Operation Manual

BELANGRIJK Na het terugzetten van
de achterstoelen (voor Doblò/Doblò
Combi versies) in hun normale stand,
de veiligheidsgordels correct plaatsen
zodat ze klaar zijn voor gebruik.
63)
HOOGTE VAN DE
VEILIGHEIDSGORDEL
INSTELLEN
64) 65)
De hoogte van de veiligheidsgordel kan
ingesteld worden op verschillende
standen met behulp van de regelaar op
de middelste stijl.
Stel de hoogte van de veiligheidsgordel
altijd zodanig af dat hij de persoon die
hem draagt goed past: deze
voorzorgsmaatregel kan het risico op
letsel in geval van een aanrijding
aanzienlijk beperken.
De gordel is goed afgesteld als hij
halverwege tussen de nek en het
uiteinde van de schouder ligt.
BELANGRIJK
61) Druk tijdens het rijden nooit op
knop C fig. 123.
62) Onthoud dat passagiers op de
achterbank die geen gordel
dragen, tijdens een heftige
botsing niet alleen voor zichzelf
gevaar opleveren maar ook voor
de inzittenden voorin.
63) Zorg ervoor dat de rugleuning
aan beide zijden goed is
vergrendeld (rode strepen B
onzichtbaar) om te voorkomen dat
de rugleuning bij bruusk remmen
naar voren kan klappen en zo
de passagiers kan verwonden.
64) De hoogte van de
veiligheidsgordels mag alleen
ingesteld worden bij stilstaande
auto.
65) Controleer, na het afstellen, altijd
of de regelaar correct vergrendeld
is in een van de van te voren
ingestelde standen. Om dit te
doen, de gordel omlaag trekken
tot het bevestigingspunt in één
van de mogelijke standen
blokkeert.
SBR-SYSTEEM
Dit systeem bestaat uit een apparaat
dat met het
waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel en,
afhankelijk van de voertuigcondities,
een geluidssignaal, de bestuurder en de
passagier op de voorstoel waarschuwt
als hun veiligheidsgordels niet zijn
omgelegd (voor bepaalde versies).
Als de veiligheidsgordel van de
bestuurder en/of passagier (indien
aanwezig) niet is omgelegd, dan wordt
bij het overschrijden van 20 km/h of
wanneer langer dan 5 seconden met
een snelheid van 10 à 20 km/h wordt
gereden, een akoestische signaalcyclus
gestart (6 seconden durend
geluidssignaal gevolgd door een
intermitterend piepsignaal van 90
seconden) en knippert het
waarschuwingslampje
.
Na afronding van de cyclus gaat het
waarschuwingslampje
vast branden
tot de motor wordt uitgeschakeld of
de veiligheidsgordel wordt omgelegd.
Voor het permanent uitschakelen van
dit systeem, contact opnemen met het
Fiat Servicenetwerk.
Het SBR-systeem kan ook via het
setup menu van het display opnieuw
worden ingeschakeld.
122
VEILIGHEID