Operation Manual

64
Opgeslagen snelheid verlagen
Dit kan op twee manieren:
schakel het systeem uit en sla vervolgens de nieuwe
snelheid op;
of
plaats de hendel omlaag (–) totdat de nieuwe snelheid
is bereikt die automatisch wordt opgeslagen.
Telkens als de hendel wordt bediend, wordt de snelheid
iets verlaagd (ongeveer 1 km/h). Als de hendel omlaag
wordt gehouden, verandert de snelheid traploos.
Systeem uitschakelen
Het systeem kan als volgt door de bestuurder worden
uitgeschakeld:
door de draaiknop A in stand OFF te draaien;
door de motor uit te zetten;
door het rempedaal in te trappen;
door het koppelingspedaal in te trappen;
door het gaspedaal in te trappen; in dit geval wordt
het systeem niet werkelijk uitgeschakeld, maar heeft
het acceleratie-verzoek voorrang op het systeem; de
cruise-control blijft ingeschakeld en het systeem stelt,
na de acceleratie, de hiervoor opgeslagen snelheid weer
in, zonder dat de knop B-fig. 48 hoeft te worden inge-
drukt.
Opgeslagen snelheid oproepen
Als het systeem is uitgeschakeld door bijvoorbeeld het in-
trappen van het rem- of koppelingspedaal, kan de opgesla-
gen snelheid op de volgende manier worden opgeroepen:
geef geleidelijk gas, totdat de snelheid ongeveer gelijk
is aan de opgeslagen snelheid;
schakel de versnelling in die ingeschakeld was op het
moment van het opslaan van de snelheid;
druk op toets B-fig. 48.
Opgeslagen snelheid verhogen
Dit kan op twee manieren:
trap het gaspedaal in en sla vervolgens de nieuwe snel-
heid op;
of
plaats de hendel omhoog (+).
Telkens als de hendel wordt bediend, wordt de snelheid
iets verhoogd (ongeveer 1 km/h). Als de hendel omhoog
wordt gehouden, verandert de snelheid traploos.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER