Operation Manual
❒ voor het snel ontwasemen/
ontdooien van de voorruit, de
achterruit en de achteruitkijkspiegels.
Tijdens de volledig automatische
werking van het systeem, kan te allen
tijd de ingestelde temperatuur, de
luchtverdeling en de ventilatorsnelheid
gewijzigd worden met de betreffende
knoppen: het systeem past
automatisch de eigen instellingen aan
de nieuwe instellingen aan.
Wanneer tijdens de volledige
automatische werking (FULL AUTO) de
luchtdistributie en/of de luchtopbrengst
gewijzigd worden en/of de inschakeling
van de compressor en/of de
recirculatie, dan verdwijnt de melding
FULL. Zo worden de functies niet
langer automatisch geregeld en moeten
ze handmatig worden bediend, totdat
opnieuw de knop AUTO wordt
ingedrukt. Als een of meer functies
handmatig zijn ingeschakeld, dan blijft
de regeling van de luchttemperatuur
automatisch, behalve als de
compressor is uitgeschakeld: in dat
geval kan er geen lucht in het interieur
worden gevoerd met een lagere
temperatuur dan de buitenlucht.
BEDIENINGSELEMENTEN
Knop voor het instellen
van de luchttemperatuur
(I)
Draai de knop naar rechts of links om
de in het interieur gewenste
temperatuur te verhogen of te verlagen.
De ingestelde temperatuur wordt op
het display weergegeven.
Draai de knop helemaal naar rechts of
helemaal naar links tot de uiterste
waarden HI of LO om respectievelijk de
functie van de maximale verwarming
of de maximale koeling in te schakelen:
❒ Functie HI (maximale verwarming):
inschakelen door de temperatuurknop
naar rechts te draaien, voorbij de
maximale waarde (32 °C).
Deze functie kan worden gebruikt om
het interieur te verwarmen, waarbij
het vermogen van het systeem
maximaal wordt benut. Wanneer deze
functie wordt ingeschakeld, is de
temperatuurregeling niet meer
automatisch en wordt de lucht
maximaal verwarmd. De
ventilatorsnelheid en de luchtdistributie
worden door het systeem geregeld.
Als de motorkoelvloeistof niet
voldoende warm is, schakelt het
systeem niet onmiddellijk de
maximumsnelheid van de ventilator in,
zodat de toevoer van te koude lucht
in het interieur wordt beperkt.
Wanneer deze functie is ingeschakeld,
mogen alle handmatige instellingen
worden verricht.
Om de functie uit te schakelen, volstaat
het om de temperatuurknop naar links
te draaien en de gewenste temperatuur
in te stellen.
❒ Functie LO (maximale koeling):
inschakelen door de temperatuurknop
naar links te draaien, voorbij de
maximale waarde (16 °C).
Deze functie kan worden gebruikt om
het interieur te koelen, waarbij het
vermogen van het systeem maximaal
wordt benut. Wanneer deze functie
wordt ingeschakeld, is de
temperatuurregeling niet meer
automatisch en wordt de lucht
maximaal gekoeld. De
ventilatorsnelheid en de luchtdistributie
worden door het systeem geregeld.
Wanneer deze functie is ingeschakeld,
mogen alle handmatige instellingen
worden verricht.
53










