Operation Manual

141
SNEEUWKETTINGEN
Het gebruik van sneeuwkettingen is afhankelijk van de
voorschriften van het land waar wordt gereden.
De sneeuwkettingen mogen alleen op de voorwielen ge-
monteerd worden (aangedreven wielen).
Controleer na enkele meters rijden of de kettingen nog
goed gespannen zijn.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Bij winterbanden met de indicatie „Q” mag
niet sneller worden gereden dan 160 km/h;
echter de lokaal geldende wettelijke snelheids-
beperkingen moeten altijd worden gerespecteerd.
ATTENTIE!
Beperk de snelheid als u sneeuwkettingen
gebruikt; rijd niet harder dan 50 km/h.
Vermijd kuilen, stoepranden en andere
obstakels en rijd, om de auto en het wegdek niet
te beschadigen, geen lange stukken op sneeuwvrije
wegen.