Operation Manual

105
CORRECT GEBRUIK VAN DE AUTO
STARTEN DOOR
AANDUWEN
Het starten door aanduwen of slepen
van de auto is niet mogelijk. In nood-
gevallen (lege accu) kan de auto wor-
den gestart met een hulpaccu. Houdt
u daarbij aan de aanwijzingen die ver-
meld staat in de paragraaf “Starten met
een hulpaccu” in het hoofdstuk
“Noodgevallen”.
HET SLEPEN VAN DE AUTO
BELANGRIJK Houdt u bij het sle-
pen van de auto aan de wettelijke
bepalingen en aan de aanwijzingen in
de paragraaf “Het slepen van de auto”
in het hoofdstuk “Noodgevallen”.
Neem de volgende maatregelen als
de auto gesleept moet worden:
vervoer de auto zo mogelijk op een
bergingsauto;
als dit niet mogelijk is, moet de
auto met de voorwielen (aangedreven
wielen) van de grond gesleept worden;
– als ook dit niet mogelijk is, kan de
auto over een afstand van minder dan
50 km gesleept worden en met een
snelheid van maximaal 50 km/h.
De auto mag uitsluitend worden
gesleept als de selectorhendel in stand
N staat.
Rijd bij een storing in de
versnellingsbak zo voor-
zichtig mogelijk en houd
rekening met de beperkingen in
de prestaties (acceleratie en snel-
heid) van de auto.
Tijdens het rijden met
een storing in de versnel-
lingsbak, kan de blokke-
ring van de achteruit niet geac-
tiveerd zijn: plaats de hendel
absoluut niet in stand R als de
auto in beweging is.
Start de motor niet als de
auto wordt gesleept.
Als de bovenstaande
voorzorgsmaatregelen
niet in acht worden geno-
men, kan ernstige schade aan de
automatische versnellingsbak
worden toegebracht.