Operation Manual

155
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
bevatten, omdat hierdoor na verloop
van tijd de wielbouten kunnen los-
lopen;
plaats het noodreservewiel en draai
met de bijgeleverde sleutel de vijf
wielbouten vast;
draai de slinger L-fig. 8 van de krik
zodat de auto zakt, en verwijder de
krik;
draai met de bijgeleverde sleutel de
wielbouten kruiselings vast, in de
volgorde die is aangegeven in fig. 9.
draai het mechanisme F-fig. 8 zodat
de krik omhoogkomt, totdat het
bovenste deel van de krik G-fig. 8
goed in de borging H-fig. 8 valt;
waarschuw eventuele omstanders
dat de auto wordt opgekrikt; zorg
ervoor dat ze zich niet in de nabij-
heid van de auto bevinden en de
auto vooral niet aanraken totdat
deze weer geheel op de grond staat;
plaats de slinger L-fig. 8 in de krik
en krik de auto omhoog, totdat het
wiel enige centimeters los van de
grond is;
draai bij uitvoeringen met een wiel-
deksel, de 4 wielbouten los en ver-
wijder het wieldeksel; draai vervol-
gens de vijfde wielbout los en trek
het wiel los;
zorg ervoor dat de boutgaten en alle
contactvlakken van het reservewiel
schoon zijn en geen onzuiverheden
fig. 8
F0L0187m
fig. 9
F0L0188m