Operation Manual

13
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0V0009m
fig. 13
KOELVLOEISTOFTEMPERATUURMETER
fig. 13
De wijzer geeft de temperatuur aan van de motorkoel-
vloeistof, zodra de koelvloeistoftemperatuur hoger wordt
dan ongeveer 50 °C.
Bij normaal gebruik van de auto kan de wijzernaald op
verschillende posities in het bereik staan, afhankelijk van
de gebruiksomstandigheden van de auto.
C Lage koelvloeistoftemperatuur.
H Hoge koelvloeistoftemperatuur.
Als het waarschuwingslampje B brandt (bij enkele uitvoe-
ringen verschijnt ook een melding op het multifunctio-
nele display), dan is de koelvloeistoftemperatuur te hoog;
zet in dit geval de motor uit en wendt u tot het Fiat
Servicenetwerk.
BRANDSTOFMETER fig. 13
De wijzer geeft de hoeveelheid brandstof aan die in de
tank aanwezig is.
E brandstoftank leeg.
F brandstoftank vol (zie de paragraaf „Tanken”).
Het waarschuwingslampje A geeft aan dat er nog onge-
veer 8 tot 10 liter brandstof aanwezig is.
Rijd niet met een bijna lege brandstoftank: door een on-
regelmatige brandstoftoevoer kan de katalysator bescha-
digen.
BELANGRIJK Als de wijzernaald op de indicatie E staat
en het waarschuwingslampje A knippert, dan is er een
storing in het systeem. Wendt u in dit geval tot het Fiat
Servicenetwerk om het systeem te laten controleren.
Als de wijzernaald in het rode gebied komt,
zet dan onmiddellijk de motor uit en wendt
u tot het Fiat Servicenetwerk.