Operation Manual

16
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Sleutel met
afstands-
bediening
Metalen
noodsleutel
Knipperen
richting-
aanwijzers (alleen
met sleutel met
afstands-
bediening)
Lampje
bestuurders-
portier
BELANGRIJK Als u de metalen noodsleutel in het slot draait, wordt uitsluitend het betreffende portier ontgrendeld.
BELANGRIJK Het openen van de ruiten is gekoppeld aan het commando voor ontgrendeling van de portieren; het sluiten van de
ruiten is gekoppeld aan het commando voor vergrendeling van de portieren.
Openen
portieren en
ontgrendelen
tankklepje
Knop
Ë
kort indrukken
Sleutel
linksom draaien
(bestuurderszijde)
of rechtsom
(passagierszijde)
2 x knipperen
Doven
bewakingslampje
Sluiten
portieren en
vergrendelen
tankklepje
Knop
Á
kort indrukken
1 x knipperen
3 seconden
continu branden
en vervolgens
knipperen
bewakingslampje
Openen
ruiten
Knop
Ë
langer
dan 2 seconden
indrukken
2 x knipperen
Doven
bewakingslampje
Sluiten
ruiten
Knop
Á
langer
dan 2 seconden
indrukken
1 x knipperen
Knipperen
bewakingslampje
Dead lock
(indien aanwe-
zig)
Knop
Á
2 keer
indrukken
3 x knipperen
Twee keer
knipperen en
vervolgens knip-
peren van
bewakingslampje
Openen
achterklep
Knop
R
indrukken
2 x knipperen
Hieronder worden alle met de sleutels of met de metalen noodsleutel in te schakelen functies samengevat: