Operation Manual

100
CORRECT GEBRUIK VAN DE AUTO
Gebied A van de hendel: auto-
matische werking.
Op het display fig. 5 verschijnen de
standen van de hendel P - R - N - D.
Gebied B van de hendel: handma-
tige sequentiële werking.
Op het display fig. 6 verschijnen de
versnellingen die kunnen worden in-
geschakeld 1 - 2 - 3 - 4.
AUTOMATISCHE WERKING
Plaats voor de automatische werking
de selectorhendel in het rechter
gebied A-fig. 4 in een van de vier stan-
den:
P = parkeren
R = achteruit
N = vrijstand
D = vooruit.
P - Parkeren
Om te voorkomen dat een verkeer-
de stand wordt ingeschakeld, kan de
selectorhendel alleen uit stand P wor-
den verplaatst als knop C-fig. 4 wordt
ingedrukt.
Als u de auto parkeert, moet de hen-
del altijd in deze stand staan. De aan-
gedreven wielen worden automatisch
geblokkeerd.
Plaats de hendel in stand P bij stil-
staande auto en stationair draaiende
motor voordat u de motor uitzet.
Om veiligheidsredenen kan de con-
tactsleutel alleen uit het slot worden
genomen als de hendel in deze stand
staat.
BELANGRIJK De hendel kan alleen
uit stand P worden gezet als knop C-
fig. 4 met ingetrapt rempedaal wordt
ingedrukt.
Trek de handrem altijd
goed aan voordat u de
auto verlaat.
Plaats de hendel in stand
P als u de auto moet ver-
laten bij stationair draai-
ende motor.
Trap het rempedaal in
voordat u de hendel in
stand P zet: de auto moet
stilstaan.
fig. 6
F0D0239b
fig. 5
F0D0247b