Operation Manual

Voor zover de eigenschappen van de
gebruikte kinderzitjes dit toelaten, is het
raadzaam om kinderzitjes zo lang
mogelijk tegen de rijrichting in te
monteren, omdat die plaats bij een
ongeval de meeste bescherming biedt.
Er zijn verschillende soorten kinderzitjes
leverbaar; kies altijd het zitje dat het
meest geschikt is voor het kind.
Kinderen langer dan 1,50 m worden
voor wat betreft beveiligingssystemen
gelijkgesteld met volwassenen en
moeten de standaard veiligheidsgordels
dragen.
In Europe zijn kinderzitjes
geclassificeerd in, met andere criteria,
vijf gewichtsgroepen:
Groep Gewichtsgroep
Groep 0 tot 10 kg
Groep 0+ tot 13 kg
Groep 1 9-18 kg
Groep 2 15-25 kg
Groep 3 22-36 kg
Alle beveiligingssystemen moeten
voorzien zijn van de
typegoedkeuringsgegevens en het
keurmerk op een label dat stevig
bevestigd moet zijn op het kinderzitje
en dat absoluut niet verwijderd mag
worden.
In het Fiat Lineaccessori-assortiment
zijn kinderzitjes voor elke
gewichtsgroep opgenomen. Deze
kinderzitjes worden aanbevolen,
aangezien ze speciaal voor Fiat
voertuigen ontworpen zijn.
69)
GROEP 0 en 0+
Baby's tot 13 kg moeten in babyzitjes
worden vervoerd die tegen de rijrichting
in gemonteerd zijn, waarbij het
achterhoofd wordt gesteund en bij
plotseling remmen de nek niet wordt
belast.
Het babyzitje wordt op zijn plaats
gehouden door de veiligheidsgordels
van het voertuig, zoals weergegeven in
fig. 130 en moet het kind beschermen
met de eigen gordels.
GROEP 1
Kinderen met een gewicht van 9 tot 18
kg mogen in een in de rijrichting
gemonteerd kinderzitje vervoerd
worden.fig. 131.
70) 71)
130
F0V0109
131
F0V0196
126
VEILIGHEID