbaar nadat het klepje in de vloerbedekking is opgetild en bevat de volgende gegevens: Het plaatje is op de binnenzijde van de motorkap aangebracht en bevat de volgende informatie: ❒ type van de auto; A Fabrikant van de lak. ❒ oplopend productienummer. B Kleurbenaming. CHASSISNUMMER fig. 2 C Fiat-kleurcode.
30-11-2009 11:42 Pagina 220 Code van de carrosserie-uitvoering Code van de carrosserie-uitvoering (**) 1.8 939A4000 194AXG1A 08C 194AXG1A 08D 2.2 194A1000 194AXA1A 00C 194AXA1A 00D 2.2 aut. 194A1000 194AXA12 01C 194AXA12 01D 1.9 Multijet 8V (met DPF) 939A1000 194AXB1B 02C 194AXB1B 02E 1.9 Multijet 8V (zonder DPF) 939A1000 194AXB1B 02D 194AXB1B 02F 1.9 Multijet 8V (met DPF) (*) 939A1000 194BXB1B CX 194BXB1B EX 1.
30-11-2009 11:42 Pagina 221 MOTOR 1.8 2.2 2.2 aut.
30-11-2009 11:42 Pagina 222 1.9 Multijet 8V 1.9 Multijet 16V 1.9 Multijet 16V aut. 2.4 Multijet 20V aut.
Pagina 223 Multijet Elektronisch geregelde Multipoint inspuiting Elektronisch geregelde directe inspuiting Multijet „Common Rail” met turbocompressor en intercooler ATTENTIE! Modificaties of reparaties aan het brandstofsysteem die niet correct worden uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt gehouden met de technische specificaties van het systeem, kunnen storingen in de werking en zelfs brand veroorzaken. TRANSMISSIE Versnellingsbak Aandrijving 1.8 - 2.2 2.2 aut. 1.9 Multijet 1.9 Multijet 2.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 217-242 Croma TRW NL:217-232 Croma TRW IT 224 30-11-2009 11:42 Pagina 224 REMMEN Voetrem: – voor – achter Handrem 1.8 – 2.2 – 1.9 Multijet 8V 1.9 Multijet 16V 2.4 Multijet 20V aut.
Pagina 225 DASHBOARD EN BEDIENING NOODRESERVEWIEL Geperst stalen velg. Tubeless band. BELANGRIJK Als de gegevens in het instructieboekje afwijken van die van de typegoedkeuring, dient u zich altijd aan de gegevens van de typegoedkeuring te houden. Voor de rijveiligheid is het noodzakelijk dat alle wielen zijn voorzien van banden van hetzelfde merk en hetzelfde type. BELANGRIJK In tubeless banden mogen geen binnenbanden gebruikt worden.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 217-242 Croma TRW NL:217-232 Croma TRW IT 226 30-11-2009 11:42 Pagina 226 Beladingsindex (draagvermogen) Snelheidsindex 60 = 250 kg 61 = 257 kg 62 = 265 kg 63 = 272 kg 64 = 280 kg 65 = 290 kg 66 = 300 kg 67 = 307 kg 68 = 315 kg 69 = 325 kg 70 = 335 kg 71 = 345 kg 72 = 355 kg 73 = 365 kg 74 = 375 kg 75 = 387 kg 76 = 400 kg 77 = 412 kg 78 = 425 kg 79 = 4
1.9 Multijet 8V 1.9 Multijet 16V 1.9 Multijet 16V aut. 1.9 Multijet 8V pur-O2 (**) 2.4 Multijet 20V aut.
STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER 228 30-11-2009 11:42 Pagina 228 BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND (bar) Benzine-uitvoeringen Bandenmaat VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 217-242 Croma TRW NL:217-232 Croma TRW IT 1.8 2.2 2.2 aut.
1.9 Multijet 8V 1.9 Multijet 16V 1.9 Multijet 16V aut. 2.4 Multijet 20V aut.
VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 217-242 Croma TRW NL:217-232 Croma TRW IT 30-11-2009 STARTEN EN RIJDEN ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN TECHNISCHE GEGEVENS ALFABETISCH REGISTER Pagina 230 AFMETINGEN De afmetingen zijn aangegeven in mm en hebben betrekking op een auto die is uitgerust met standaard banden. E De hoogte heeft betrekking op een onbelaste auto. B Inhoud bagageruimte 230 11:42 C D F A G Inhoud bij onbeladen auto (VDA-norm) .................................
11:42 Pagina 231 DASHBOARD EN BEDIENING PRESTATIES Max. snelheid na de inrijperiode van de auto, in km/h. 2.2 aut. 206 210 205 STARTEN EN RIJDEN 2.2 MULTIJET-UITVOERINGEN 1.9 Multijet 8V 1.9 Multijet 16V 1.9 Multijet 16V aut. 2.4 Multijet 20V aut. 195 210 205 (200*) 216 (*) Uitvoering voor bepaalde markten 1.9 Multijet 120 pk pur-O2 1.9 Multijet 115 pk pur-O2 197 194 LAMPJES ONDERHOUD NOODGEVALLEN EN MELDINGEN EN ZORG 1.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 217-242 Croma TRW NL:217-232 Croma TRW IT 232 30-11-2009 11:42 Pagina 232 GEWICHTEN Gewichten (kg) 1.8 2.2 2.2 aut. Rijklaargewicht (met alle vloeistoffen, brandstoftank voor 90% gevuld en zonder optionals) 1430 1510 1530 Nuttig laadvermogen (*) inclusief de bestuurder: 520 520 520 Max.
1.9 Multijet 16V aut. 2.4 Multijet 20V aut. Rijklaargewicht (met alle vloeistoffen, brandstoftank voor 90% gevuld en zonder optionals) 1520 1530 1540 1650 Nuttig laadvermogen (*) inclusief de bestuurder: 520 520 520 520 Max. toelaatbaar gewicht (**) – vooras: – achteras: – totaal: 1150 1030 2040 1150 1030 2050 1150 1030 2060 1200 1030 2170 Trekgewichten – geremd: – ongeremd: 1500 700 1500 700 1500 700 1500 700 Max. dakbelasting (***): 80 80 80 80 Max.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 217-242 Croma TRW NL:217-232 Croma TRW IT 234 30-11-2009 11:42 Pagina 234 VULLINGSTABEL 1.8 liter kg liter kg 2.2 aut. liter kg 62 7-9 – – 62 7-9 – – 62 7-9 – – Motorkoelsysteem – met airconditioning: 7,4 – 7,4 – 7,4 – Mengsel van gedemineraliseerd water en 50% PARAFLU UP (▲) Carter en filter: 4,5 – 5 – 5 – SELENIA K P.E.
kg – – 62 7-9 – – 62 7-9 – – 2.4 Multijet 20V aut. liter kg 62 7-9 – – Voorgeschreven brandstof en originele smeermiddelen Diesel voor motorvoertuigen (specificatie EN590) Mengsel van gedemineraliseerd water en 50% PARAFLU UP (▲) Motorkoelsysteem – met airconditioning: 7,7 – 7,7 – 7,7 – 8,4 – Carter en filter: 4,5 – 4,5 – 4,5 – 5,4 – SELENIA WR/WR P.E.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 217-242 Croma TRW NL:217-232 Croma TRW IT 236 30-11-2009 11:42 Pagina 236 VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN AANBEVOLEN PRODUCTEN EN HUN SPECIFICATIES Gebruik Smering voor benzinemotoren Smering voor dieselmotoren Specificaties van de vloeistoffen en smeermiddelen Vloeistoffen en voor een correct functioneren van de auto smeermiddelen(originele) Vervangin
Olie en vetten voor krachtoverbrengingen Specifiek smeermiddel voor automatische transmissies met 5 versnellingen met koppelomvormer met geregelde slip. Kwalificatie FIAT 9.55550-AV1 Specifiek smeermiddel voor automatische transmissies met 6 versnellingen met koppelomvormer met geregelde slip. Kwalificatie FIAT 9.55550-AV2 Specifiek vet met een lage wrijvingscoëfficiënt voor homokinetische koppelingen. Indringingsgetal N.L.G.I. 0-1 Vet met molybdeenbisulfide voor hoge bedrijfstemperaturen.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 217-242 Croma TRW NL:217-232 Croma TRW IT 238 30-11-2009 BRANDSTOFVERBRUIK Het brandstofverbruik dat in de tabellen op de volgende pagina is opgenomen, is gemeten volgens een vastgestelde testmethode die in EU-normen is vastgelegd.
30-11-2009 11:42 Pagina 239 DASHBOARD EN BEDIENING Brandstofverbruik volgens EU-normen 2004/3 (liter × 100 km) Benzine-uitvoeringen 1.8 2.2 2.2 aut. 9,8 9,7 (*) 11,4 11,3 (*) 12,5 12,2 (*) Buitenweg 6,0 6,0 (*) 6,7 6,7 (*) 7,6 7,6 (*) Gecombineerd 7,4 7,4 (*) 8,4 8,4 (*) 9,4 9,3 (*) 1.9 Multijet 16V 1.9 Multijet 16V aut. 2.4 Multijet 20V aut.
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 217-242 Croma TRW NL:217-232 Croma TRW IT 240 30-11-2009 11:42 Pagina 240 CO2-EMISSIE De CO2-emissie, vermeld in de volgende tabellen, is gemeten op een gecombineerd traject. CO2-emissie volgens EU-normen 2004/3 (g/km) Benzine-uitvoeringen 1.8 175 2.2 173 (*) 199 2.2 aut. 198 (*) 222 219 (*) Multijet-uitvoeringen 1.9 Multijet 8V 160 1.
T194 NTR194 AGREE PAR L’ANRT MAROC MR 2061 ANRT 2005 le 03/06/2005 Désignation : Emetteur Marque / type : TRW / T194 Constructeur / Pays : TRW Automotive Italia SPA / Italy AGREE PAR L’ANRT MAROC MR 2062 ANRT 2005 le 03/06/2005 Désignation : Emetteur / recepteur Marque / type : TRW / NTR194 Constructeur / Pays : TRW Automotive Italia SPA / Italy Europese Unie en landen die de richtlijn toepassen Marokko Zuid-Afrika TA-2005/817 APPROVATED TA-2005/816 APPROVATED VEILIGHEID Toelatingscode STARTEN EN
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 217-242 Croma TRW NL:217-232 Croma TRW IT 242 30-11-2009 11:43 Pagina 242
Pagina 243 Airbag – storingslampje airbag.................... Airconditioning, automatisch ........... Airconditioning, handbediend .......... Algemeen storingslampje ................... Antenne ................................................. Armsteun achter.................................. Armsteun voor met opbergvak en koelvak........................................... Asbak (voor/achter)............................ ASR-systeem ........................................ Auto langere tijd stallen .......
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 243-252 Croma TRW NL:243-240 Croma TRW IT 244 – gloeilamp voor vervangen ........... – lampje buitenverlichting............... Buitenverlichting – bediening......................................... – storingslampje buitenverlichting............................ 30-11-2009 174 154 62 152 Carrosserie – codes uitvoeringen ....................... – onderhoud.
Kentekenplaatverlichting – gloeilampen vervangen................. Kinderen veilig vervoeren ................ Kinderveiligheidsslot .......................... Kinderzitjes (geschiktheid voor gebruik) ............ Klimaatregeling..................................... Koelvloeistof motor – lampje te hoge temperatuur....... – niveau controleren ....................... Koplampen ........................................... – aanpassen aan het buitenland .... – koplampen afstellen......................
DASHBOARD EN BEDIENING Niveau motorkoelvloeistof ............. ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN – verbruik........................................... Motorruimte (reinigen) ...................... Motortemperatuurmeter................... Muntenbakje ......................................... VEILIGHEID 243-252 Croma TRW NL:243-240 Croma TRW IT 246 30-11-2009 204 215 21 76 204 Niveau motorolie ............................
149 205 224 19 43 8 99 223 139 219 218 Veiligheid ............................................. 107 Veiligheidsgordels – algemene opmerkingen................ 111 – gebruik............................................. 108 – lampje niet omgelegde veiligheidsgordels .......................... 147 – onderhoud...................................... 112 – trekkrachtbegrenzers................... 110 Velgen – verklaring van velgencodering............................... 226 Verbruik – brandstof ...................
ALFABETISCH REGISTER TECHNISCHE GEGEVENS ONDERHOUD LAMPJES EN ZORG NOODGEVALLEN EN MELDINGEN STARTEN EN RIJDEN VEILIGHEID DASHBOARD EN BEDIENING 243-252 Croma TRW NL:243-240 Croma TRW IT 248 30-11-2009 Zekeringen – zekeringen vervangen ................. – zekeringentabel.............................. Zij-airbags ............................................. – algemene opmerkingen................ – headbags (windowbags) ............... – lampje voor uitgeschakelde zij-airbags achter (sidebags) .....
243-252 Croma TRW NL:243-240 Croma TRW IT 30-11-2009 14:29 Pagina 249 RICHTLIJNEN VOOR DE BEHANDELING VAN DE AUTO AAN HET EINDE VAN DE LEVENSDUUR Al jaren werkt Fiat hard aan de bescherming van het milieu door de doorlopende verbetering van de productieprocessen en de ontwikkeling van producten die steeds milieuvriendelijker zijn.
243-252 Croma TRW NL:243-240 Croma TRW IT 30-11-2009 14:29 Pagina 250 ® in het hart van uw motor.
243-252 Croma TRW NL:243-240 Croma TRW IT 30-11-2009 14:29 Pagina 251 Uwauto heeft Selenia gekozen De motor van uw auto is ontstaan met ontworpen voor Selenia, hetmotorolie-assortiment dat voldoet aan demeest geavanceerde internationale specificaties. Specifieke tests en technische kenmerken van hoog niveaumaken van Selenia het smeermiddel bij uitstek voor veilige en onovertrefbare motorprestaties.
243-252 Croma TRW NL:243-240 Croma TRW IT 30-11-2009 14:29 Pagina 252 BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND (bar) Uitvoeringen 1.8 2.2 2.2 aut. 1.9 Multijet 8V 1.9 Multijet 16V 1.9 Multijet 16V aut. 2.4 Multijet 20V aut.
PUNTO FL DUALOGIC NL:PUNTO RADIO SB05 ITA 21-10-2009 14:31 Pagina 1 F I A T P U N NEDERLANDS De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld. Fiat behoudt zich het recht voor op elk moment de in deze publicatie beschreven modellen om technische of commerciële redenen te wijzigen. Wendt u voor nadere informatie tot het Fiat Servicenetwerk. Gedrukt op milieuvriendelijk chloorvrij papier.