Operation Manual

BELANGRIJK
15) Verstel de stoelen nooit tijdens
het rijden.
16) Controleer na het loslaten van de
hendel of de stoel goed
geblokkeerd is door hem naar
voren en naar achteren te
schuiven. Als de stoel niet goed
vergrendeld is, zou hij
onverwachts kunnen bewegen en
ertoe leiden dat u de controle
over het voertuig verliest.
17) Sluit het dashboardkastje
voordat u de opklapbare
passagiersstoel opklapt om
beschadiging te voorkomen.
18) Wanneer de passagiersstoel is
opgeklapt, mag de ontstane
ruimte niet gebruikt worden voor
ladingen. Het wordt geadviseerd
om, wanneer het voertuig in
beweging is, alle voorwerpen die
de bestuurder zouden kunnen
hinderen te verwijderen of vast te
zetten.
19) Indien er geen scheidingswand is
tussen de cabine en de
laadruimte, kunnen grote
voorwerpen of pakketten een
gedeelte van de passagierszone in
beslag nemen. Zorg ervoor dat
deze voorwerpen goed vastgezet
zijn met behulp van de
beschikbare haken en dat deze de
bestuurder niet kunnen hinderen.
20) Sluit het dashboardkastje
voordat u de voorste
passagiersstoel in tafelstand zet,
om beschadiging te voorkomen.
21) Controleer, voordat de stoelen
op de derde rij gebruikt worden,
dat de stoelen op de tweede rij in
rijstand staan en goed
vergrendeld zijn tijdens het rijden
(zie het speciale plaatje fig. 34.
SCHEIDINGSWANDEN
SCHEIDINGSWAND
BESTAANDE UIT VAST
PANEEL
(voor bepaalde versies/markten)
Scheidt het passagierscompartiment
van de laadruimte fig. 40.
Voor versies uitgerust met een een
3-zitsvoorbank, bevat de afscherming
de oprolautomaat voor de middenstoel
achterin. fig. 41
40
F0V0102
41
F0V0620
29