Operation Manual

98
ESP-SYSTEEM
(Electronic Stability Program)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de auto als de wielen
hun grip verliezen, waardoor de auto beter op koers blijft.
De werking van het ESP is uitermate nuttig als de grip op
het wegdek wisselt.
Naast het ESP-, ASR- en Hill Holder-systeem beschikt de
auto (voor bepaalde uitvoeringen/markten) ook over MSR
(regeling van het afremmen op de motor tijdens terug-
schakelen) en HBA (automatische remdrukverhoger bij
noodstops).
ACTIVERING VAN HET SYSTEEM
Bij activering gaat het lampje
á
op het instrumenten-
paneel knipperen, om de bestuurder er op te wijzen dat
de auto de stabiliteit en de grip dreigt te verliezen.
INSCHAKELING VAN HET SYSTEEM
Het ESP wordt automatisch ingeschakeld als de motor
wordt gestart en kan niet worden uitgeschakeld.
BRAKE ASSIST (remregeling bij
noodstops geïntegreerd in ESP)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit systeem, dat niet kan worden uitgeschakeld, herkent
noodstops (op basis van de snelheid waarmee het rem-
pedaal wordt ingetrapt) en verhoogt de druk in het rem-
circuit aanzienlijk, waardoor sneller en krachtiger door
het systeem wordt geremd.
De Brake Assist wordt, bij uitvoeringen die zijn uitgerust
met ESP, uitgeschakeld bij een storing in het ESP (lampje
á
brandt en er verschijnt een melding op het multifunc-
tionele display – indien aanwezig).
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als het ABS in werking treedt, merkt u dat
aan een trilling in het rempedaal. Verlaag
de remdruk niet maar houd het rempedaal juist
goed ingetrapt; op deze manier hebt u de kortste
remweg in relatie tot de conditie van het wegdek.
ATTENTIE!