Operation Manual

93
Sluiten fig. 95
Ga als volgt te werk:
houd de motorkap met een hand omhoog, trek met
de andere hand de stang C uit de zitting E en plaats
de steunstang terug in de klem D;
laat de motorkap tot op ongeveer 20 cm van de
motorruimte zakken, laat de motorkap vallen en con-
troleer of de motorkap goed is gesloten door deze
op te tillen. De motorkap mag niet alleen door de be-
veiliging vergrendeld zijn. Druk in dit laatste geval de
motorkap niet dicht, maar til hem opnieuw op en her-
haal de handeling.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Om veiligheidsredenen moet de motorkap
tijdens het rijden altijd goed gesloten zijn.
Controleer daarom altijd of de motorkap goed ver-
grendeld is. Als u tijdens het rijden merkt dat de
motorkap niet goed is vergrendeld, stop dan on-
middellijk en sluit de motorkap op de juiste wijze.
ATTENTIE!
F0V0049m
fig. 95