Operation Manual

AUTO-knop (A)
(automatische werking)
Druk op AUTO om de hoeveelheid
en de verdeling van de lucht in het
interieur automatisch door het systeem
te laten regelen. Alle vorige handmatige
instellingen worden gewist.
Tijdens de werking van de
automatische klimaatregeling, verschijnt
de tekst FULL AUTO op het display.
Als minstens een van de automatisch
door het systeem geregelde functies
(luchtrecirculatie, luchtverdeling,
ventilatorsnelheid of uitschakeling van
de compressor) met de hand gewijzigd
wordt, verdwijnt het woord FULL van
het display om aan te geven dat het
klimaatregelsysteem niet meer
automatisch alle functies regelt (de
temperatuur blijft altijd automatisch
geregeld).
BELANGRIJK Als het systeem (na
handmatige instellingen) de in het
interieur gewenste temperatuur niet
meer kan garanderen, dan gaat de
ingestelde temperatuur op het display
knipperen om aan te geven dat het
systeem een probleem ondervindt,
daarna verdwijnt het woord AUTO.
Druk op de AUTO-knop om de
automatische werking te allen tijde na
een of meer handmatige instellingen
te herstellen.
Knop voor inschakeling/
uitschakeling
luchtrecirculatie (G)
De luchtrecirculatie kan op de volgende
manieren worden geregeld:
geforceerd ingeschakeld (interne
recirculatie altijd ingeschakeld);
aangegeven door de led op de knop
G en het symbool
op de display;
geforceerde uitgeschakeld (interne
recirculatie altijd uitgeschakeld met
luchttoevoer van buitenaf);
aangegeven door het doven van de
led op de knop en het symbool
op de display.
Deze werkingsomstandigheden kunnen
worden ingeschakeld door enkele
keren op de recirculatieknop G
te drukken.
BELANGRIJK Met de recirculatiefunctie
kan de verlangde comfortsituatie
(verwarmen of koelen van het interieur)
sneller worden bereikt.
Het wordt echter afgeraden de
luchtrecirculatie in te schakelen op
regenachtige of koude dagen om het
beslaan van de ruiten te voorkomen,
vooral als de compressor van de
klimaatregeling uit staat.
Om te voorkomen dat de ruiten
beslaan, is de recirculatie geforceerd
uitgeschakeld (d.w.z. dat er lucht van
buiten wordt aangezogen) wanneer de
buitentemperatuur laag is.
Het wordt afgeraden de interne
luchtcirculatie in te schakelen bij lage
buitentemperaturen, aangezien de
ruiten sneller kunnen beslaan.
Knop voor inschakeling/
uitschakeling
aircocompressor (F)
Druk op knop
om de compressor
van de klimaatregeling uit te schakelen
(indien ingeschakeld). Het symbool
op het display dooft.
Druk op de knop als de led uit is om de
automatische werking en het gebruik
van de compressor te herstellen. Het
betreffende symbool gaat op het
display branden.
55