Operation Manual

2. PAK HET GEREEDSCHAP,
DE KRIK EN HET RESERVE-
WIEL
Het gereedschap is opgeborgen na-
bij één van de stoelen in de cabine.
Het is nodig te weten dat:
– de krik 4,2 kg moet wegen,
– de krik geen afstelwerkzaamheden
mag vereisen,
– de krik bij beschadiging vervangen
moet worden door een krik van het-
zelfde type,
– buiten het verlengstuk en de ratel-
sleutel die staan afgebeeld in deze
paragraaf, geen enkel ander gereed-
schap op de krik gemonteerd mag
worden.
Het reservewiel bevindt zich aan de
achterzijde onder de laadvloer. Het
reservewiel uitnemen:
86
Smeer de schroefdraad
van de wielbouten niet
met vet in voordat u ze
monteert: de bouten kunnen los-
lopen.
Controleer regelmatig
de spanning van de ban-
den, ook van het reser-
vewiel en houdt u daarbij aan de
waarden die in het hoofdstuk
“Technische gegevens” zijn aan-
gegeven.
1. ZET DE AUTO STIL
– Stop de auto op een plaats waar
het verkeer niet in gevaar wordt ge-
bracht en in alle veiligheid het wiel kan
worden verwisseld. Zet de auto zo
mogelijk op een vlakke en stevige on-
dergrond. Kies als het donker is bij
voorkeur een verlichte plaats.
– Zet de motor uit en trek de hand-
rem aan.
– Schakel de eerste versnelling of de
achteruit in.
Attendeer het overige verkeer op
de stilstaande auto m.b.v. de waar-
schuwingsknipperlichten, de gevaren-
driehoek, enz.
Tijdens het verwisselen van een wiel
moeten alle inzittenden uit de auto
zijn, en op een veilige afstand van het
verkeer wachten, totdat het wiel
verwisseld is.
Als de auto op een helling of op een
slecht wegdek staat, blokkeer de wie-
len dan met stenen of andere voor-
werpen.
Op een sticker op de
krik is het maximum hef-
vermogen aangegeven; de
krik mag nooit voor een zwaar-
dere last worden gebruikt.