Operation Manual
GORDELSPANNERS
Voor een nog doeltreffender
bescherming zijn de veiligheidsgordels
van de voorstoelen voorzien van
gordelspanners. Bij een heftige frontale
of zijdelingse botsing, trekken de
gordelspanners de gordel enige
centimeters aan. Op die manier worden
de inzittenden veel beter op hun plaats
gehouden en wordt de voorwaartse
beweging ingeperkt.
Het oprolmechanisme van de
veiligheidsgordel blokkeert als de
gordelspanner in werking is geweest;
de gordel kan niet meer opgerold
worden, ook niet als hij met de hand
wordt begeleid.
BELANGRIJK: Voor een maximale
bescherming door de gordelspanners
moet de veiligheidsgordel zo worden
omgelegd dat hij goed op borst en
bekken aansluit.
Tijdens de werking van de
gordelspanner kan er wat rook
ontsnappen. Deze rook is niet
schadelijk en duidt niet op brandgevaar.
De gordelspanner vereist geen
onderhoud of smering. Elke
verandering van de oorspronkelijke
conditie zal de werking ervan
benadelen. Als de gordelspanner door
extreme natuurlijke gebeurtenissen (bijv.
overstromingen, vloedgolven enz.)
met water en modder in contact
is geweest, dan moet hij absoluut
worden vervangen.
66)
16)
KRACHTBEGRENZERS
(voor bepaalde versies/markten)
Voor een nog betere bescherming van
de inzittenden, zijn de oprolautomaten
van de gordels voor en achter (voor
bepaalde versies/markten) voorzien van
een krachtbegrenzer die bij een
frontale aanrijding de piekbelasting op
de borst en schouders beperkt.
ALGEMENE
WAARSCHUWINGEN
VOOR HET GEBRUIK VAN
DE
VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder moet zich aan alle
plaatselijke wettelijke voorschriften met
betrekking tot de verplichting en de
manier waarop de gordel wordt
gebruikt houden en moet ook de
inzittenden deze voorschriften doen
naleven. Leg de veiligheidsgordel altijd
om alvorens weg te rijden.
Ook zwangere vrouwen moeten de
veiligheidsgordel omleggen: voor
zwangere vrouwen en het ongeboren
kind wordt het risico op verwondingen
bij een ongeval fors ingeperkt als de
gordel wordt gedragen. Natuurlijk
moeten zwangere vrouwen wel het
onderste deel van de gordel lager
omleggen, zodat de gordel over het
bekken en onder de buik komt (zie fig.
127).
123










