Operation Manual

15
VEILIGHEIDS-
GORDELS
Gebruik van de veiligheids-
gordels (een- of tweezits
bijrijdersbank in de cabine
fig. 13 en zijzitplaatsen achter
indien aanwezig)
Trek de veiligheidsgordel geleidelijk
uit.Als de oprolautomaat blokkeert,
laat dan de gordel een stukje teruglo-
pen en trek hem vervolgens weer ge-
leidelijk uit.
Veiligheidsgordel vastmaken:druk
gesp C-fig. 12 in sluiting E totdat hij
hoorbaar blokkeert.
Veiligheidsgordel losmaken:druk
op knop D.
Begeleid de gordel tijdens het terug-
lopen om te voorkomen dat de gor-
delband draait.
Deze gordels hoeft u niet met de
hand af te stellen.
Via de rolautomaat wordt de lengte
van de gordel automatisch aangepast
aan het postuur van de drager, waarbij
er voldoende bewegingsruimte over-
blijft.Als de auto op een steile helling
staat, kan de rolautomaat blokkeren;
dit is een normaal verschijnsel.
Bovendien blokkeert de rolautomaat
als u de gordel snel uittrekt. Hij
blokkeert ook bij hard remmen, bot-
singen en bij hoge snelheden in boch-
ten.
Pas de hoogte van de geleidebeugel
van de veiligheidsgordels altijd aan het
postuur van de inzittende aan. Zo
wordt de kans op letsel bij een onge-
val verkleind.
De gordel is goed afgesteld als hij
over de schouder halverwege tussen
nek en uiteinde van de schouder ligt.
fig. 12
P3P00431
fig. 13
P3P00432
Voor maximale veilig-
heid moet u de rugleu-
ning rechtop zetten, te-
gen de leuning aan gaan zitten en
de gordel goed laten aansluiten
op borst en bekken.
De veiligheidsgordels
mogen alleen worden
versteld als de auto stil-
staat.
Hoogteverstelling van de veilig-
heidsgordels: