Operation Manual

121
CORRECT GEBRUIK VAN DE AUTO
WINTERBANDEN
Deze banden zijn speciaal ontworpen
voor het rijden op sneeuw en ijs en
kunnen worden gemonteerd in plaats
van de standaard geleverde banden.
Gebruik de winterbanden die ver-
meld staat in de tabel “Winterbanden”
in het hoofdstuk “Technische gege-
vens”.
De Fiat-dealer kan u adviseren wel-
ke band het meest geschikt is voor het
doel waarvoor u hem wilt gebruiken.
Houdt u voor bandenmaat, de
bandenspanning en de winterbanden
exact aan de aanwijzingen die staan
aangegeven in de paragraaf “Wielen”
in het hoofdstuk “Technische gege-
vens”.
De specifieke eigenschappen van
winterbanden verminderen aanzienlijk
als de profieldiepte minder is dan 4
mm. Vervang de winterbanden in dat
geval.
Door de specifieke eigenschappen
van winterbanden zijn de prestaties
onder niet-winterse omstandigheden
of wanneer er lange afstanden op de
snelweg worden gereden, minder dan
die van de standaard gemonteerde
banden.
Beperk het gebruik van winterban-
den tot die omstandigheden waarvoor
ze zijn goedgekeurd.
BELANGRIJK Als u winterbanden
gebruikt waarvan de maximum toege-
stane snelheid lager is dan de topsnel-
heid van de auto (met een marge van
5%), dan dient u in het interieur van
de auto een voor de bestuurder
duidelijk zichtbaar waarschuwings-
plaatje te plaatsen met de maximum
toegestane snelheid wanneer met die
winterbanden wordt gereden (over-
eenkomstig de EU-normen).
Monteer op alle vier de wielen
dezelfde banden (zelfde merk en
profieldiepte) voor meer veiligheid
tijdens het rijden en remmen en voor
een betere bestuurbaarheid.
Keer de draairichting van de banden
niet om.
Bij winterbanden met de
indicatie “Q” geldt een
maximum snelheid van
160 km/h. Deze maximum snel-
heden zijn in overeenstemming
met de huidige wetgeving.