DOBLO LUM NL 16-02-2009 16:17 Pagina 1 NEDERLANDS De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld. Fiat behoudt zich het recht voor op elk moment de in deze publicatie beschreven modellen om technische of commerciële redenen te wijzigen. Wendt u voor nadere informatie tot het Fiat Servicenetwerk. Gedrukt op milieuvriendelijk chloorvrij papier.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:01 Pagina 1 Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Doblò. Wij hebben dit boekje samengesteld zodat u elk onderdeel van uw Fiat Doblò leert kennen en u uw auto op de juiste manier zult gebruiken. Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat rijden.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:01 Pagina 2 ABSOLUUT LEZEN! BRANDSTOF TANKEN K Benzinemotoren: tank uitsluitend loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON. Dieselmotoren: tank uitsluitend diesel voor motorvoertuigen conform de Europese specificatie EN590. Het gebruik van andere producten of mengsels kan de motor onherstelbaar beschadigen en het vervallen van de garantie tot gevolg hebben.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:01 Pagina 3 ELEKTRISCHE APPARATUUR 쇵 Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren die stroom verbruiken (waardoor de accu langzaam kan ontladen), wendt u dan tot het Fiat Servicenetwerk, dat kan controleren of de elektrische installatie van de auto geschikt is voor het extra stroomverbruik. CODE-card Bewaar deze op een veilige plaats, maar niet in de auto.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:01 Pagina 4 WELKOM AAN BOORD IN DE Fiat Doblò De Fiat Doblò is een compacte en originele auto waarmee u bent verzekerd van perfect rijplezier en een maximum aan veiligheid. Bovendien is de Fiat Doblò een auto met respect voor het milieu. Zowel de nieuwe motoren als het grote gebruiksgemak, de aandacht voor de details en het grote comfort voor de bestuurder en zijn mede-inzittenden dragen ertoe bij om de persoonlijkheid van uw Fiat Doblò te waarderen.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:01 Pagina 5 SIGNALEN VOOR EEN CORRECT GEBRUIK VAN UW AUTO De signalen die u op deze pagina ziet, zijn zeer belangrijk. Zij staan bij onderdelen in dit boekje waar we extra aandacht voor vragen. Zoals u ziet, bestaat elk signaal uit een verschillend symbool. Zo wordt direct duidelijk om welk onderwerp het gaat: Veiligheid van de inzittenden. Let op. Het niet of gedeeltelijk opvolgen van deze instructies kan gevaar opleveren voor de inzittenden.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:01 Pagina 6 WEGWIJS IN UW AUTO FIAT CODE Op of in de nabijheid van enkele onderdelen van uw Fiat Doblò zijn plaatjes met een bepaalde kleur aangebracht met daarop symbolen die uw aandacht vragen en die voorzorgsmaatregelen aangeven die u in acht moet nemen als u met het betreffende onderdeel te maken krijgt. Voor een nog betere bescherming tegen diefstal is de auto uitgerust met een elektronische startblokkering (Fiat CODE).
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:01 – het ont-/vergrendelen van de achterdeuren of de achterklep; Pagina 7 b – de mechanische code van de sleutels die bij de bestelling van duplicaatsleutels aan het Fiat Servicenetwerk moet worden gemeld. – het ont-/vergrendelen van de zijdeuren (alleen Cargo-uitvoeringen); De CODE-card moet op een veilige plaats worden bewaard. – de uitschakeling van de airbag aan passagierszijde.
11-05-2009 15:01 BELANGRIJK Elke sleutel heeft een eigen code, die verschillend is van alle andere, en die in de regeleenheid van het systeem moet worden opgeslagen. DUPLICAATSLEUTELS Als u extra sleutels wenst, wendt u dan met alle sleutels die reeds in uw bezit zijn en de CODE-card tot het Fiat Servicenetwerk. Het Fiat Servicenetwerk moet zowel de nieuwe sleutels als de reeds in uw bezit zijnde sleutels (tot een maximum van 8 sleutels) in het geheugen opslaan.
11-05-2009 15:01 EXTRA AFSTANDSBEDIENINGEN BESTELLEN De ontvanger kan in totaal 8 afstandsbedieningen herkennen. Als u na verloop van tijd een nieuwe afstandsbediening nodig hebt, wendt u dan tot het Fiat Servicenetwerk en neem alle in uw bezit zijnde sleutels en de CODE-card mee. Pagina 9 VEILIGHEIDSGORDELS Lege batterijen zijn schadelijk voor het milieu.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:01 Pagina 10 Druk tijdens het rijden niet op de knop C. De zitplaatsen achter (indien aanwezig) zijn voorzien van driepuntsveiligheidsgordels met rolautomaat. Druk, om de gordel los te maken, op de knop C. Begeleid de gordel tijdens het teruglopen, zodat wordt voorkomen dat de gordelband draait. BELANGRIJK Voordat de veiligheidsgordel wordt vastgemaakt, moet gecontroleerd worden of de stoel goed vergrendeld is.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:01 HOOGTEVERSTELLING VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS VOOR De veiligheidsgordels mogen alleen worden versteld als de auto stilstaat. Pagina 11 Omhoog: trek de beugel A-fig. 8 omhoog in de gewenste stand. GORDELSPANNERS Omlaag: druk op de knop B en schuif tegelijkertijd de beugel A omlaag in de gewenste stand. Voor een nog effectievere bescherming zijn de veiligheidsgordels voor van de Fiat Doblò voorzien van gordelspanners (bij een airbag aan bestuurderszijde).
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:01 Er kan een beetje rook ontsnappen. Deze rook is niet schadelijk en duidt niet op brand. De gordelspanner werkt slechts eenmaal. Als de gordelspanners hebben gewerkt, moet u zich tot het Fiat Servicenetwerk wenden om ze te laten vervangen. De geldigheid van het systeem staat vermeld op een plaatje fig. 9 dat zich in het dashboardkastje bevindt: laat voor het verstrijken van deze termijn het systeem door het Fiat Servicenetwerk vervangen.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:01 ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET GEBRUIK VAN VEILIGHEIDSGORDELS De bestuurder is verplicht zich te houden aan de wettelijke voorschriften met betrekking tot het verplichte gebruik van de veiligheidsgordels (en de inzittenden erop attent te maken). F0A0010b Leg de veiligheidsgordel altijd om voordat u vertrekt.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:01 Pagina 14 Ook vrouwen die in verwachting zijn moeten een gordel dragen: ook voor hen (zowel voor de aanstaande moeder als het kind) is de kans op letsel bij een ernstig ongeval kleiner als ze een gordel dragen. Uiteraard moeten zwangere vrouwen het onderste deel van de gordel meer naar beneden omleggen, zodat de gordel onder de buik langs loopt fig. 12.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:01 Pagina 15 KINDEREN VEILIG VERVOEREN ZEER GEVAARLIJK: Monteer absoluut geen kinderzitje achterstevoren op de passagiersstoel voor als de airbag aan passagierszijde is ingeschakeld. Als bij een ongeval de airbag in werking treedt (opblaast), kan dit ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben. Wij raden u aan kinderen altijd op de zitplaatsen achter te vervoeren, omdat die plaatsen bij een ongeval de meeste bescherming bieden.
11-05-2009 15:01 De resultaten van het onderzoek over de optimale bescherming van kleine kinderen zijn opgenomen in de Europese ECE/R44-voorschriften die wettelijk verplicht zijn. De systemen zijn onderverdeeld in vijf groepen: Pagina 16 In het Fiat Lineaccessori-programma zijn kinderzitjes opgenomen voor elke gewichtsgroep. Deze zijn speciaal ontworpen en ontwikkeld voor de Fiat-modellen.
15:01 De afbeelding dient alleen ter illustratie van de montage. Houdt u voor de montage van het kinderzitje aan de instructies. De fabrikant is verplicht deze instructies bij te leveren. Er bestaan kinderzitjes die geschikt zijn voor de gewichtsgroepen 0 en 1. Deze kinderzitjes kunnen worden bevestigd aan de veiligheidsgordels achter en hebben zelf gordels om het kind te beschermen.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:01 Pagina 18 Geschiktheid van de zitplaatsen voor het gebruik van kinderzitjes De Fiat Doblò voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijn voor de montage van kinderzitjes op de verschillende plaatsen in de auto.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:01 Hieronder zijn de richtlijnen voor een veilig vervoer van kinderen aangegeven. U dient zich hieraan te houden. 1) Plaats het kinderzitje bij voorkeur op een van de zitplaatsen achter omdat deze plaatsen bij een ongeval de meeste bescherming bieden. Monteer geen kinderzitje op de voorstoel, als de auto is uitgerust met een airbag aan de passagierszijde, omdat dan kinderen nooit op de voorstoel vervoerd mogen worden.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:01 START-/ CONTACTSLOT Als het start-/contactslot is geforceerd (bijv. bij een poging tot diefstal) moet u, voordat u weer met de auto gaat rijden, de werking van het slot laten controleren bij het Fiat Servicenetwerk. De sleutel kan in 4 standen worden gedraaid fig. 26: – STOP: motor uit, sleutel uitneembaar en stuur geblokkeerd. Enkele elektrische installaties kunnen werken (bijv. autoradio, elektrische ruitbediening).
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:01 Pagina 21 DASHBOARD De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsorganen, de instrumenten en de controle-/waarschuwingslampjes kunnen per uitvoering verschillen. 1 fig. 27 2 23 3 22 4 21 20 5 19 18 6 7 8 9 17 16 15 14 10 11 13 12 F0A0701b 1. Vast luchtrooster aan zijkant – 2. Verstelbaar luchtrooster aan zijkant – 3. Claxon – 4. Instrumentenpaneel – 5. Verstelbaar luchtrooster in het midden – 6. Opbergvak – 7.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Pagina 22 INSTRUMENTENPANEEL Uitvoeringen 1.4 8V – 1.3 Multijet – 1.9 Multijet A – Snelheidsmeter B – Brandstofmeter met waarschuwingslampje brandstofreserve C – Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur D – Toerenteller E – Multifunctioneel display De lampjes m en c zijn uitsluitend op de Dieseluitvoering aanwezig. F0A0444b fig. 28 Uitvoeringen Natural Power A – Toerenteller.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Pagina 23 Uitvoeringen 1.4 8V – 1.3 Multijet – 1.9 Multijet A – Snelheidsmeter. B – Brandstofmeter met waarschuwingslampje brandstofreserve. C – Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur. D – Toerenteller. E – Digitaal display. De lampjes m en c zijn uitsluitend op de Dieseluitvoering aanwezig. fig.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Pagina 24 INSTRUMENTEN TOERENTELLER SNELHEIDSMETER De toerenteller B-fig. 33 - 34 geeft het toerental van de motor aan. BELANGRIJK De regeleenheid van de elektronische inspuiting blokkeert tijdelijk de toevoer van brandstof als de motor met te hoge toerentallen draait, waardoor het motorvermogen zal afnemen. Bij stationair draaiende motor kan de toerenteller onder bepaalde omstandigheden een geleidelijke of herhaalde toerentalstijging aangeven.
11-05-2009 15:02 BRANDSTOFMETER Pagina 25 C – Lage koelvloeistoftemperatuur H – Hoge koelvloeistoftemperatuur Als het waarschuwingslampje Bfig. 35-37 brandt (bij enkele uitvoeringen verschijnt ook een melding op het instelbare multifunctionele display), dan is de koelvloeistoftemperatuur te hoog; zet in dat geval de motor uit en wendt u tot het Fiat Servicenetwerk. een storing in het systeem. Wendt u in dit geval tot het Fiat Servicenetwerk om het systeem te laten controleren.
11-05-2009 15:02 DIGITAAL DISPLAY Pagina 26 CONTROLE WAARSCHUWINGSLAMPJES fig. 40 BEDIENINGSKNOPPEN fig. 39 A – Klokje instellen. BEGINSCHERM fig. 38 KLOKJE INSTELLEN fig. 39 Op het beginscherm kan het volgende worden weergegeven: Druk voor het instellen van de tijd op knopje A. Elke keer als u het knopje indrukt, verspringt het klokje een eenheid vooruit. Als u het betreffende knopje ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door.
11-05-2009 15:02 MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY Pagina 27 KLOKJE INSTELLEN fig. 42 CONTROLE WAARSCHUWINGSLAMPJES fig. 43 Druk voor het instellen van de tijd op knopje A voor het verhogen van de minuten en op knopje B voor het verlagen van de minuten. Elke keer als u het knopje indrukt, verspringt het klokje een eenheid vooruit. Als u het betreffende knopje ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 INSTELBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY (indien aanwezig) Pagina 28 D – Buitentemperatuur (indien aanwezig) te gaan of de keuze te bevestigen. E – Stand koplampverstelling (alleen als het dimlicht is ingeschakeld). Even ingedrukt houden om terug te keren naar het beginscherm. De auto kan zijn uitgerust met een instelbaar multifunctioneel display dat tijdens de rit nuttige informatie levert aan de bestuurder op basis van de instelling voor de gewenste gegevens.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 SETUP-MENU Het menu bestaat uit een aantal functies dat „cyclisch” wordt weergegeven. De functies kunnen met de knoppen + en – worden gekozen, waarna u de volgende keuzemogelijkheden kunt selecteren of instellingen (setup) kunt uitvoeren. Het setup-menu kan worden geactiveerd door de knop MODE kort in te drukken. Door de knop + of – steeds in te drukken, kunt u de lijst van het setupmenu doorlopen. De werking is afhankelijk van het geselecteerde menupunt.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Voorbeeld: Italiano Deutsch English Türkçe Español Nederlands Polski Français Português Pagina 30 + + – Jaar TRIP B INSTELLEN KLOK SNELH.LIM. – WEERG. KLOK MENU VERLATEN Maand MODE druk kort op de knop + – – – Dag + + MODE druk kort op de knop Bijvoorbeeld: Om vanuit het beginscherm te kunnen navigeren, moet u kort op de knop MODE drukken. Druk op de knop + of – om in het menu te navigeren.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Snelheidslimiet (Snelh. Lim.) Met deze functie kan de snelheidslimiet van de auto (km/h of mph) worden ingesteld. Als deze limiet wordt overschreden, wordt de bestuurder gewaarschuwd (zie hoofdstuk „Lampjes en berichten”).
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 – druk op de knop + of – om de instelling uit te voeren. Opmerking Elke keer als u de knop + of – indrukt, wordt de waarde een eenheid verhoogd of verlaagd. Als u de knop ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door of terug. Als u dicht bij de juiste waarde bent, stelt u de exacte waarde in door de knop telkens in te drukken en los te laten.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Centrale portiervergrendeling bij rijdende auto (Vergr. Portieren) (indien aanwezig) Als deze functie is ingeschakeld (On), worden de portieren automatisch vergrendeld als de auto sneller rijdt dan 20 km/h.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Meeteenheid „temperatuur” (Eenheid Temp.) (indien aanwezig) Met deze functie kan de meeteenheid van de temperatuur (°C of °F) worden ingesteld.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Geprogrammeerd onderhoud (Service) Met deze functie kan worden weergegeven hoeveel kilometers of dagen nog resteren voordat een servicebeurt moet worden uitgevoerd.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 TRIP COMPUTER Pagina 36 – Gemiddelde snelheid – Reistijd. Algemeen Met de „Trip computer” kan, als de contactsleutel in stand MAR staat, op het display informatie worden weergegeven over de werking van de auto. Deze functie bestaat uit „General trip”, dat betrekking heeft op de hele rit van de auto, en „Trip B”, alleen aanwezig op het instelbare multifunctionele display, dat betrekking heeft op een deeltraject.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Gemiddeld verbruik (*) Geeft het gemiddelde brandstofverbruik aan vanaf het begin van een nieuwe rit. (*) Bij de uitvoeringen Natural Power alleen voor benzineverbruik. Huidig verbruik Geeft doorlopend de wijziging in het brandstofverbruik aan. Als de auto stilstaat met draaiende motor wordt „- - - -” op het display weergegeven.
15:02 Pagina 38 F0A0228b 11-05-2009 F0A0332b 001-105 Doblo Lum NL 4ed Procedure voor het begin van een rit Voor het op nul zetten (reset) moet u met de sleutel in stand MAR langer dan 2 seconden op de knop TRIP drukken. fig. 46 fig. 47 Reset GENERAL TRIP Einde rit Begin nieuwe rit Reset GENERAL TRIP Einde rit Begin nieuwe rit ˙ ˙ GENERAL TRIP Reset TRIP B 38 WEGWIJS IN UW AUTO ˙ Einde deeltraject Begin nieuw deeltraject TRIP B ˙ ˙ ˙ fig.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 LAMPJES EN BERICHTEN ALGEMENE OPMERKINGEN Als het lampje gaat branden, verschijnt er bij bepaalde uitvoeringen ook een bijbehorende melding op het instrumentenpaneel en/of klinkt een geluidssignaal. Deze meldingen zijn beknopt en uit voorzorg en moeten als een aanvulling worden gezien en niet als alternatief voor de informatie in dit instructieboekje. Wij raden u daarom aan dit instructieboekje goed door te lezen.
001-105 Doblo Lum NL 4ed ¬ 11-05-2009 15:02 STORING AIRBAGSYSTEEM (rood) (indien aanwezig) Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje doven. Pagina 40 Een defect lampje ¬ (lampje gedoofd) wordt ook weergegeven doordat het lampje voor de uitgeschakelde frontairbag aan passagierszijde F langer dan de normale 4 seconden knippert.
001-105 Doblo Lum NL 4ed w 11-05-2009 15:02 ACCU WORDT NIET VOLDOENDE OPGELADEN (rood) Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje branden. Het moet doven nadat de motor is gestart (als de motor stationair draait, kan het voorkomen dat het lampje iets later dooft). Als het lampje blijft branden, wendt u dan onmiddellijk tot het Fiat Servicenetwerk.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Als de auto rijdt en de veiligheidsgordels voor zijn niet goed omgelegd, dan gaat het lampje knipperen. ´ NIET GOED GESLOTEN PORTIEREN (rood) Als een of meerdere portieren of de achterklep niet goed gesloten zijn, gaat het lampje branden (bepaalde uitvoeringen). Op enkele uitvoeringen verschijnt een melding op het display; de weergave van de symbolen ¯ / ˙ geeft aan dat het linker of rechter portier niet goed gesloten is.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 – knipperend: duidt op een mogelijke beschadiging van de katalysator (zie „EOBD-systeem” in dit hoofdstuk). Als het lampje knippert, moet het gaspedaal worden losgelaten zodat de motor met lage toerentallen draait en het lampje niet meer knippert; u kunt met matige snelheid doorrijden waarbij rij-omstandigheden moeten worden vermeden die kunnen leiden tot het opnieuw gaan knipperen van het lampje. Wendt u zo snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk.
001-105 Doblo Lum NL 4ed F 11-05-2009 15:02 AIRBAG PASSAGIERSZIJDE UITGESCHAKELD (geel) Het lampje F brandt als de frontairbag aan passagierszijde is uitgeschakeld. Als u bij ingeschakelde frontairbag aan passagierszijde de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje F ongeveer 4 seconden branden en vervolgens 4 seconden knipperen. Hierna moet het lampje doven. Het lampje F geeft bovendien eventuele storingen van het lampje ¬ aan.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Water in het brandstofsysteem kan het inspuitsysteem ernstig beschadigen en de motor kan onregelmatig gaan draaien. Als het lampje c of è gaat branden (op bepaalde uitvoeringen verschijnt ook een melding op het display), wendt u dan zo snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk om de condens te laten aftappen.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Op enkele uitvoeringen verschijnt een melding op het display; de weergave van de symbolen ¯ / ˙ geeft de linker- of rechterzijde aan. 4 MISTACHTERLICHT (geel) Het lampje gaat branden als het mistachterlicht wordt ingeschakeld. Pagina 46 VERSTOPT h ROETFILTER (uitvoeringen 1.3 Multijet 85 pk en 1.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Pagina 47 Storing sensor in dieselfilter Follow me home Het lampje gaat branden als er een storing is in de sensor van het dieselfilter. Wendt u zo snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk om de storing te laten verhelpen. Het lampje gaat branden als dit systeem wordt gebruikt (zie „Follow me home” in het hoofdstuk „Dashboard en bediening”). Op enkele uitvoeringen verschijnt de bijbehorende melding op het display.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 1 11-05-2009 15:02 GROOTLICHT (blauw) Pagina 48 ZITPOSITIE INSTELLEN Het lampje brandt als het grootlicht is ingeschakeld. BESTUURDERSSTOEL KANS OP GLADHEID (uitvoeringen met instelbaar multifunctioneel display) Alle afstellingen mogen uitsluitend bij een stilstaande auto worden uitgevoerd. Als de buitentemperatuur gelijk is aan of lager wordt dan 3°C, dan knippert de temperatuuraanduiding om aan te geven dat er kans op gladheid bestaat.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Pagina 49 Bestuurdersstoel met armsteun en lendensteunverstelling fig. 51 Bestuurdersstoel met elektrische verwarming fig. 50 VASTE PASSAGIERSSTOEL U kunt de armsteun F omhoog en omlaag kantelen. Druk voor het in-/uitschakelen op knop B. Rugleuning verstellen De lendensteunverstelling verbetert de steun in de rug. Draai aan knop G voor de instelling. Bij inschakeling gaat het lampje op de knop branden. Trek hendel A-fig. 52 omhoog. Zet hendel C-fig.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 VERSCHUIFBARE PASSAGIERSSTOEL Pagina 50 Als u de hendel hebt losgelaten, controleer dan of de stoel goed geblokkeerd is door hem naar voren en naar achteren te schuiven. Als de stoel niet goed geblokkeerd is, kan deze onverwachts verschuiven, waardoor u de controle over de auto kunt verliezen. Rugleuning verstellen Trek hendel A-fig. 52 omhoog. Verstellen in lengterichting Trek hendel B-fig. 53 omhoog en schuif de stoel naar voren of naar achteren.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Pagina 51 Vaste scheidingswand met ruitje SCHEIDINGSWANDEN Enkele uitvoeringen van de Fiat Doblò Cargo hebben een vaste scheidingswand met een ruitje in het midden, waardoor u de lading kunt inspecteren. Vaste scheidingswand Enkele uitvoeringen van de Fiat Doblò Cargo zijn uitgerust met een vastgelaste scheidingswand.
11-05-2009 15:02 Rooster loshaken: Druk op knop E-fig. 59 om het rooster los te maken van de handgreep D en klap het rooster terug in de oorspronkelijke positie. Kantel de zitting en de rugleuning van de stoel terug. Controleer of de stoel goed vergrendeld is. Pagina 52 TOEGANG TOT ZITPLAATSEN ACHTER In noodgevallen kunnen de achterzitplaatsen ook via de bestuurderszijde verlaten worden door de bestuurdersstoel om te klappen.
11-05-2009 15:02 Uitvoering 7 zitplaatsen Pagina 53 male stand staan, is het niet toegestaan met de auto te rijden. Als de middelste stoel van de tweede rij is neergeklapt en de stoelen van de derde rij in de normale stand staan, dan wordt u bij het starten door een zoemer gewaarschuwd. De derde rij kan als volgt worden bereikt: – open de zijschuifdeur; – zet de hoofdsteunen omlaag (als ze in de normale stand staan) (zie de paragraaf „Hoofdsteunen”); – bedien de hendel A-fig.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Pagina 54 HOOFDSTEUNEN Zitplaatsen achter uitvoeringen 5 zitplaatsen Zitplaatsen achter uitvoeringen 7 zitplaatsen Zitplaatsen voor De hoofdsteunen achter (indien aanwezig) zijn in hoogte verstelbaar fig. 62. De hoofdsteunen van de zitplaatsen achter zijn verstelbaar fig. 62a. – vaste hoofdsteunen fig. 60; Om de hoofdsteunen te gebruiken, moeten ze vanuit de ruststand (1) in de gebruiksstand (2) worden gezet.
11-05-2009 15:02 Alle afstellingen mogen uitsluitend bij een stilstaande auto worden uitgevoerd. Pagina 55 IN HOOGTE VERSTELBAAR STUURWIEL BINNENSPIEGEL De binnenspiegel is verstelbaar met hendel fig. 64: Op enkele uitvoeringen is het stuur in hoogte verstelbaar: 1) anti-verblindingsstand 1) Zet hendel A-fig. 63 in stand 1.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Pagina 56 Met handmatige verstelling van binnenuit fig. 66 BUITENSPIEGELS Met handmatige verstelling van buitenaf fig. 65 Met elektrische verstelling fig. 67 Bedien knop A in het interieur. Dit is alleen mogelijk als de contactsleutel in de stand MAR staat. Open de ruit en verstel de spiegel A rechtstreeks met de hand. Met schakelaar A kunt u de spiegel in 4 richtingen verstellen.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Pagina 57 A B C C B A B C C B F0A0703b F0A0702b VERWARMING EN VENTILATIE A A D D Fig. 68 – Uitvoering met middenconsole Fig. 69 – Uitvoering met tunnelconsole A. Vaste luchtroosters aan de zijkanten – B. Verstelbare luchtroosters aan de zijkanten – C. Verstelbare luchtroosters in het midden A. Vaste luchtroosters aan de zijkanten – B. Verstelbare luchtroosters aan de zijkanten – C. Verstelbare luchtroosters in het midden – D.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 LUCHTROOSTERS IN HET MIDDEN fig. 70 LUCHTROOSTERS AAN DE ZIJKANTEN fig. 71 A – Verstelbaar luchtrooster links. C – Draaiknop voor regeling van de luchttemperatuur (menging van warme/koude lucht). A – Verstelbaar luchtrooster: voor gebruik van het luchtrooster moet op de door de pijl aangegeven plaats worden gedrukt. Stel het luchtrooster naar wens in. B – Verstelbaar luchtrooster rechts.
11-05-2009 15:02 Pagina 59 F0A0707b - luchtstroom geheel gericht op de voorruit en de zijruiten voor, voor ontwaseming en ontdooiing. F0A0708b 001-105 Doblo Lum NL 4ed De luchtverdeling wordt op de volgende afbeeldingen grafisch weergegeven. fig. 73 fig. 75 F0A0706b fig. 76 F0A0705b F0A0704b fig. 74 fig.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Verwarming 1) Draaiknop voor de luchttemperatuur C: in het rode vlak. 2) Draaiknop voor de aanjager A: op de gewenste snelheid. 3) Draaiknop voor de luchtverdeling D: in stand: ≤ voor verwarming van de beenruimten en ontwaseming van de voorruit; μ voor lucht naar de beenruimten en koelere lucht uit de luchtroosters in het midden en op het dashboard; w voor een snelle verwarming.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Ontwasemen en/of ontdooien van de achterruit (en) Druk op de knop ( . Hierdoor wordt ook de verwarming van de elektrische buitenspiegels ingeschakeld. Op het instrumentenpaneel gaat het lampje ( branden. Zodra de achterruit ontwasemd is, is het raadzaam de verwarming met de knop uit te schakelen. Ventilatie 1) Luchtroosters in het midden en aan de zijkanten: geheel open. 2) Draaiknop voor de luchttemperatuur C: in het blauwe vlak. 3) Regelschuif B in stand Y.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 In stand 0 p kan de airconditioning niet worden ingeschakeld. B – Schuif voor inschakeling van het recirculatiesysteem, waarbij er geen lucht van buiten binnenkomt. BELANGRIJK Dit systeem is vooral bruikbaar bij geconcentreerde luchtvervuiling (in de file, in tunnels enz.).
ONDERHOUD VAN HET SYSTEEM Schakel in de winter de airconditioning 1 keer per maand gedurende 10 minuten in. Laat voor het zomerseizoen de werking van de airconditioning door het Fiat Servicenetwerk controleren. De airconditioning maakt gebruik van het koelmiddel R134a. Bij lekkage is dit middel niet schadelijk voor het milieu. Gebruik in geen geval het middel R12, omdat dit middel de componenten van het systeem beschadigt en omdat dit middel CFK’s (chloorfluorkoolwaterstoffen) bevat.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Pagina 64 Grootlicht fig. 81 Grootlichtsignaal fig. 82 Druk voor inschakeling de hendel naar voren in de richting van het dashboard, als de draaiknop reeds in stand 2 staat. Op het instrumentenpaneel gaat het lampje 1 branden. Het grootlicht wordt uitgeschakeld als u de hendel naar het stuur trekt. Trek de hendel naar het stuur (stand zonder vergrendeling). Richtingaanwijzers (pijlen) fig.
15:02 INSTELLINGEN fig. 84 Pagina 65 0 – ruitenwissers uitgeschakeld; Als u de hendel naar het stuur trekt, kunnen in één beweging de ruitensproeiers/-wissers worden ingeschakeld; als u de hendel voor de bediening van de ruitensproeiers langer dan een halve seconde bedient, schakelen de ruitenwissers automatisch in. 1 – ruitenwissers wissen met interval; op enkele uitvoeringen kunnen 4 intervalstanden worden gekozen (van zeer kort tot zeer lang fig.
15:02 een halve seconde bedient, schakelt de achterruitwisser automatisch in. Als u de hendel loslaat, maakt de wisser nog drie slagen. Pagina 66 PLAFONDVERLICHTING ger branden, tot een maximum van 210 seconden; hierna schakelt de verlichting automatisch uit. Telkens als de hendel wordt bediend, gaat het controlelampje 3 op het instrumentenpaneel branden en verschijnt op het display de tijd dat de functie actief blijft.
11-05-2009 15:02 – met schakelaar A naar links geschoven, zijn de spotjes C en D uitgeschakeld en gaan niet branden bij het openen van de portieren; – met schakelaar A naar rechts geschoven, zijn de spotjes C en D continu ingeschakeld. Met schakelaar B wordt: – in linker stand, spotje C ingeschakeld; – in rechter stand, spotje D ingeschakeld. BELANGRIJK Controleer voordat u de auto verlaat of beide schakelaars in de middelste stand staan.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 BEDIENINGSORGANEN Pagina 68 Het gebruik van de waarschuwingsknipperlichten is afhankelijk van de wetgeving van het land waarin u zich bevindt. Houdt u aan de voorschriften. WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN fig. 92 Deze worden ingeschakeld als op knop A wordt gedrukt, ongeacht de stand van de contactsleutel. C – In-/uitschakeling van de achterruitverwarming.
11-05-2009 15:02 BRANDSTOFNOODSCHAKELAAR De veiligheidsschakelaar die rechts onder het dashboard bereikbaar is via de aangegeven opening fig. 94, springt omhoog bij een ongeval, waardoor de toevoer van brandstof wordt gestopt en de motor afslaat. Als u na een ongeval een brandstoflucht ruikt of merkt dat het brandstofsysteem lekt, druk dan de schakelaar niet weer terug, zodat brand wordt voorkomen.
AANSTEKER fig. 97 Draai de contactsleutel in stand MAR: druk op knop A; na ongeveer 15 seconden springt de knop automatisch terug en is de aansteker gereed voor gebruik. BELANGRIJK Controleer altijd of de aansteker na het indrukken ook uitschakelt. Pagina 70 Sluit geen accessoires op de stekkerdoos aan met een stroomverbruik dat hoger is dan de aangegeven maximale waarde. Een langdurig stroomverbruik kan de accu uitputten, waardoor de motor niet meer gestart kan worden. Let op.
15:02 ZONNEKLEPPEN fig. 101 Pagina 71 in de gebruikspositie. De pen C bevindt zich in de rechter rail van het tafeltje. BELANGRIJK Plaats geen voorwerpen op het tafeltje die zwaarder zijn dan 3 kg: om veiligheidsredenen haakt het tafeltje los uit de vergrendeling als het te zwaar beladen is. De zonnekleppen A zitten aan beide zijden naast de binnenspiegel. Ze kunnen, zoals is afgebeeld, voor de voorruit worden gedraaid.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 SCHUIFRUIT (verschuifbaar in lengterichting) Pagina 72 DAKLUIK ACHTERSTE ZIJRUITEN Dit zijn uitzetruiten. Ze kunnen worden opengeschoven. BELANGRIJK Open en sluit het dakluik uitsluitend bij stilstaande auto. 1) Plaats de hendel zoals is aangegeven in fig. 103. 1) Ontgrendel de schuifruit door knop A-fig. 102 in te drukken.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Rijd met geopend dakluik niet harder dan 110 km/h. Als harder wordt gereden, kan het luik (met een klap) sluiten. Pagina 73 Dakluik sluiten BELANGRIJK De lading moet gelijkmatig over de traverse zijn verdeeld en met spanbanden of touw worden bevestigd. Plaats de traverse C-fig. 106 in de uitgangspositie; steek de pen van de traverse C in de oorspronkelijke zitting, waarbij de pen moet vergrendelen.
15:02 PORTIEREN Pagina 74 Van binnenuit vergrendelen, met de hand Voorportieren: sluit het portier en druk op (LOCK) bij de ontgrendelhendel fig. 108. VOORPORTIEREN Van buitenaf openen, met de hand Voorportieren: draai de sleutel in stand 2-fig. 107 en trek aan de handgreep. Deze handelingen kunnen gedurende 2 minuten worden uitgevoerd nadat de contactsleutel van stand MAR in stand STOP is gedraaid of als de contactsleutel is uitgenomen bij gesloten portieren.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Als u de schakelaar A-fig. 109 aan bestuurderszijde langer dan een halve seconde ingedrukt houdt, gaat de ruit verder automatisch open of dicht: De beweging stopt als de ruit aan het einde van zijn slag is (of als u nogmaals op de schakelaar drukt). Onzorgvuldig gebruik van de elektrische ruitbediening kan gevaarlijk zijn.
11-05-2009 15:02 Pagina 76 Van buitenaf openen/sluiten (uitvoeringen Fiat Doblò Cargo) Van binnenuit openen/sluiten (uitvoeringen Fiat Doblò Cargo) Openen: draai de sleutel in stand 2-fig. 110 en trek de handgreep in de richting van de pijl; schuif vervolgens de deur naar de achterkant van de auto tegen de aanslag totdat hij blokkeert. Openen: trek aan de ontgrendelhendel fig. 111 en schuif de deur naar de achterkant van de auto tegen de aanslag totdat hij blokkeert.
11-05-2009 15:02 Pagina 77 KINDERVEILIGHEIDSSLOT ACHTERDEUREN Dit voorkomt dat de zijschuifdeuren van binnenuit kunnen worden geopend. De twee achterdeuren zijn ieder voorzien van een klemveer die de opening van de deur tot 90 graden beperkt. U schakelt het systeem in door de punt van de contactsleutel in de opening fig. 113 te steken en te draaien.
Sluit eerst de rechter deur 2-fig. 114 volledig en daarna de linker deur 1-fig. 114. Sluit niet beide deuren gelijktijdig. Pagina 78 Rechter deur openen 2-fig. 114 Trek na het openen van de linker deur de hendel A-fig. 117 in de richting van de pijl. De achterdeuren (indien aanwezig) zijn voorzien van een mechanisme A-fig. 117a dat de openingshoek beperkt. BELANGRIJK Gebruik de handgreep A-fig. 117uitsluitend in de aangegeven richting.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 ACHTERKLEP Achterklep openen/sluiten Pagina 79 Als u reservebrandstof in een jerrycan wilt vervoeren, dan dient u zich aan de geldende wetgeving te houden. Gebruik alleen een goedgekeurde jerrycan en bevestig deze op de juiste wijze. Toch zal bij een ongeval de kans op brand groter zijn. Achterklep van buitenaf openen: ontgrendel het slot fig. 118 met de contactsleutel en trek de handgreep A in de richting van de pijl.
15:02 Van binnenuit Druk bij gesloten portieren het vergrendelknopje op een van de portieren omlaag (voor vergrendelen) of omhoog (ontgrendelen) (Fiat Doblò Personenvervoer); of druk op „LOCK” (voor vergrendelen) of trek (voor ontgrendelen) aan de hendels van de voorportieren en de zijschuifdeuren (Fiat Doblò Cargo). Met de knopjes aan de binnenzijde van de zijschuifdeuren ver- of ontgrendelt u uitsluitend de betreffende deur.
15:02 Achterbank gedeeltelijk omklappen (linker zitplaats) Pagina 81 2) Kantel gedeelte A-fig. 124 van het paneel op gedeelte B. Hoedenplank verwijderen De hoedenplank bestaat uit twee delen fig. 124. Ga voor volledige verwijdering als volgt te werk: Linker rugleuning omklappen: – verwijder de hoofdsteun (indien aanwezig); 3) Bevestig de twee delen met behulp van de borgrubbers C-fig. 125. 1) Open de achterdeuren of de achterklep. – trek de knop A-fig. 121 omhoog en klap de zitplaats volledig om fig.
11-05-2009 15:02 Pagina 82 4) Til gedeelte B-fig. 126 op en schuif het paneel langs de ruimte achter de achterbank waarbij de hoedenplank aan de bovenzijde aan de hoedenplanksteun en middenonder aan de zitplaats gehaakt wordt. BELANGRIJK Als u zware voorwerpen vervoert en u ‘s nachts rijdt, moet u controleren of de hoogteregelaars van de koplampen in de juiste stand staan (zie de paragraaf „Koplampen” in dit hoofdstuk).
15:02 Het is absoluut verboden de achterbank van de derde rij te gebruiken als de rugleuning is neergeklapt voor het vervoer van lading of bagage. De lading kan tegen de rugleuning van de twee rij stoelen worden geworpen, waardoor de inzittenden ernstig kunnen worden verwond fig. 127a. Pagina 83 – zet eerst de rugleuning weer rechtop (zonder hem vast te haken), haak de gehele achterbank vast in de daarvoor bestemde openingen in de vloer en haak vervolgens de rugleuning vast.
15:02 – klap de rugleuning van de middelste stoel neer door de lus A-fig. 129 omhoog te trekken; Pagina 84 Om de stoelen weer terug te plaatsen, moeten de betreffende riemen C-fig. 131 worden losgehaakt, de stoelen aan de zijkant volledig worden teruggeklapt en vervolgens de zitting van de middelste stoel; trek vervolgens aan de lus A-fig. 129, klap de rugleuning omhoog en bevestig hem aan de daarvoor bestemde beugels. – trek aan de lus B-fig.
11-05-2009 15:02 Pagina 85 MOTORKAP 2) Til de motorkap iets op totdat de ontgrendelhendel zichtbaar is. Motorkap openen 3) Druk op de vanghaak A-fig. 134, zoals aangegeven in de figuur. Wees voorzichtig als u werkzaamheden in de motorruimte moet verrichten en de motor nog warm is, om brandwonden te voorkomen. Wacht tot de motor is afgekoeld. 4) Til de motorkap op en trek gelijktijdig de steunstang A-fig. 135 uit de klem; steek vervolgens het uiteinde van de stang in de zitting B op de motorkap.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Pagina 86 Motorkap sluiten ALLESDRAGERS 1) Houd de motorkap met een hand omhoog, trek met de andere hand de stang A-fig. 135 uit de zitting B en plaats de steunstang terug in de klem. BEVESTIGINGSPUNTEN 2) laat de motorkap tot op ongeveer 20 cm van de motorruimte zakken, laat de motorkap vallen en controleer of de motorkap goed is gesloten door de motorkap op te tillen. De motorkap mag niet alleen door de beveiliging vergrendeld zijn.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 LAADPLATEAUS De laadplateaus zijn opgenomen in het Fiat Lineaccessori-programma. Pagina 87 Voor een goede werking van het laadplateau achter fig. 137 moeten de instructies worden opgevolgd die vermeld staan op het plaatje links in de laadruimte. BELANGRIJK Het maximum draagvermogen van het laadplateau achter is 250 kg. F0A0221b Het laden met behulp van de laadplateaus mag alleen bij een stilstaande auto worden uitgevoerd en met aangetrokken handrem.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Voor het juiste gebruik van het laadplateau aan de zijkant, fig. 138 moet u de zijdeur openen, de handgreep A vastpakken en het laadplateau uittrekken in de richting van de pijl totdat het vergrendelt. Pagina 88 KOPLAMPEN KOPLAMPVERSTELLING KOPLAMPEN AFSTELLEN De auto is uitgerust met een elektrische koplampverstelling, die werkt met de contactsleutel in stand MAR en ingeschakeld dimlicht.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Pagina 89 Correcte standen op basis van de beladingsgraad ABS 0 – een of twee personen op de voorstoelen. De auto kan zijn uitgerust met een anti-blokkeerremsysteem (ABS). Het systeem voorkomt dat de wielen blokkeren, waardoor de beschikbare grip optimaal wordt benut en de auto ook tijdens een noodstop bestuurbaar en stabiel blijft. 1 – vijf personen. 2 – vijf personen + bagage. 3 – bestuurder + toegestane maximum lading volledig in de bagageruimte.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Voor het beste gebruik van het antiblokkeersysteem, is het raadzaam de volgende aanwijzingen op te volgen: Het ABS benut zo goed mogelijk de beschikbare grip, maar kan deze niet verhogen. Daarom moet op gladde weggedeelten altijd voorzichtig worden gereden en mogen er geen onnodige risico’s worden genomen.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Als bij een draaiende motor alleen het waarschuwingslampje > gaat branden, dan is er een storing in het ABS-systeem. In dat geval werkt het conventionele remsysteem op de normale manier, echter er wordt geen gebruik gemaakt van het antiblokkeersysteem. Onder deze omstandigheden kan ook de werking van het EBD-systeem verminderen.
15:02 – als de auto onder andere auto’s of veiligheidsvoorzieningen schuift (bijvoorbeeld onder vrachtwagens of de vangrail); omdat geen enkele aanvullende bescherming wordt geboden op de veiligheidsgordels. Als de airbags in deze gevallen niet geactiveerd worden, betekent dit niet dat het systeem niet goed functioneert. Plaats geen stickers of andere objecten op het stuurwiel en het deksel van de airbagmodule aan de passagierszijde.
11-05-2009 15:02 ZEER GEVAARLIJK: Monteer absoluut geen kinderzitje achterstevoren op de passagiersstoel voor als de frontairbag aan passagierszijde is ingeschakeld. Als bij een ongeval de airbag in werking treedt (opblaast), kan dit ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben. Als er geen andere mogelijkheid is, moet in ieder geval de airbag aan passagierszijde uitgeschakeld worden als het kinderzitje op de passagiersstoel voor wordt geplaatst.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 SIDEBAGS De sidebag is een kussen dat zich snel opblaast en dat zich bevindt in de rugleuning van de voorstoel. De sidebag heeft tot doel het bovenlichaam van de inzittenden te beschermen bij middelzware en zware zijdelingse aanrijdingen.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Als u de contactsleutel in stand MAR draait en het lampje ¬ gaat niet branden of blijft branden tijdens het rijden, dan is er mogelijk een storing in de veiligheidssystemen; in dat geval kunnen de airbags of gordelspanners niet geactiveerd worden bij een ongeval of, in een zeer beperkt aantal gevallen, niet op de juiste wijze geactiveerd worden.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Bedek de rugleuning van de voorstoelen niet met hoezen of kleden die niet zijn voorbereid op het gebruik met sidebags. Als de contactsleutel in stand MAR staat, kunnen, ook bij uitgezette motor, de airbags inschakelen als de auto stilstaat en de auto frontaal wordt aangereden door een andere auto die met voldoende snelheid rijdt. Daarom mogen, ook als de auto stilstaat, absoluut geen kinderen op de passagiersstoel voor worden geplaatst.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 EOBD-SYSTEEM Pagina 97 Dit diagnosesysteem geeft door middel van het brandende lampje U op het instrumentenpaneel de beschadiging van de betreffende componenten aan. Als u de contactsleutel in stand MAR draait en het lampje U gaat niet branden of het gaat branden of knipperen tijdens het rijden, wendt u dan zo snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk. De werking van het lampje U kan met speciale apparatuur door de verkeerspolitie gecontroleerd worden.
15:02 Pagina 98 Luidsprekers UITGEBREIDE INBOUWVOORBEREIDING uw hand in het vakje te steken en deze naar boven te drukken. Schuif vervolgens het vakje in de richting van het interieur. – 2 mid-range luidsprekers op het dashboard, met een diameter van 100 mm en met elk een piekvermogen van 30 W. – 2 woofer luidsprekers in de voorportieren, met een diameter van 165 mm en met elk een piekvermogen van 40 W (alleen uitvoeringen Panorama).
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 De antenne is geschikt voor een zendvermogen tot 20 W. Aansluitschema van de elektrische bedrading: 1 MUTE-functie autoradio. 2 Niet aangesloten. 3 Massa INPUT-signaal mobiele telefoon. 4 INPUT-signaal mobiele telefoon. 5 Luidspreker met dubbele functie op dashboard aan passagierszijde (+). 6 Luidspreker met dubbele functie op dashboard aan passagierszijde (−).
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 EXTRA ACCESSOIRES Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren die constante voeding nodig hebben (autoradio, anti-diefstalsatellietbewaking enz.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 PARKEERSENSOREN (indien aanwezig) Deze bevinden zich in de achterbumper van de auto en attenderen de bestuurder via een repeterend geluidssignaal op de aanwezigheid van obstakels achter de auto. ACTIVERING De sensoren worden automatisch geactiveerd als de achteruit wordt ingeschakeld. Als de afstand tot het obstakel achter de auto kleiner wordt, neemt de frequentie van het geluidssignaal toe.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 TANKEN Pagina 102 MET BENZINEMOTOR MET DIESELMOTOR Tank uitsluitend loodvrije benzine. Controleer voor het tanken van brandstof of de linker schuifdeur goed is gesloten; als dit niet het geval is, dan kan de schuifdeur of het blokkeermechanisme bij geopend tankklepje worden beschadigd. Als tijdens het tanken het tankklepje openstaat, dan kan de linker zijschuifdeur niet worden geopend.
11-05-2009 15:02 Bij lage buitentemperaturen kan de vloeibaarheid van de dieselbrandstof verminderen door de vorming van paraffine, waardoor het brandstofsysteem niet meer goed werkt. Om dit probleem te voorkomen wordt er, afhankelijk van het seizoen, dieselbrandstof geleverd die speciaal voor de zomer, voor de winter en voor zeer lage temperaturen (bergachtige gebieden) is ontwikkeld.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Bij enkele uitvoeringen is dop voorzien van een mechanisch slot; om te tanken moet de dop met de contactsleutel worden losgedraaid. Kom niet dicht bij de vulopening met open vuur of een brandende sigaret: brandgevaar. Houd uw hoofd ook niet dicht bij de vulopening om te voorkomen dat u schadelijke dampen inademt.
001-105 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:02 Pagina 105 DPF-ROETFILTER (DIESEL PARTICULATE FILTER) (voor uitvoeringen Multijet 1.3 85 pk en 1.9 120 pk) Het filter verzamelt de roetdeeltjes en moet periodiek worden geregenereerd (schoongemaakt) door de roetdeeltjes te verbranden. Het DPF-roetfilter (Diesel Particulate Filter) is een mechanisch filter in het uitlaatsysteem dat de partikels in het uitlaatgas van dieselmotoren opvangt.
106-118 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:34 Pagina 106 C O R R E C T G E B R U I K VA N D E A U T O MOTOR STARTEN Het is zeer gevaarlijk om de motor in afgesloten ruimten te laten draaien. De motor verbruikt zuurstof en produceert kooldioxide, koolmonoxide en andere giftige gassen. Raak de hoogspanningskabels (bougiekabels) nooit aan als de motor draait. BENZINEMOTOR STARTEN 1) Zorg ervoor dat de handrem is aangetrokken. 2) Zet de versnellingspook in de vrijstand.
106-118 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:34 Als het lampje m gedurende 60 seconden gaat knipperen na het starten of tijdens een langdurige startpoging, dan duidt dat op een storing in het voorgloeisysteem. Als de motor aanslaat, kunt u de auto op de gewone manier gebruiken, maar wendt u zo snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk. Als de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleutel terugdraaien in stand STOP voordat u opnieuw start.
106-118 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:34 MOTOR UITZETTEN Draai de contactsleutel in stand STOP terwijl de motor stationair draait. Gasgeven voordat u de motor uitzet heeft geen enkel nut, verspilt brandstof en is, vooral voor motoren met turbocompressor, schadelijk. Pagina 108 PARKEREN HANDREM De handrem bevindt zich tussen de voorstoelen. Schakel een versnelling in (de 1e als de weg omhoog loopt, de achteruit als de weg omlaag loopt) en zet de voorwielen iets uitgestuurd.
9:34 GEBRUIK VAN DE VERSNELLINGSBAK Om de versnellingen in te schakelen, moet u het koppelingspedaal geheel intrappen en vervolgens de versnellingspook in een van de in het schema aangegeven standen fig. 2 plaatsen (dit schema staat ook op de knop van de pook). BELANGRIJK De achteruit kan alleen bij een stilstaande auto worden ingeschakeld. Wacht bij een draaiende motor en een geheel ingetrapt koppelingspedaal minstens 2 seconden, voordat u de achteruit inschakelt.
106-118 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:34 Pagina 110 KOSTENBESPARING EN BEPERKING VAN DE UITSTOOT VAN SCHADELIJKE UITLAATGASSEN Hierna volgen enkele nuttige tips, waardoor de kosten van de auto zo laag mogelijk blijven en de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen zoveel mogelijk beperkt wordt. hierdoor de banden sneller en verslechtert de wegligging van de auto, waardoor de veiligheid in gevaar kan worden gebracht.
106-118 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:34 RIJSTIJL Starten Laat de motor als de auto stilstaat, niet warmdraaien met stationair toerental en ook niet met een hoog toerental: onder deze omstandigheden warmt de motor veel langzamer op, terwijl het verbruik en de schadelijke uitlaatgasemissie toenemen. Het is beter om rustig weg te rijden en geen hoge toerentallen te gebruiken. Op deze manier warmt de motor sneller op.
106-118 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:34 Pagina 112 ECONOMISCH EN MILIEUBEWUST RIJDEN Het milieu is een van de uitgangspunten geweest bij de ontwikkeling van de Fiat Doblò. Het is niet voor niets dat resultaten van zijn emissiereductiesystemen boven de geldende normen liggen. Het milieu heeft recht op maximale aandacht van iedereen. De automobilist kan door enkele simpele aanwijzingen op te volgen, voorkomen dat hij/zij onnodig schade aan het milieu toebrengt.
106-118 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:34 Spuit geen reinigings- of beschermingsmiddelen op de katalysator, de lambdasondes en het uitlaatsysteem. Onder normale bedrijfsomstandigheden bereikt de katalysator hoge temperaturen. Parkeer daarom niet boven brandbare materialen (gras, droge bladeren, dennennaalden enz.): brandgevaar.
106-118 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:34 Het ABS waarmee de auto kan zijn uitgerust, werkt niet op het remsysteem van de aanhanger. Wees daarom extra voorzichtig op gladde wegen. Voer in geen geval modificaties aan het remsysteem van de auto uit. Het remsysteem van de aanhanger moet geheel onafhankelijk van het hydraulisch remsysteem van de auto worden bediend.
9:34 Pagina 115 Na de montage van de trekhaak is het leeggewicht van de auto toegenomen met circa 15,5 kg. Hart achteras DOORSN. A-A Na een afstand van 1000 km moet gecontroleerd worden of de bevestigingsbouten van de trekhaak nog goed zijn bevestigd. Wendt u hiervoor tot het Fiat Servicenetwerk.
106-118 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:34 SNEEUWKETTINGEN Het gebruik van sneeuwkettingen is afhankelijk van de voorschriften van het land waar wordt gereden. De sneeuwkettingen mogen alleen op de voorwielen gemonteerd worden (aangedreven wielen). De banden waarop sneeuwkettingen gemonteerd kunnen worden en het type sneeuwketting staan aangegeven in de volgende tabel; houdt u strikt aan deze tabel.
106-118 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:34 WINTERBANDEN Deze banden zijn speciaal ontworpen voor het rijden op sneeuw en ijs en kunnen worden gemonteerd in plaats van de standaard geleverde banden. Gebruik winterbanden die dezelfde maat hebben als de standaard geleverde banden. Het Fiat Servicenetwerk kan u adviseren welke band het meest geschikt is voor het doel waarvoor u hem wilt gebruiken.
106-118 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:34 Pagina 118 AUTO LANGERE TIJD STALLEN Tref de volgende maatregelen als de auto enkele maanden niet wordt gebruikt: – Zet de auto in een overdekte, droge en zo mogelijk goed geventileerde ruimte. – Schakel een versnelling in. – Controleer of de handrem niet is aangetrokken. – Maak de accukabels los van de accu (koppel altijd eerst de minkabel los) en controleer de acculading. Gedurende het stallen moet deze controle iedere drie maanden worden herhaald.
119-148 Doblo Lum NL 2ed 20-02-2009 11:53 Pagina 119 N O O D G E VA L L E N NOODSTART Als de Fiat CODE er niet in slaagt de startblokkering op te heffen, dan blijven de lampjes ¢ (Y) en U branden en slaat de motor niet aan. Voor het starten van de motor is het nodig een noodstart uit te voeren. Wij raden u aan om eerst de instructies goed te lezen, voordat u de motor op deze wijze start.
119-148 Doblo Lum NL 2ed 20-02-2009 11:53 Pagina 120 STARTEN MET EEN HULPACCU Als de accu leeg is, kan de motor worden gestart met een hulpaccu, die ten minste dezelfde capaciteit moet hebben als de lege accu. Ga als volgt te werk fig. 1: 1) Verbind de pluspolen (+ teken nabij de pool) van de beide accu’s met een startkabel. Deze startprocedure mag alleen worden uitgevoerd door deskundige personen, omdat onjuiste handelingen vonken kunnen veroorzaken. De vloeistof in de accu is giftig en corrosief.
119-148 Doblo Lum NL 2ed 20-02-2009 11:53 ROLLEND STARTEN Probeer auto’s nooit te starten door ze aan te duwen, te slepen of van een helling af te laten rijden. Op die wijze kan er onverbrande brandstof in de katalysator terechtkomen, waardoor deze onherstelbaar zal beschadigen. Houd er rekening mee dat de rem- en stuurbekrachtiging niet werken zolang de motor niet is aangeslagen, waardoor meer kracht nodig is voor de bediening van het rempedaal en het stuur.
20-02-2009 11:53 Smeer de schroefdraad van de wielbouten niet met vet in voordat u ze monteert: de bouten kunnen loslopen. Door een verkeerde montage kan het wieldeksel tijdens het rijden loslaten. Maak het ventiel absoluut niet open. Plaats geen enkel stuk gereedschap tussen velg en band. Controleer regelmatig de spanning van de banden, ook van het reservewiel en houdt u daarbij aan de waarden die in het hoofdstuk „Technische gegevens” zijn aangegeven.
20-02-2009 11:53 5) Pak de wielsleutel. Pagina 123 12) Waarschuw eventuele omstanders dat de auto wordt opgekrikt; zorg ervoor dat ze zich niet in de nabijheid van de auto bevinden en de auto vooral niet aanraken totdat de auto weer geheel op de grond staat. 10) Draai met het wieltje A-fig. 7 de krik iets omhoog en plaats de krik onder de auto bij de merktekens Afig. 8 dicht bij het te verwisselen wiel. 6) Draai met behulp van de wielsleutel A-fig. 6 de borgbout van de reservewielsteun los.
11:53 Pagina 124 1) Plaats het verwisselde wiel in de reservewielhouder onder de laadvloer en maak de borghaak A-fig. 14a weer vast in de borgveer B. 17) Plaats bij uitvoeringen met een klein wieldeksel, eerst het deksel voordat de vier wielbouten worden vastgedraaid. 2) Haak het bovenste deel van de steunstang C-fig. 15 vast aan de borgveer D en draai de borgbout van de steun fig. 6 vast. 18) Draai de slinger van de krik zodat de auto zakt, en verwijder de krik.
20-02-2009 11:53 Bij enkele Personenvervoer-uitvoeringen wordt in plaats van het normale reservewiel een specifiek noodreservewiel gebruikt; plaats dit reservewiel als volgt in de houder: Pagina 125 vulstuk moet tijdelijk in de bagageruimte worden opgeborgen. – Om het noodreservewiel in de houder te plaatsen, moet het vulstuk op de buitenzijde van de velg worden geplaatst en het noodreservewiel met de buitenzijde fig. 14b naar boven gericht in de houder worden gelegd.
20-02-2009 11:53 SNELLE BANDENREPARATIESET FIX & GO automatic Pagina 126 De snelle reparatieset Fix & Go automatic is in een daarvoor bestemde houder in de bagageruimte geplaatst. – een compressor D met manometer en verbindingsstukken, die in het vak zijn te vinden De reparatieset bevat fig. 16a: – een vulbuis B – adapters voor het oppompen van diverse voorwerpen. – een sticker C met het opschrift „max. 80 km/h”.
119-148 Doblo Lum NL 2ed 20-02-2009 11:53 Bij schade aan de velg (zodanige vervorming van het kanaal dat er lucht wegloopt) kan de band niet gerepareerd worden. Verwijder de eventueel in de band binnengedrongen voorwerpen (schroeven of spijkers) niet. HET IS NOODZAKELIJK TE WETEN DAT: De afdichtvloeistof bij buitentemperaturen tussen −20°C en +50°C werkt. De afdichtvloeistof een houdbaarheidsdatum heeft. De compressor mag niet langer dan 20 minuten achter elkaar worden ingeschakeld.
11:53 Pagina 128 – controleer of de schakelaar E-fig. 16f van de compressor in stand 0 (uitgeschakeld) staat, start de motor, steek de stekker D-fig. 16e in de dichtstbijzijnde stekkerdoos en schakel de compressor in door de schakelaar E-fig. 16f in stand I (ingeschakeld) te zetten. Pomp de band op tot de juiste bandenspanning is bereikt (zie de paragraaf „Bandenspanning” in het hoofdstuk „Technische gegevens”). Controleer de bandenspanning op de manometer F.
20-02-2009 11:53 – stop na ongeveer 10 minuten en controleer opnieuw de bandenspanning; vergeet niet de handrem aan te trekken; Als de bandenspanning onder 1,8 bar is gedaald, mag niet verder worden gereden: de snelle reparatieset Fix & Go automatic kan de vereiste wegligging niet garanderen omdat de band te erg beschadigd is. Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.
119-148 Doblo Lum NL 2ed 20-02-2009 11:53 Pagina 130 EEN GLOEILAMP VERVANGEN Modificaties of reparaties aan de elektrische installatie die niet correct worden uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt gehouden met de technische specificaties van het systeem, kunnen storingen in de werking en zelfs brand veroorzaken. Wij raden u aan defecte gloeilampen, indien mogelijk, door het Fiat Servicenetwerk te laten vervangen.
119-148 Doblo Lum NL 2ed 20-02-2009 11:53 TYPEN GLOEILAMPEN B Gloeilampen met bajonetfitting Verwijder de lamp uit de houder door hem iets in te drukken en linksom te draaien. Op de auto zijn verschillende typen gloeilampen gemonteerd fig. 17: A Glasfittinglampen Deze zijn voorzien van een klemfitting. Verwijder de lamp door de lamp uit de houder te trekken. D B E C D-E Halogeenlampen Verwijder de lamp door de borgveer los te haken uit de zitting.
119-148 Doblo Lum NL 2ed 20-02-2009 11:53 Pagina 132 DEFECTE BUITENVERLICHTING DIMLICHT Halogeenlamp vervangen: 1) Verwijder het beschermdeksel Bfig. 18 door het linksom te draaien. GROOTLICHT Modificaties of reparaties aan de elektrische installatie die niet correct worden uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt gehouden met de technische specificaties van het systeem, kunnen storingen in de werking en zelfs brand veroorzaken. Halogeenlamp vervangen: 2) Haak de borgveren A-fig.
20-02-2009 11:53 BUITENVERLICHTING VOOR RICHTINGAANWIJZERS VOOR Gloeilamp vervangen: Gloeilamp vervangen: 1) Verwijder het beschermdeksel Bfig. 18 door het linksom te draaien. 1) Draai de lamphouder A-fig. 18 en verwijder hem uit de zitting. 2) Draai de lamphouder A-fig. 21, trek hem uit de zitting en verwijder de geklemde lamp B uit de stekker A. MISTLAMPEN VOOR (indien aanwezig) Wendt u voor het vervangen van de mistlampen voor A-fig. 22 tot het Fiat Servicenetwerk.
20-02-2009 11:53 FLANKRICHTINGAANWIJZERS Pagina 134 ACHTERLICHTUNIT bij uitvoeringen zonder achterstijlbekleding: Gloeilamp vervangen: Gloeilamp vervangen: 1) Verwijder vanuit het interieur de bovenste kunststof dop C-fig. 27 met behulp van de bijgeleverde schroevendraaier, zodat de bevestigingsbout D van de achterlichtunit bereikbaar is. bij uitvoeringen met achterstijlbekleding: 1) Duw het lampenglas A-fig.
119-148 Doblo Lum NL 2ed 20-02-2009 11:53 Pagina 135 F0A0406b 2) Steek de bijgeleverde sleutel Afig. 28 (die ook voor demontage van de wielen wordt gebruikt) op de bevestigingsbout van de lichtunit. 5) Trek de geklemd gemonteerde stekker los. 6) Draai de 4 bevestigingsschroeven los en verwijder de lamphouder, zodat de gloeilampen bereikbaar zijn. 3) Draai, nadat de bouten zijn losgedraaid, de bevestigingsmoeren van de lichtunit los m.b.v. het bijgeleverde verlengstuk B-fig. 28.
119-148 Doblo Lum NL 2ed 20-02-2009 11:53 DERDE REMLICHT Pagina 136 DEFECTE INTERIEURVERLICHTING KENTEKENPLAATVERLICHTING Voor het vervangen van de gloeilamp moet u de linker deurhelft of de achterklep openen en de bouten A en B-fig. 31 losdraaien. Druk om de lamp te vervangen op de lip fig. 33, verwijder de unit, draai de lamphouder A-fig. 34 linksom en verwijder de lamp B. Verwijder het lampenglas vanaf de buitenzijde uit de zitting. F0A0528b F0A0527b Verwijder de geklemde gloeilamp Bfig.
119-148 Doblo Lum NL 2ed 20-02-2009 11:53 PLAFONDVERLICHTING Pagina 137 2) Open de lamphouder A-fig. 36 en vervang de doorgebrande lamp. BAGAGERUIMTEVERLICHTING Met kantelbaar lampenglas Gloeilamp vervangen: Met spotjes Gloeilamp vervangen: 1) Trek het plafondlampje A-fig. 39 los bij het door de pijl aangegeven punt. Gloeilamp vervangen: 1) Verwijder het plafondlampje fig. 35 door de geklemd gemonteerde rand van het lampenglas bij de pijl los te trekken. 1) Trek het plafondlampje A-fig.
119-148 Doblo Lum NL 2ed 20-02-2009 11:53 EEN DOORGEBRANDE ZEKERING B – Zekering in goede staat C– Zekering met doorgebrande strip. Verwijder een zekering met behulp van het tangetje D uit de zekeringenkast. ALGEMENE INFORMATIE Het elektrische systeem wordt door zekeringen beveiligd: de zekering brandt door bij een storing of bij oneigenlijk gebruik van het systeem. F0A0118b Als een elektrisch onderdeel niet werkt, controleer dan eerst of de zekering niet is doorgebrand. De verbindingsstrip A-fig.
119-148 Doblo Lum NL 2ed 20-02-2009 11:53 Pagina 139 F13 F12 F44 F31 F51 F35 F42 F40 F53 F50 F49 F37 F43 F38 F32 F48 F33 F41 F39 F47 F34 F52 F36 F45 De componenten die door de zekeringen worden beveiligd, staan in de tabellen op de volgende pagina’s aangegeven. F46 De zekeringen in de zekeringenkast op het dashboard zijn bereikbaar nadat het deksel op de in fig. 41 aangegeven punten is losgemaakt.
119-148 Doblo Lum NL 2ed 20-02-2009 11:53 Pagina 140 OPMERKING: De zekering van het voorgloeisysteem (60 A) is geïntegreerd in de kabelbundel maar bevindt zich naast de verdeelkast in de motorruimte in het deksel waardoor de zekering makkelijk bereikbaar is. A A B A fig. 42 140 NOODGEVALLEN F18 F03 F04 F05 F07 F06 F01 F02 De componenten die door de zekeringen worden beveiligd, staan in de tabellen op de volgende pagina’s aangegeven.
119-148 Doblo Lum NL 2ed 20-02-2009 11:53 Pagina 141 ZEKERINGENTABEL Figuur Grootlicht rechts Grootlicht links Dimlicht rechts Dimlicht links Bagageruimteverlichting Waarschuwingsknipperlichten Mistlampen voor Richtingaanwijzers Verlichting componenten op dashboard Verlichting Plafondverlichting Instrumentenpaneel en controlelampjes (voeding via start-/contactslot) Instrumentenpaneel en controlelampjes (voeding vanaf accu ) Achteruitrijlichten Remlichten Kentekenplaatverlichting Derde remlicht Aansteker
119-148 Doblo Lum NL 2ed 20-02-2009 11:53 Pagina 142 Regeleenheid motor (voeding) Regeleenheid motor (via start-/contactslot) Regeleenheid voorgloei-installatie Claxon Drukknop voor inschakelen handbediende airconditioning Start-/contactslot Aircocompressor Koplampverstelling Magneetklep benzinedamp-opvangsysteem Impulsgever snelheidsmeter Inspuitventielen Achterruitverwarming Elektroventilateur motorkoelsysteem Brandstofpomp Brandstofpomp Ruitensproeier-/achterruitsproeierpomp Extra stekkerdoos Voeding
119-148 Doblo Lum NL 2ed 20-02-2009 11:53 Pagina 143 Figuur Services +15 (autoradio, mobiele telefoon, schakelaarverlichting op dashboard, elektrisch bedienbare spiegels, aanhanger, schakelaarverlichting stoelverwarming) Lambdasondes (zuurstofsensoren) Spiegelverwarming Relais motorkoelsysteem Relais regeleenheid motor Relais elektropomp Relais aanjager van verwarming in het interieur Wisselrelais demping zoemer veiligheidsgordels Ruitenwissers Achterruitwisser Aanjager Subwoofer Vrij Vrij Vrij Vrij Vri
119-148 Doblo Lum NL 2ed 20-02-2009 11:53 EEN LEGE ACCU Wij raden u aan in het hoofdstuk „Onderhoud van de auto” de voorzorgsmaatregelen door te lezen om een lege accu te voorkomen en om een lange levensduur van de accu te garanderen. ACCU OPLADEN Pagina 144 2) Sluit de klemmen van de acculader aan op de accupolen. 3) Schakel de acculader in. 4) Aan het einde van het opladen: schakel eerst de acculader uit en koppel dan de accu los. 5) Sluit de accuklemmen weer aan op de accupolen.
20-02-2009 11:53 OPKRIKKEN VAN DE AUTO MET DE BOORDKRIK Zie de paragraaf „Een lekke band” in dit hoofdstuk. De krik dient uitsluitend voor het verwisselen van een wiel van de auto waarbij de krik geleverd is. Gebruik de krik niet voor het opkrikken van andere auto’s. En beslist nooit voor het uitvoeren van werkzaamheden onder de auto. Pagina 145 Als de krik niet juist geplaatst wordt, kan de opgekrikte auto van de krik vallen.
119-148 Doblo Lum NL 2ed 20-02-2009 11:53 Pagina 146 Aan de zijkant MET EEN HEFBRUG De auto mag uitsluitend worden opgekrikt door de hefarm van de krik bij de betreffende merktekens te plaatsen, zoals is aangegeven in fig. 44. Gebruik hierbij een blokje rubber van voldoende omvang. De auto moet zo opgekrikt worden dat de uiteinden van de hefarmen zich op de in fig. 45 aangegeven plaatsen bevinden. SLEPEN VAN DE AUTO Bij de auto is een sleepoog geleverd.
119-148 Doblo Lum NL 2ed 20-02-2009 11:53 B-fig. 47 – sleepoog achter voor het slepen van een andere auto. Pagina 147 Draai voor het slepen de sleutel in stand MAR en vervolgens in stand STOP zonder de contactsleutel uit het slot te verwijderen. Als de contactsleutel uit het contactslot wordt genomen, schakelt automatisch het stuurslot in waardoor het onmogelijk wordt de auto te besturen. Houdt u bij het slepen van een auto aan de wettelijke voorschriften.
20-02-2009 11:53 – Bij kettingbotsingen, in het bijzonder bij mist, is het risico om bij volgende botsingen betrokken te raken groot. Verlaat onmiddellijk de auto en zoek bescherming achter de vangrail. – Probeer bij geblokkeerde portieren de auto niet te verlaten door de gelaagde voorruit in te slaan. De zijruiten en de achterruit kunnen makkelijker worden ingeslagen. Pagina 148 ALS ER GEWONDEN ZIJN VERBANDTROMMEL – Blijf altijd bij de gewonde.
149-173 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:56 Pagina 149 O N D E R H O U D VA N D E A U T O GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD Doelmatig onderhoud is een beslissende factor voor een lange levensduur, de beste prestaties en een zo zuinig mogelijk gebruik van de auto. Om dit te realiseren heeft Fiat een reeks controle- en onderhoudsbeurten samengesteld die iedere 20.000 km moeten worden uitgevoerd.
149-173 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:56 Pagina 150 GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA De onderhoudsbeurten moeten om de 20.000 km worden uitgevoerd. × 1000 km Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen Werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur, dashboardkastje, waarschuwings-/controlelampjes enz.
149-173 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:56 Pagina 151 × 1000 km 20 40 ● Luchtfilter vervangen (benzine-uitvoeringen) 80 100 120 140 160 180 ● ● ● Luchtfilter vervangen (Multijet-uitvoeringen) Vloeistofniveaus bijvullen (motorkoelsysteem, remsysteem, ruitenwissers, accu enz.) 60 ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● Getande distributieriem controleren (behalve uitvoering 1.3 Multijet) ● ● Getande distributieriem vervangen (behalve uitvoering 1.
149-173 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:56 Pagina 152 JAARLIJKS INSPECTIESCHEMA – Vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep op vervuiling controleren en mechanismen smeren. AANVULLENDE WERKZAAMHEDEN Voor auto’s waarmee jaarlijks minder dan 20.000 km wordt gereden (bijvoorbeeld ongeveer 10.
149-173 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:56 BELANGRIJK – Motorolie Vervang de motorolie vaker dan in het onderhoudsschema staat aangegeven als de auto overwegend onder zware bedrijfsomstandigheden rijdt, zoals: – trekken van caravans of aanhangers – rijden op stoffige wegen – veel korte ritten (minder dan 7–8 km) en bij buitentemperaturen onder nul – veel langdurig stationair draaiende motor of lange ritten bij lage snelheden (bijv.
149-173 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:56 Pagina 154 F0A0718b NIVEAUS CONTROLEREN 1. Motorolie – 2. Accu – 3. Remvloeistof – 4. Ruitensproeiervloeistof – 5. Motorkoelvloeistof – 6. Olie van stuurbekrachtiging. fig. 1 – Uitvoering 1.4 8V Rook nooit tijdens werkzaamheden in de motorruimte: er kunnen licht ontvlambare gassen aanwezig zijn; brandgevaar.
16-02-2009 9:56 Pagina 155 F0A0719b 149-173 Doblo Lum NL 2ed 1. Motorolie – 2. Accu – 3. Remvloeistof – 4. Ruitensproeiervloeistof – 5. Motorkoelvloeistof – 6. Olie van stuurbekrachtiging. fig. 2 – Uitvoering 1.9 Multijet Rook nooit tijdens werkzaamheden in de motorruimte: er kunnen licht ontvlambare gassen aanwezig zijn; brandgevaar.
16-02-2009 9:56 Pagina 156 F0A0345b 149-173 Doblo Lum NL 2ed 1. Motorolie – 2. Accu – 3. Remvloeistof – 4. Ruitensproeiervloeistof – 5. Motorkoelvloeistof – 6. Olie van stuurbekrachtiging. fig. 3 – Uitvoering 1.3 Multijet Rook nooit tijdens werkzaamheden in de motorruimte: er kunnen licht ontvlambare gassen aanwezig zijn; brandgevaar.
9:56 MOTOROLIE fig. 6, 7, 8 Controleer het oliepeil als de auto op een vlakke ondergrond staat en enige minuten (circa 5) na het uitzetten van de motor. Het oliepeil moet altijd tussen het MIN- en MAX-merkteken op de oliepeilstok staan. Het verschil tussen het MIN- en MAX-merkteken komt overeen met ongeveer 1 liter olie. Pagina 157 Wees bij het uitvoeren van werkzaamheden in de motorruimte extra voorzichtig als de motor nog warm is: gevaar voor verbranding.
149-173 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:56 Pagina 158 BELANGRIJK Als het motoroliepeil, tijdens de periodieke controle, boven het MAX-merkteken staat, laat dan het Fiat Servicenetwerk het oliepeil herstellen. MOTOROLIEVERBRUIK BELANGRIJK Na het bijvullen of het verversen van de olie, moet u de motor enige seconden laten draaien, vervolgens de motor uitzetten en na enige minuten het olieniveau controleren. De motor van een nieuwe auto moet nog worden ingereden.
16-02-2009 9:56 MOTORKOELVLOEISTOF fig. 11 Het niveau van de koelvloeistof moet gecontroleerd worden bij een koude motor en moet tussen het MIN- en MAX-merkteken op het expansiereservoir staan. Een te laag niveau bijvullen door een mengsel van gedemineraliseerd water en 50% PARAFLU UP van FL Selenia langzaam via vulopening van het expansiereservoir te gieten, totdat het niveau dicht bij het MAX-merkteken staat.
16-02-2009 9:56 Pagina 160 Indien nodig kan het niveau worden bijgevuld met olie, die dezelfde specificaties moet hebben als de reeds in het systeem aanwezige olie. Rijd niet met een leeg ruitensproeierreservoir: de ruitensproeiers zijn van fundamenteel belang voor een optimaal zicht. Voorkom dat de olie van de stuurbekrachtiging in contact komt met warme delen van de motor: de olie is licht ontvlambaar. OLIE VAN DE STUURBEKRACHTIGING fig.
149-173 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:56 Pagina 161 Het symbool π op het reservoir geeft aan dat synthetische remvloeistof en geen minerale vloeistof moet worden gebruikt. Het gebruik van minerale vloeistoffen moet absoluut worden vermeden, omdat de rubbers in het remsysteem door deze vloeistoffen worden beschadigd. Voorkom contact tussen de zeer corrosieve vloeistof en de lak. Als remvloeistof wordt gemorst, moet de lak onmiddellijk met water worden afgespoeld.
149-173 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:56 Pagina 162 LUCHTFILTER Uitvoeringen 1.9 Multijet Draai de bouten A los, verwijder het deksel en neem het te vervangen filterelement B uit. VERVANGEN Draai de 3 bouten A-fig. 18 op het luchtfilterdeksel los, verwijder het deksel B-fig. 19 en neem het te vervangen filterelement C uit. Benzine-uitvoeringen Draai de bouten rondom en op het luchtfilterdeksel los, verwijder het deksel A-fig. 17 en neem het te vervangen filterelement uit. F0A0155b VERVANGEN fig.
149-173 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:56 Uitvoeringen 1.3 Multijet ACCU ACCULADING CONTROLEREN fig. 22 De accu van de auto is „onderhoudsarm”: onder normale omstandigheden hoeft het elektrolyt niet bijgevuld te worden met gedestilleerd water. De acculading kan gecontroleerd worden door de kleur van de optische meter, die zichtbaar is via de inspectieopening, te controleren. Zie de volgende tabel of de sticker (zie de afbeelding) op de accu. F0A0347b Draai de bouten D-fig.
149-173 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:56 De vloeistof in de accu is giftig en corrosief. Voorkom contact met de huid en de ogen. Houd open vuur en vonkvormende apparaten verwijderd van de accu: brand- en ontploffingsgevaar. Als de accu werkt met een zeer laag vloeistofniveau, ontstaat onherstelbare schade aan de accu en kan de accu openbarsten. 164 ONDERHOUD VAN DE AUTO Pagina 164 ACCU VERVANGEN Als de accu vervangen wordt, moet een originele accu met dezelfde specificaties worden geïnstalleerd.
149-173 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:56 Als u de auto langere tijd stalt in extreem koude omstandigheden moet, om bevriezing te voorkomen, de accu worden verwijderd en op een verwarmde plaats worden bewaard. Bij werkzaamheden aan de accu of in de buurt van de accu, moet u uw ogen altijd beschermen met een speciale bril.
149-173 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:56 Enkele van deze stroomverbruikers blijven continu stroom verbruiken ook bij een uitgezette motor, waardoor de accu geleidelijk ontlaadt. Het totale energieverbruik van deze accessoires (standaard en achteraf gemonteerde accessoires) moet minder zijn dan 0,6 mA × Ah (van de accu), zoals in de volgende tabel staat vermeld: Pagina 166 ELEKTRONISCHE REGELEENHEDEN Bij een normaal gebruik van de auto zijn speciale voorzorgsmaatregelen niet nodig.
149-173 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:56 Pagina 167 WIELEN EN BANDEN BANDENSPANNING Door een te lage bandenspanning wordt de band te heet, waardoor onherstelbare inwendige schade aan de band kan ontstaan. Bedenk dat ook de wegligging afhankelijk is van een juiste bandenspanning. De spanning van de banden, inclusief het reservewiel, moet regelmatig, om de twee weken en voor een lange rit, worden gecontroleerd. Tijdens het rijden neemt de bandenspanning toe (een natuurlijk verschijnsel).
149-173 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:56 Pagina 168 Rijd nooit met een te zwaar beladen auto: hierdoor kunnen de banden en de velgen ernstig beschadigd worden. Bij de montage van een nieuwe band moet ook het ventiel vernieuwd worden. Stop zo snel mogelijk bij een lekke band en verwissel het wiel om beschadiging van de band, de velg, de wielophanging en de stuurinrichting te voorkomen. Om een gelijke slijtage van de banden op de vooras en de achteras te verkrijgen, is het raadzaam de banden om de 10.
149-173 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:56 RUITENWISSERS/ ACHTERRUITWISSER WISSERBLADEN Pagina 169 – Verwijder eventueel opgehoopte sneeuw van de ruit: om de wisserbladen te beschermen en oververhitting van de ruitenwissermotor te voorkomen. Maak de wisserbladen regelmatig schoon met een schoonmaakmiddel; wij raden TUTELA PROFESSIONAL SC 35 aan. – Schakel de ruitenwissers/achterruitwisser niet op een droge ruit in. Vervang de wisserbladen als het rubber vervormd of versleten is.
149-173 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:56 Pagina 170 Wisserblad achter vervangen RUITENSPROEIERS 1) Til het dopje A-fig. 24 en fig. 25 omhoog, draai de bevestigingsmoer B los en verwijder de wisserarm. Als de ruitensproeiers niet werken, controleer dan eerst het niveau in het ruitensproeiertankje: zie „Niveaus controleren” in dit hoofdstuk. 2) Plaats de nieuwe wisserarm in de juiste stand en draai de moer zorgvuldig vast. De straal van de achterruitsproeier fig.
149-173 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:56 CARROSSERIE BESCHERMING TEGEN ATMOSFERISCHE INVLOEDEN De belangrijkste oorzaken van roest zijn: – luchtverontreiniging – zoutgehalte in de lucht en luchtvochtigheid (gebieden aan zee, warm en vochtig klimaat) – omgevings-/seizoensinvloeden. Ook de invloed van schurende elementen, zoals stoffige omgeving, opwaaiend zand, modder en steenslag op de lak en de onderzijde moet niet worden onderschat.
149-173 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:56 Schoonmaakmiddelen verontreinigen het water. Daarom moet de auto bij voorkeur worden gewassen op een plaats waar het afvalwater direct wordt opgevangen en gezuiverd. De juiste wasmethode: 1) Verwijder de antenne van het dak als u de auto in een wastunnel wast, om te voorkomen dat deze beschadigt. 2) Spoel de auto eerst met een waterstraal onder lage druk af.
149-173 Doblo Lum NL 2ed 16-02-2009 9:56 Pagina 173 INTERIEUR STOELEN EN STOFFEN BEKLEDING REINIGEN LEREN STUURWIEL/ POOKKNOP Controleer af en toe of er onder de vloerbedekking geen water is blijven staan (dooiwater van sneeuwresten aan schoenen, lekkende paraplu’s enz.), waardoor roestvorming op de bodem veroorzaakt zou kunnen worden. – Verwijder stof met een zachte borstel of een stofzuiger. Reinig deze componenten uitsluitend met water en neutrale zeep.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 174 TECHNISCHE GEGEVENS IDENTIFICATIEGEGEVENS VAN DE AUTO fig. 1 MOTORCODE TYPEPLAATJE MET IDENTIFICATIEGEGEVENS De motorcode is ingeslagen in het motorblok aan de zijde van de versnellingsbak, en bestaat uit het motortype en een oplopend productienummer. Dit is in de bodemplaat nabij de rechter voorstoel ingeslagen. Het is bereikbaar nadat het klepje in de vloerbedekking is opgetild en bevat de volgende gegevens: Het typeplaatje A-fig.
18-06-2009 9:12 Het typeplaatje fig. 4 bevat de volgende identificatiegegevens: B – Nummer typegoedkeuring. C – Identificatiecode van het autotype. Pagina 175 G – Max. toelaatbare voorasbelasting. PLAATJE MET INFORMATIE OVER DE CARROSSERIELAK H – Max. toelaatbare achterasbelasting. Het plaatje fig. 5 is aangebracht op de binnenzijde van de motorkap. I – Motortype. D – Chassisnummer. L – Code van de carrosserie-uitvoering. E – Max. toelaatbaar totaalgewicht van de auto. M – Nummer voor de onderdelen.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 176 MOTORCODES – CARROSSERIE-UITVOERINGEN EUROPESE TYPEGOEDKEURING Motor Motor-code 1.4 8V 350A1000 Uitvoeringen Code van de carrosserieuitvoering TYPEGOEDKEURING VOOR BEPAALDE MARKTEN Motor Motor-code 1.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 177 EUROPESE TYPEGOEDKEURING Motor 1.3 Multijet Uitvoeringen Cargo Cargo Hoog dak Cargo Verhoogd laadvermogen Cargo Hoog dak – Verhoogd laadvermogen Cargo Beperkt laadvermogen Cargo Hoog dak – Beperkt laadvermogen Cargo Maxi (lange wielbasis) Cargo Maxi (lange wielbasis) – Beperkt laadvermogen Combi 5 zitplaatsen N1 Motor 1.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 178 EUROPESE TYPEGOEDKEURING Motor Motor-code 1.9 Multijet 105 pk Uitvoeringen Cargo Cargo Hoog dak Cargo Verhoogd laadvermogen Cargo Hoog dak – Verhoogd laadvermogen Cargo Beperkt laadvermogen Cargo Hoog dak – Beperkt laadvermogen Cargo Maxi (lange wielbasis) Cargo Maxi (lange wielbasis) – Beperkt laadvermogen Combi 5 zitplaatsen N1 Panorama Motor 223WXL1AAYL 223WXL1AAZ 223AXL1AA07 Motor-code 1.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 179 MOTOR EUROPESE TYPEGOEDKEURING Motor 1.9 Multijet 120 pk Uitvoeringen Cargo Cargo Hoog dak Cargo Maxi (lange wielbasis) Combi 5 zitplaatsen N1 Panorama Panorama Hoog dak Family (7 zitplaatsen) Motor-code 186 A 9000 Code van de carrosserieuitvoering 223ZXH1AAX 223ZXH1ABX 223ZXH1AAXL 223ZXH1AAZ 223AXH1A06 223AXH1A06B 223AXH1A06C ALGEMEEN 1.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 180 ALGEMEEN 1.3 Multijet 75 pk 1.3 Multijet 85 pk 1.9 Multijet 100 pk* 1.9 Multijet 105 pk 1.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 181 INSPUITING/ONTSTEKING INSPUITING/ONTSTEKING BOUGIES Benzine-uitvoeringen Multijet-uitvoeringen Multipoint gefaseerde sequentiële inspuiting: geïntegreerde elektronische inspuiting/ontsteking zonder brandstofretourleiding (returnless). Elektronisch geregelde directe inspuiting Multijet „Common Rail” met turbocompressor en intercooler.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 182 TRANSMISSIE REMMEN WIELOPHANGING KOPPELING VOETREM VOOR Zelfstellend met hydraulische bediening. VERSNELLINGSBAK Vijf gesynchroniseerde versnellingen vooruit en een versnelling achteruit. Rechte eindoverbrenging en differentieel ingebouwd in het versnellingsbakhuis. Aandrijving van de voorwielen m.b.v. aandrijfassen die via homokinetische koppelingen verbonden zijn met het differentieel en de wielen.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 STUURINRICHTING Energie-absorberend stuurwiel. Samendrukbare, energie-absorberende stuurkolom. „For life” gesmeerd tandheugelstuurhuis. „For life” gesmeerde stuurkogels. Minimum draaicirkel tussen stoepranden: 10,5 meter (gemiddelde van alle uitvoeringen); 11,8 m voor Bestel-uitvoeringen Lange wielbasis. STRUCTUUR Zelfdragende carrosserie met dragende delen van hoogresistent meerlaags materiaal voor een gecontroleerde energie-absorptie tijdens een ongeval.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 184 VERKLARING VAN BANDENCODERING Snelheidsindex Hieronder wordt de codering van de banden, die op de banden is aangebracht, aangegeven en de betekenis van de codering. R = max. 170 km/h. S = max. 180 km/h. T = max. 190 km/h. U = max. 200 km/h. H = max. 210 km/h. V = max. 240 km/h. Voorbeeld: 185/65 R 15 88 T VERKLARING VAN DE CODERING OP DE VELGEN Q = max. 160 km/h.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 Uitvoeringen Stalen velgen Lichtmetalen velgen Band van eerste montage Minimum toegelaten alternatieve maat (**) Winterbanden (*) Noodreservewiel 5,5 J × 15H2-ET32 5,5 J × 15H2-ET32 185/65 R15 88T 185/65 R15 88T 185/65 R15 88Q (M+S) 125/80 R15 95M Personenvervoer 9:12 Pagina 185 Family (7 zitplaatsen) 5,5 J × 15H2-ET32 5,5 J × 15H2-ET32 185/65 R15 92T 185/65 R15 88T 185/65 R15 88Q (M+S) – Cargo 5,5 J × 15H2-ET32 5,5 J × 15H2-ET32 185/65 R15 92T 175/75 R1
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 PRESTATIES Pagina 186 AFMETINGEN F0A0721b Maximale snelheid na de inrijperiode in km/h: 1.4 .................................................... 148 1.4 hoog dak .............................. 145 1.4 7 zitplaatsen ........................ 145 1.3 Multijet 75 pk .................... 146 1.3 Multijet 85 pk .................... 153 1.3 Multijet 85 pk hoog dak .................................... 150 1.3 Multijet 85 pk 7 zitplaatsen ............................
174-211 Doblo Lum NL 4ed Afmetingen 18-06-2009 9:12 Pagina 187 Fiat Doblò Fiat Doblò Cargo Cargo Korte wielbasis Korte wielbasis Hoog dak Fiat Doblò Cargo Lange wielbasis Fiat Doblò Personenvervoer Fiat Doblò Personenvervoer Hoog dak Fiat Doblò Combi A 833 833 833 833 833 833 B 2583 2583 2963 2583 2583 2583 C 837 837 837 837 837 837 D 4253 4253 4633 4253 4253 4253 E 2345 – – 2332 – 2332 F (*) 1831 2086 1817 1818 2073 1818 G (*) 1514 1514 1514 1514 151
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 188 GEWICHTEN Gewichten (kg) – Uitvoeringen Fiat Doblò Cargo – Korte wielbasis 1.4 8V 1.3 75 pk Multijet 1.9 100▼/105 pk Multijet 1.3 85 pk Multijet 1.9 120 pk Multijet Leeggewicht (met alle vloeistoffen, brandstoftank voor 90% gevuld en zonder optionals): 1190 1270 1280 1290 1300 Nuttig laadvermogen (*) inclusief de bestuurder: 730 730 730 730 730 Max.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 189 Gewichten (kg) – Uitvoeringen Fiat Doblò Cargo – Korte wielbasis – Verhoogd laadvermogen 1.4 8V 1.3 75 pk Multijet 1.9 100▼/105 pk Multijet Leeggewicht (met alle vloeistoffen, brandstoftank voor 90% gevuld en zonder optionals): 1190 1270 1280 Nuttig laadvermogen (*) inclusief de bestuurder: 850 850 850 Max.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 190 Gewichten (kg) – Uitvoeringen Fiat Doblò Cargo – Korte wielbasis – Hoog dak 1.4 8V 1.3 75 pk Multijet 1.9 100▼/105 pk Multijet 1.3 85 pk Multijet 1.9 120 pk Multijet Leeggewicht (met alle vloeistoffen, brandstoftank voor 90% gevuld en zonder optionals): 1210 1290 1300 1310 1320 Nuttig laadvermogen (*) inclusief de bestuurder: 730 730 730 710 710 Max.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 191 Gewichten (kg) – Uitvoeringen Fiat Doblò Cargo – Korte wielbasis – Hoog dak – Verhoogd laadvermogen 1.4 8V 1.3 75 pk Multijet 1.9 100▼/105 pk Multijet Leeggewicht (met alle vloeistoffen, brandstoftank voor 90% gevuld en zonder optionals): 1210 1290 1300 Nuttig laadvermogen (*) inclusief de bestuurder: 850 850 850 Max.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 192 Gewichten (kg) – Uitvoeringen Fiat Doblò Cargo – Lange wielbasis 1.4 8V 1.3 75 pk Multijet 1.9 100▼/105 pk Multijet 1.9 120 pk Multijet Leeggewicht (met alle vloeistoffen, brandstoftank voor 90% gevuld en zonder optionals): 1240 1320 1330 1350 Nuttig laadvermogen (*) inclusief de bestuurder: 850 850 850 730 Max.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 193 Gewichten (kg) – Uitvoeringen Fiat Doblò Cargo – Korte wielbasis – Beperkt laadvermogen (indien van toepassing) 1.4 8V 1.3 75 pk Multijet 1.3 85 pk Multijet 1.9 105 pk Multijet 1.9 120 pk Multijet Leeggewicht (met alle vloeistoffen, brandstoftank voor 90% gevuld en zonder optionals): 1190 1270 1290 1280 1300 Nuttig laadvermogen (*) inclusief de bestuurder: 570 570 570 570 570 Max.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 194 Gewichten (kg) – Uitvoeringen Fiat Doblò Cargo – Korte wielbasis – Hoog dak – Beperkt laadvermogen (indien van toepassing) 1.4 8V 1.3 75 pk Multijet 1.3 85 pk Multijet 1.9 105 pk Multijet 1.9 120 pk Multijet Leeggewicht (met alle vloeistoffen, brandstoftank voor 90% gevuld en zonder optionals): 1210 1290 1310 1300 1320 Nuttig laadvermogen (*) inclusief de bestuurder: 570 570 570 570 570 Max.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 195 Gewichten (kg) – Uitvoeringen Fiat Doblò Cargo – Lange wielbasis – Beperkt laadvermogen (indien van toepassing) 1.4 8V 1.3 75 pk Multijet 1.9 105 pk Multijet 1.9 120 pk Multijet Leeggewicht (met alle vloeistoffen, brandstoftank voor 90% gevuld en zonder optionals): 1240 1320 1330 1350 Nuttig laadvermogen (*) inclusief de bestuurder: 570 570 570 570 Max.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 196 Gewichten (kg) – Uitvoeringen Fiat Doblò Personenvervoer 1.4 8V 1.3 85 pk Multijet 1.9 105 pk Multijet 1.9 120 pk Multijet 1230 1330 1320 1340 5p+225 5p+225 5p+225 5p+225 Max. toelaatbaar gewicht (**) – vooras: – achteras: – totaal: 1010 1085 1830 1010 1085 1930 1010 1085 1920 1010 1085 1940 Trekgewichten: – geremd – ongeremd 1000 500 1300 500 1300 500 1300 500 Max. dakbelasting 100 100 100 100 Max.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 197 Gewichten (kg) – Uitvoeringen Fiat Doblò Personenvervoer – Hoog dak 1.4 8V 1.3 85 pk Multijet 1.9 120 pk Multijet 1250 1350 1360 5p+225 5p+225 5p+225 Max. toelaatbaar gewicht (**) – vooras: – achteras: – totaal: 1010 1085 1850 1010 1085 1950 1010 1085 1960 Trekgewichten: – geremd – ongeremd 1000 500 1300 500 1300 500 Max. dakbelasting – – – Max.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 198 Gewichten (kg) – Uitvoeringen Fiat Doblò Personenvervoer – 7 zitplaatsen 1.4 8V 1.3 75 pk Multijet 1.9 120 pk Multijet Leeggewicht (met alle vloeistoffen, brandstoftank voor 90% gevuld en zonder optionals): 1320 1420 1430 Nuttig laadvermogen (*) inclusief de bestuurder: 7p+75 7p+75 7p+75 Max.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 199 Gewichten (kg) – Uitvoeringen Fiat Doblò Combi N 1 1.4 8V 1.3 75 pk Multijet 1.3 85 pk Multijet 1.9 120 pk Multijet 1.9 120 pk Multijet Leeggewicht (met alle vloeistoffen, brandstoftank voor 90% gevuld en zonder optionals): 1240 1320 1340 1330 1350 Nuttig laadvermogen (*) inclusief de bestuurder: 680 680 680 680 680 Max.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 200 VULLINGSTABEL 1.4 Voorgeschreven brandstof Aanbevolen producten liter kg 60 5–7 – – Loodvrije superbenzine met octaangetal van ten minste 95 RON Motorkoelsysteem: 7 – Mengsel van 50% gedestil. water en 50% PARAFLU UP (▲) Motorcarter: Carter en oliefilter: 2,4 2,6 2,1 2,25 SELENIA 20K (❒) Handgeschakelde versnellingsbak: 1,98 1,8 TUTELA CAR ZC 75 SYNTH Hydraulische stuurbekrachtiging 1,3 1,2 TUTELA GI/E Hydraul.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 201 1.3 Multijet liter kg 1.9 Multijet liter kg 60 5–7 – – 60 5–7 – – Diesel voor motorvoertuigen (specificatie EN590) Motorkoelsysteem: 6,5 – 6,5 – Mengsel van 50% gedestil. water en 50% PARAFLU UP (▲) Motorcarter: Carter en oliefilter: 3,0 3,2 2,6 2,8 4,0 4,3 3,5 3,7 SELENIA WR Handgeschakelde versnellingsbak: 1,98 1,8 1,98 1,8 TUTELA CAR TECHNICAS Hydraulische stuurbekrachtiging 1,3 1,2 1,3 1,2 TUTELA GI/E Hydraul.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 202 VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN AANBEVOLEN PRODUCTEN EN HUN SPECIFICATIES Specificaties van de vloeistoffen en smeermiddelen voor een correct functioneren van de auto Smeermiddelen voor benzinemotoren (*) Motorolie op synthetische basis SAE 10W-40 ACEA A3 Kwalificatie FIAT 9.555535-G2 Smeermiddelen voor CNG motoren Motorolie op synthetische basis SAE 5W-30 ACEA A1 Kwalificatie FIAT 9.
174-211 Doblo Lum NL 4ed Gebruik 18-06-2009 9:12 Pagina 203 Specificaties van de smeermiddelen en vloeistoffen voor een correct functioneren van de auto Aanbev. smeermiddelen en vloeistoffen Toepassing Synthetische olie SAE 75W-85 Kwalificatie FIAT 9.55550-MX3 TUTELA CAR TECHNYX Contractual Technical Reference N°F010.B05 Mechanische versnellingsbakken en differentieels Smeermiddel voor automatische transmissies Voldoet ruimschoots aan de specificaties “ATF DEXRON III” Kwalificatie FIAT 9.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 BRANDSTOFVERBRUIK De gegevens over het brandstofverbruik en de CO2-emissie die in de tabel zijn opgenomen, zijn gemeten volgens een vastgestelde testmethode die in EU-richtlijn 2004/3 is vastgelegd. Het brandstofverbruik en de emissie zijn gemeten volgens onderstaande procedure: – een stadsritcyclus: die bestaat uit een koude start en een rit, waarbij de snelheden en de versnellingen worden aangehouden die in de Europese richtlijn zijn vastgelegd.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 PRAKTISCHE TIPS VOOR EEN LAAG BRANDSTOFVERBRUIK EN BESCHERMING VAN HET MILIEU Bedrijfsomstandigheden van de auto 1. Zorg voor een goed onderhoud van de auto door de controles en afstellingen die in het „Geprogrammeerd Onderhoudsschema” staan vermeld, te laten uitvoeren. 2. Controleer regelmatig, ten minste een keer per vier weken, de spanning van de banden (zie de tabel „Bandenspanning”).
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 3. Keuze van de versnellingen: schakel zo snel mogelijk naar de hoogste versnelling (afhankelijk van de draai-eigenschappen van de motor en de verkeerssituatie), waarbij doortrekken naar hoge toerentallen in de lagere versnellingen moet worden vermeden. Het gebruik van lage versnellingen met hoge toerentallen voor een „sportieve” acceleratie verhoogt het verbruik en de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen, en vergroot de motorslijtage. 4.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Pagina 207 Brandstofverbruik volgens EU-normen 2004/3 (liter × 100 km) CO2-emissie volgens EU-normen 2004/3 (g/km) Uitvoeringen 1.4 8V Cargo Cargo verhoogd laadvermogen Cargo Maxi (lange wielbasis) Cargo Hoog dak – Beperkt laadvermogen Cargo Beperkt laadvermogen Combi 5 zitplaatsen N1 Panorama Family (7 zitplaatsen) Cargo Hoog dak Cargo Hoog dak – Verhoogd laadvermogen Cargo Maxi (lange wielbasis) – Beperkt laadvermogen Panorama Hoog dak Uitvoeringen 1.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:12 Uitvoeringen 1.3 Multijet 85 pk Cargo Combi 5 zitplaatsen N1 Cargo Hoog dak Panorama Family (7 zitplaatsen) Panorama Hoog dak Uitvoeringen 1.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:13 Pagina 209 Uitvoeringen 1.9 Multijet 105 pk Cargo Cargo Verhoogd laadvermogen Cargo Beperkt laadvermogen Cargo Maxi (lange wielbasis) Beperkt laadvermogen Panorama Cargo Hoog dak Cargo Hoog dak – Verhoogd laadvermogen Cargo Hoog dak – Beperkt laadvermogen Cargo Maxi (lange wielbasis) Combi 5 zitplaatsen N1 Combi Maxi (lange wielbasis) 5 zitplaatsen N1 Uitvoeringen 1.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:13 Pagina 210 RADIOGOLF-AFSTANDSBEDIENING: MINISTERIËLE GOEDKEURING Internationale landencode Land Toelatingsnummer B België RTT/D/X1924 CH Zwitserland BAKOM 99.
174-211 Doblo Lum NL 4ed 18-06-2009 9:13 Pagina 211 BEPALINGEN VOOR HET VERWERKEN VAN DE AUTO AAN HET EINDE VAN ZIJN LEVENSDUUR Al jaren werkt Fiat hard aan de bescherming van het milieu door de doorlopende verbetering van de productieprocessen en de ontwikkeling van producten die steeds milieuvriendelijker zijn.
212-220 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:14 Pagina 212 A L FA B E T I S C H R E G I S T E R Aansteker ................................... ABS ................................................. Accu – opladen .................................... – starten met een hulpaccu ... – vervangen ................................ – vloeistofniveau (elektrolyt) ... Achterdeuren ............................... Achterklep .................................... Achterruitsproeier – bediening ...............................
212-220 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 – brandstofnoodschakelaar .... – vullingstabel ............................ Brandstofnoodschakelaar .......... Brandstofverbruik ........................ Buitenverlichting – bediening ................................. – gloeilamp achter vervangen ................................ – gloeilamp voor vervangen ... 15:14 69 200 69 204 63 134 133 Carrosserie – codes carrosserie-uitvoeringen ...... – onderhoud .............................. CO2-emissie via de uitlaat .......
212-220 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 Jaarlijks inspectieschema ......... Kentekenplaatverlichting ........ 15:14 152 136 Kinderen veilig vervoeren ......... 15 Kinderveiligheidsslot .................. 77 Koelvloeistoftemperatuurmeter ................... 25 Koplampafstelling (hoogteregelaar) ....................... 88 Koplampen – aanpassen aan het buitenland ............................... 89 – hoogteverstelling koplampen .............................. 88 – koplampen afstellen ..............
212-220 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 Oliepeil hydraulische stuurbekrachtiging .................... Onderhoud van de auto ............ – aanvullende werkzaamheden ..................... – geprogrammeerd onderhoud .............................. – geprogrammeerd onderhoudsschema .............. – zwaar gebruik van de auto ... Ontwasemen – achterruit ................................ – elektrisch verstelbare spiegels .................................... – voorruit ...................................
212-220 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:14 – buitenspiegels ......................... 55 – elektrisch verstelbaar ........... 56 Startblokkering Fiat CODE ...... 6 Stoelverstelling ............................. 48 Structuur ....................................... 183 Stuurinrichting ............................. 183 Stuurslot ........................................ 20 Stuurwielverstelling .................... 55 Symbolen ....................................... 6 T afeltje ..............................
212-220 Doblo Lum NL 4ed NOTITIES 11-05-2009 15:14 Pagina 217
212-220 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:14 Pagina 218 ® in het hart van uw motor. ® Vraag uw garagist om Pagine_ITA.
212-220 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:14 Pagina 219 Uw auto heeft Selenia gekozen De motor van uw auto is ontstaan met ontworpen voor Selenia, het motorolie-assortiment dat voldoet aan de meest geavanceerde internationale specificaties. Specifieke tests en technische kenmerken van hoog niveau maken van Selenia het smeermiddel bij uitstek voor veilige en onovertrefbare motorprestaties.
212-220 Doblo Lum NL 4ed 11-05-2009 15:14 Pagina 220 BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND (bar) Uitvoeringen Bandenmaat Personenvervoer 185/65 R15 88T Bij gemiddelde belading Voor Achter 2,3 (*) Bij volle belading Voor Achter 2,3 (*) 2,3 2,7 Family (7 zitplaatsen) 185/65 R15 92T 2,3 2,7 2,3 Cargo standaard laadvermogen/Combi N1 185/65 R15 92T 2,3 2,7 2,3 Cargo verhoogd laadvermogen/Lange wielbasis 175/75 R14 C99/98T 3,0 3,5 3,0 Combi N1 verhoogd laadvermogen 175/75 R14 C99/98T 2,8 3,0 3,0 Personenv
DOBLO LUM NL 16-02-2009 16:17 Pagina 1 NEDERLANDS De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld. Fiat behoudt zich het recht voor op elk moment de in deze publicatie beschreven modellen om technische of commerciële redenen te wijzigen. Wendt u voor nadere informatie tot het Fiat Servicenetwerk. Gedrukt op milieuvriendelijk chloorvrij papier.