Operation Manual

MOTOROLIE
Controleer ongeveer 5 minuten na het
uitzetten van de motor het oliepeil
met het voertuig op een horizontale
ondergrond.
Controleer of het peil zich tussen het
MIN. en MAX. teken bevindt op de
peilstok B. fig. 211 - fig. 212 - fig. 213 -
fig. 214 - fig. 215 - fig. 216 - fig. 217.
Het verschil tussen het MIN en
MAX-teken komt overeen met ongeveer
1 liter olie.
Als het oliepeil vlakbij of onder het
MIN-teken staat, olie toevoegen via de
vulopening A fig. 211 - fig. 212 - fig.
213 - fig. 214 - fig. 215 - fig. 216 - fig.
217, totdat de MAX markering is
bereikt.
Het olieniveau mag nooit boven het
MAX-teken komen.
Motorolieverbruik
Gewoonlijk ligt het maximaal
motorolieverbruik op 400 gram per
1000 km.
Wanneer het voertuig nieuw is, moet de
motor worden ingereden, daarom kan
het motorolieverbruik pas na de eerste
5.000 - 6.000 km als stabiel
beschouwd worden.
BELANGRIJK Het motorolieverbruik
hangt af van de rijstijl en de
omstandigheden waaronder het
voertuig wordt gebruikt.
BELANGRIJK Laat na het bijvullen of
het verversen van motorolie de motor
enkele seconden draaien alvorens hem
uit te zetten en wacht enkele minuten
alvorens het oliepeil te controleren.
127)
32)
3)
MOTORKOELVLOEISTOF
Controleer het koelvloeistofniveau bij
koude motor. Het niveau moet tussen
het MIN- en MAX teken op het reservoir
staan. Als het niveau te laag is, vul het
langzaam bij fig. 211 - fig. 212 - fig. 213
- fig. 214 - fig. 215 - fig. 216 - fig. 217
een mengsel van 50%
gedemineraliseerd water en 50%
PARAFLU
UP
van PETRONAS
LUBRICANTS door vulopening C van
het reservoir tot het MAX-niveau wordt
bereikt.
Het mengsel van 50% PARAFLU
UP
en
50% gedemineraliseerd water
beschermt tegen bevriezing tot een
temperatuur van –35°C. Bij bijzonder
extreme klimaatomstandigheden wordt
het gebruik van een mengsel van 60%
PARAFLU
UP
en 40% gedemineraliseerd
water geadviseerd.
33)
128)
VLOEISTOF VOOR
RUITENSPROEIERS/
ACHTERRUITSPROEIER
Verwijder de dop D om vloeistof bij te
vullen fig. 211 - fig. 212 - fig. 213 -
fig. 214 - fig. 215 - fig. 216 - fig. 217,
door de speciale tab te gebruiken.
Gebruik een mengsel van water en
TUTELA PROFESSIONAL SC35, in de
volgende mengverhouding:
30% TUTELA PROFESSIONAL SC 35
en 70% water in de zomer.
50% TUTELA PROFESSIONAL SC 35
en 50% water in de winter.
Gebruik bij temperaturen onder –20°C,
onverdunde TUTELA PROFESSIONAL
SC 35 vloeistof.
Controleer het vloeistofniveau in het
reservoir.
212
ONDERHOUD EN ZORG