Operation Manual

172
F0V0028m
fig. 150
F0V0029m
fig. 151
GLOEILAMP BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbehorende vermogen
de paragraaf „Gloeilamp vervangen”.
KOPLAMPUNITS fig. 150
In de koplampunits zijn de gloeilampen voor de buiten-
verlichting, het dimlicht, het grootlicht en de richtingaan-
wijzer opgenomen.
De lampen zijn op de volgende wijze in de lichtunit ge-
plaatst:
A Richtingaanwijzers.
B Buitenverlichting en dimlichten;
C Dagverlichting en grootlicht.
De lampen zijn bereikbaar na het verwijderen van de ge-
klemde beschermdeksels.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BUITENVERLICHTING
Gloeilamp vervangen:
verwijder het beschermdeksel B-fig. 150;
draai de lamphouder A-fig. 151 linksom en verwijder hem;
verwijder en vervang de lamp B;
monteer de nieuwe lamp, plaats de lamphouder A-
fig. 151 en monteer het beschermdeksel B-fig. 150 op
de juiste wijze.