Operation Manual

Wanneer een van de twee knoppen
kort wordt ingedrukt, beweegt de ruit in
"stappen"; als de knop ingedrukt
wordt gehouden, wordt de "continue
automatische" werking voor het openen
en sluiten geactiveerd. Druk nogmaals
op knop A of B om de ruit te stoppen in
zijn huidige stand.
De elektrisch bediende ruiten zijn
uitgerust met een beveiligingssysteem
(indien aanwezig) dat de aanwezigheid
van een obstakel vast kan stellen als
de ruit gesloten wordt; wanneer dit
gebeurt, grijpt het systeem in en wordt
de beweging van de ruit onmiddellijk
omgekeerd.
BELANGRIJK Indien de knelbeveiliging
binnen slechts 1 minuut 5 keer
geactiveerd wordt, dan voert het
systeem automatisch de “recovery” uit
(zelf-bescherming). Dit blijkt als de
ruit in stappen gesloten wordt.
Als dit gebeurt, het systeem als volgt
herstellen:
open de ruiten.
Als er geen storing aanwezig is, keert
de ruit automatisch terug naar de
normale werking.
BELANGRIJK Als de contactsleutel in
de stand STOP staat of verwijderd
is, dan kunnen de ruiten nog ongeveer
twee minuten worden bediend. Het
systeem wordt echter uitgeschakeld als
een van de portieren wordt geopend.
28) 29)
ELEKTRISCHE
RUITBEDIENING VOOR
EN ACHTER
(voor bepaalde versies/markten)
Voorportier
bestuurderszijde
Met vijf schakelaars fig. 75 op de
binnenkant van de armleuning worden
de volgende ruiten bediend als de
contactsleutel op MAR is gedraaid:
A zijruit linksvoor openen/sluiten;
B zijruit rechtsvoor openen/sluiten;
C zijruit linksachter openen/sluiten;
D zijruit rechtsachter openen/sluiten;
E uitschakeling bedieningsschakelaars
op achterportieren.
Portier passagierszijde en
achterportieren
(voor bepaalde versies/markten)
De schakelaar voor bediening van de
betreffende ruit bevindt zich aan de
binnenkant van elk portier.
RUITEN OPENEN/
SLUITEN MET EEN
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING.
(voor bepaalde versies/markten)
De ruiten kunnen geopend/gesloten
worden door de knop voor
respectievelijk het ontgrendelen
of
vergrendelen
op de sleutel met
afstandsbediening ingedrukt te houden.
De ruiten bewegen tegelijk zolang de
betreffende knop ingedrukt worden
gehouden; ze stoppen wanneer ze de
bovenste of onderste aanslag bereiken
of wanneer de knop wordt losgelaten.
75
F0V0175
58
WEGWIJS IN UW AUTO