Operation Manual

123
F0V0111m
fig. 118
F0V0112m
fig. 119
GROEP 3
Voor kinderen met een gewicht tussen 22 en 36 kg be-
staan er verhogingen die het correcte gebruik van de
veiligheidsgordel mogelijk maken.
In fig. 119 wordt een voorbeeld gegeven van de juiste
positie van het kind op de achterbank. Kinderen die lan-
ger zijn dan 1,50 m kunnen, net zoals volwassenen, de
veiligheidsgordels omleggen.
GROEP 2
Kinderen met een gewicht tussen 15 en 25 kg kunnen
direct door de veiligheidsgordels van de auto worden be-
schermd fig. 118. Kinderen moeten zo in de kinderzitjes
worden geplaatst, dat het diagonale gordelgedeelte schuin
over de borst en niet langs de nek ligt. Het horizontale
gordelgedeelte moet over het bekken en niet over de buik
van het kind liggen.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Er zijn ook kinderzitjes met Isofix-beugels
die stevig aan de stoel kunnen worden
bevestigd, zonder gebruik te maken van de
veiligheidsgordels van de auto. Houdt u voor de
montage strikt aan de bijgeleverde instructies.
ATTENTIE!
De afbeeldingen dienen alleen ter illus-
tratie van de bevestiging. Houdt u voor
de montage van het kinderzitje aan de instruc-
ties. De fabrikant is verplicht deze instructies bij
te leveren.
ATTENTIE!