Operation Manual
4. Rijd niet met een te zware belading:
het gewicht van het voertuig (vooral
bij rijden in de stad) en de wieluitlijning
beïnvloeden in grote mate het
brandstofverbruik en de stabiliteit.
5. Verwijder imperialen of skidragers na
gebruik. Deze accessoires verminderen
de aerodynamica van de auto, wat
het brandstofverbruik negatief
beïnvloedt.
6. Gebruik voor het vervoer van grote
voorwerpen een aanhanger, indien
mogelijk.
7. Gebruik de luchtroosters van het
voertuig wanneer mogelijk: rijden met
geopende ruiten heeft een negatieve
invloed op de aerodynamica.
8. Gebruik elektrische apparaten alleen
wanneer nodig. De
achterruitverwarming, de verstralers, de
ruitenwissers en de aanjager van het
ventilatie-/verwarmingssysteem van het
voertuig nemen veel stroom op,
waardoor het brandstofverbruik
toeneemt (tot 25% in stadsverkeer).
9. Het gebruik van de klimaatregeling
doet het brandstofverbruik toenemen
(gemiddeld zo'n 30% extra). Als de
buitentemperatuur niet te extreem is,
probeer dan gebruik te maken van
de luchtroosters.
Rijstijl
1. Na het starten van de motor is het
beter onmiddellijk en langzaam weg te
rijden en hoge toerentallen te vermijden.
Laat de motor niet warmdraaien bij
stilstaand voertuig, noch met stationair
toerental noch met een hoog toerental:
zo warmt de motor veel langzamer
op en nemen het brandstofverbruik, de
uitstoot van uitlaatgassen en
mechanische slijtage van de
onderdelen toe.
2. Vermijd overbodige handelingen
zoals het gaspedaal intrappen wanneer
men stil staat voor een stoplicht of
alvorens de motor af te zetten. Deze
handeling heeft evenals "double-
clutchen" geen enkel nut en verhoogt
het brandstofverbruik en de vervuiling.
3. Keuze van versnelling: kies zodra dat
mogelijk is een hoge versnelling
(rekening houdend met normale
werking van de motor en
verkeersomstandigheden) zonder de
motor te hoge toeren te laten draaien in
de tussenliggende versnellingen. Het
gebruik van lage versnellingen op hoge
toerentallen om een pittige acceleratie
te verkrijgen verhoogt het
brandstofverbruik, schadelijke uitstoot
en slijtage van de motor.
4. Voertuigsnelheid: brandstofverbruik
stijgt exponentieel naar gelang de
snelheid van het voertuig hoger wordt.
Houd de snelheid gelijkmatig en vermijd
onnodig remmen en accelereren om
een overmatig brandstofverbruik en
hogere emissies te voorkomen. Een
veilige afstand tot het voertuig wat voor
u rijdt houden helpt om de snelheid
gelijkmatig te houden.
5. Acceleratie: heftig accelereren is van
grote invloed op het brandstofverbruik
en de emissie. Acceleratie dient
geleidelijk te zijn en mag het maximaal
beschikbare motorkoppel niet
overschrijden.
291










