Operation Manual
GELUIDSSIGNAAL
Zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt automatisch een
geluidssignaal geactiveerd.
De frequentie van het geluidssignaal:
❒ neem toe naarmate de afstand
tussen het voertuig en het obstakel
afneemt;
❒ wordt ononderbroken wanneer de
afstand tussen het voertuig en het
obstakel minder dan 30 cm bedraagt
en stopt onmiddellijk als de afstand
toeneemt;
❒ is constant als de afstand tussen het
voertuig en het obstakel onveranderd
blijft;
❒ maar, als deze situatie zich voordoet
bij de sensoren aan de zijkant, zal
het signaal na ongeveer 3 seconden
stoppen om, bijvoorbeeld,
aanwijzingen te voorkomen tijdens
manoeuvres langs een muur.
Meetbereik
Wanneer de sensoren meerdere
obstakels signaleren, dan wordt alleen
rekening gehouden met het
dichtstbijzijnde obstakel.
STORINGSMELDINGEN
Bij het inschakelen van de
achteruitversnelling worden eventuele
storingen in de parkeersensoren
aangegeven door het aangaan van het
lampje op het instrumentenpaneel,
bij bepaalde versies/markten verschijnt
er ook een bericht op het
multifunctionele display, (zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
97)
WERKING MET
AANHANGER
De werking van de sensoren wordt
automatisch uitgeschakeld zodra de
elektrische stekker van de aanhanger in
het stopcontact van de trekhaak van
het voertuig wordt gestoken. De
sensoren worden automatisch
ingeschakeld zodra de stekker van de
aanhangerkabel verwijderd wordt.
BELANGRIJK
Als de trekhaak gemonteerd moet
blijven, ook als er geen aanhanger is,
wordt geadviseerd zich tot het Fiat
Servicenetwerk te wenden om het
systeem te laten bijwerken, aangezien
de trekhaak door de middelste
sensoren als een obstakel gedetecteerd
kan worden.
ALGEMENE
WAARSCHUWINGEN
98)
❒ Let tijdens parkeermanoeuvres met
name op obstakels die zich boven
of onder de sensoren kunnen
bevinden.
❒ Soms worden voorwerpen die zich
heel dicht bij de achterkant van het
voertuig bevinden niet gedetecteerd
en deze zouden dus het voertuig
kunnen beschadigen of zelf
beschadigd kunnen raken.
De volgende omstandigheden kunnen
de werking van het parkeerhulpsysteem
beïnvloeden:
❒ Verminderde gevoeligheid van de
sensoren en afname van de
prestaties van het systeem kunnen te
wijten zijn aan de aanwezigheid van
ijs, sneeuw, modder, dikke verf op de
sensoren.
❒ De sensoren kunnen een onbestaand
voorwerp (echogeluid) wegens
mechanische geluiden detecteren,
bijvoorbeeld tijdens het wassen van
de auto, in geval van regen, sterke
wind, hagel.
157










